Uit de oude doos: augustus, 19 jaar geleden.
Zoekend naar oude knipsels van augustus, stootte ik op het volgend fragment dat herinnert aan een jammer genoeg verdwenen initiatief dat destijds veel succes kende. Ellen W. schreef het in "De Streekkrant" van 27 augustus 1992.
De vzw Mechelse Middagen van de Poëzie opent haar tiende seizoen op zondag 20 september in de tuin van het Cultureel Centrum. Toen op 20 september 1983 Herman de Coninck de allereerste naam op de affiche was, wist geen van de zes stichtende leden waar ze eigenlijk aan begonnen waren. Aan het eind van de jaren ’80 bleek dat organiseren niet langer haalbaar was op een dinsdagmiddag. Daarom werden vanaf het zesde seizoen alle voorstellingen verschoven naar dinsdagavond. Nu, aan de vooravond van het tiende jaar zijn de MMP kerngezond en springlevend. De eerste bedoeling van de MMP is uiteraard de poëzie en meer in het algemeen de literatuur in haar vele facetten te belichten. Daarvoor hebben de organisatoren 14 activiteiten uitgedacht. De hoofdbrok wordt gevormd door de traditionele “lezingen” die steeds ’s avonds worden georganiseerd. De slotmanifestatie van 6 juni ’93 belooft een poëtische receptie te worden waarop tal van auteurs zijn uitgenodigd die ooit te gast waren bij de MMP. De jubileumbrochure is een mooi naslagwerk waarin foto’s, citaten, namen, fragmenten, herinneringen en meningen van meer dan 150 gasten over 10 jaar staan opgenomen.
Inderdaad, jammer dat dat verdwenen is. Om een of andere reden ben ik er nooit geraakt, maar ik heb wel een idee wat één van de oorzaken zou kunnen zijn. Als ik me niet vergis (als ik me wel vergis hoef je de rest niet te lezen) dan was de hoofdbrok van het programma dichters die voorlazen uit hun eigen werk. De onderliggende gedachte is daarbij dat niemand de gedichten beter kan vertolken, dan de dichter zelf. Wel, die gedachte klopt (meestal) niet. De dichter is de best geplaatste persoon om zijn/haar gedicht te duiden, om te vertellen hoe het ontstaan is, en wat er eventueel mee bedoeld wordt, als dat niet eenduidig is. Maar net zoals de beste componist daarom niet de beste uitvoerder van zijn werk is, is de beste dichter niet noodzakelijk de beste vertolker. Woordkunst, in de zin van drama, declameren, reciteren, voordrachtkunst ... is een andere, heel eigen discipline, dan schrijven en dichten, ook al kun je dat ook "woordkunst" noemen. Er zijn dichters die een publiek kunnen boeien, en elke nuance die zij in de tekst gelegd hebben, overbrengen naar het publiek, maar dat zijn de uitzonderingen. Ik ben (bij andere gelegenheden dan de MMP) meermaals getuige geweest van dichters die hun eigen verzen de nek omwrongen door ze monotoon, of juist al te schools, voor te dragen. Ons eigen conservatorium heeft van oudsher een zeer degelijke woordkunstafdeling, waar de studenten niet alleen werken aan hun uitspraak, ademhaling en stemgebruik, maar ook leren om een tekst of gedicht te analyseren, er alles uit te halen, en dat op de best mogelijke manier over te brengen. Helaas zit er na die opleiding weinig anders op dan in het theater verder te gaan, want buiten het conservatrium vraagt omzeggens niemand hen om een poëzieavond te brengen. Een formule waarbij het interviewen van de dichter wordt afgewisseld met vakkundige vertolking van de verzen zou een veel interessanter resultaat opleveren, dan wat nu gebruikelijk is.
Schitterend verwoord. Ik ben het er helemaal mee eens.