(foto: Jan Smets)
Zij leerde generaties Mechelse kinderen tekenen... Misschien is deze boutade niet hélemaal correct. Want zij wist als geen ander dat er sowieso heel wat creatief talent zit in kinderen. 'Kinderen zijn kleine kunstenaars'. Je hoefde hen 'het' niet te leren. Je moest alleen maar mogelijkheden scheppen om hun talenten te laten ontplooien. Luciënne Vanderwaeren heeft er een levenswerk van gemaakt om deze kansen te geven aan jonge Maneblussertjes. Ik was ooit één van de eersten in haar klasje in de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten. Nu, véle jaren nadien ga ik bij haar op de koffie. En nog steeds is deze boeiende vrouw een dame met klasse: elegant en mooi ouder geworden, een bescheiden vrouw die barst van talent. Ze heeft bij mij een onuitwisbare indruk nagelaten als kind. De bewondering is gebleven. Vandaag had ik een heel aangename ontmoeting met mijn juf-van-toen...
Een half jaar geleden is Luciënne samen met haar echtgenoot verhuisd van haar woning aan de Geerdegemvaart naar Residentie Zonneweelde in de bossen van Rijmenam. Ze betrekt er nu een mooi appartement met een fraai uitzicht op het groen van de omgeving. En in het smaakvolle interieur vallen de vele knappe aquarellen en beeldhouwwerken op die ze in de loop van de jaren bij mekaar heeft geschilderd en gesculpteerd.
Het begon voor haar allemaal in Mechelen. In de Hanswijkenhoek. Nog méér: in de Stenenmolenstraat waar ik nu woon. Daar stond de wieg van Luciënne Vanderwaeren. Hier werd ze geboren op 7 maart 1927. Luciënne heeft nog een broer - Raymond - die later nog bekend zou worden als Mechels politicus. Het meisje liep school in de gemeenteschool in de nabije Acaciastraat. Nadien volgde dan de school op de Veemarkt, en nog later het Atheneum Pitzemburg.
Luciënne had wel degelijk kunstenaarsbloed in de aderen stromen. En..., ze kreeg de kans om dit talent te ontwikkelen. Haar grootvader langs moederskant was schildersdecorateur in het arsenaal. Daar stond hij in voor de kunstige afwerking van de wagons. Thuis was hij héél bedreven in het vervaardigen van marmerimitaties. Dit was toen héél erg mode. Luciënne haalt nog één van haar vroegste herinneringen op:
Op een dag schilderde mijn grootvader de houten slaapkamervloer. Eerst had hij een donkere grondlaag aangebracht. Nadien schilderde hij er een lichtere verf over. ik mocht met mijn blote voetjes door de nog natte verf lopen... Het gaf een kunstig resultaat..."
Niet alleen haar grootvader leerde haar wat creativiteit kon betekenen. Ook Mechelaar Jean Lauwers, die een aangetrouwde oom was, liet haar kennis maken met kunst. Deze Jean werkte in het atelier van de bekende kunstenaar Theo Blickx. Jean Lauwers maakte oa. in Luik het standbeeld van Koning Albert, de vier evangelisten in de basiliek van Koekelberg én het basreliëf in het centraal station in Brussel. Hij was dus niet zomaar de eerste de beste. Die oom nam de jonge Luciënne mee naar tentoonstellingen van de Mechelse academie, die toen nog in de Leopoldstraat was gevestigd.
Luciënne werd gebeten door de kunstmicrobe, en wou érg graag naar de academie om er te leren tekenen... Misschien om later zélf les te kunnen geven. Dit was zonder haar ouders gerekend. Die vonden een kunstenaarsbestaan maar niks. En bovendien was het een héél onzeker leven. Ze zeiden dus 'njet' op de vraag van hun dochter. Ook het studeren van kunstgeschiedenis voor een middenjury vonden ze niet kunnen.
Luciënne moest toen een alternatief zoeken. Ze ging studeren voor maatschappelijk werkster. Maar..., stiekem, zonder dat haar ouders het wisten, ging zij 's avonds en 's zondags naar de tekenschool als vrije student. Natuurlijk zou dit wel uitkomen na een tijdje... Maar toen was ze toch al bezig...
Luciënne Vanderwaeren ging werken op de 'Stedelijke dienst voor beroepsoriëntering en psychologisch onderzoek' aan de Koningin Astridlaan. Dit deed ze zeven jaar lang.
Aan de academie volgde ze lessen bij Geert Reussens en Ernest Albert. Haar eerste leraar was Jan Desmedt. Luciënne was een uitmuntende leerling die de hoogste onderscheiding haalde. Bescheiden gaat ze hier niet op in. Maar ik zie in de knipselmap wél de diploma's zitten...
Het waren mooie tijden. Luciënne bladert door de plakboeken die voor haar liggen. En dan laat ze me foto's zien van de bals van 'Academia' - een bond van leerlingen en oudleerlingen van de Academie, die ze mee heeft gesticht in 1950. In het boek 'Niet van gisteren' over de generatie kunstenaars tussen '45 en '75 had ik er al heel wat over gelezen.
(het bal met als thema 'Het naakt en de dood')
Deze generatie kunstenaars heeft toen moeten opboksen tegen de gevestigde orde van de Mechelse cultuur. Jonge mensen kregen toen weinig kansen. Het Cultureel Centrum zette wel grote tentoonstellingen op, maar jonge kunstenaars kwamen niet aan bod. Over deze geschiedenis (en die van de Herten Aas, dé verzamelplaats voor deze nieuwe generatie...) moet je het geciteerde boek nog maar eens openslaan.
Toen Academia die bals inrichtte waren er in Mechelen weinig of geen soortgelijke bals. Het was dus best spraakmakend. Het was een verkleed bal, en vrij chique. De stadsfeestzaal in de Merodestraat werd toen prachtig aangekleed met schitterende decors
Luciënne Vanderwaeren voelde zich goed in dit kunstenaarsmilieu. Tot haar generatiegenoten hoorden Jean-Pierre Tuerlincxkx, Leo Bosselaers, Etiënne Van Bael (die de affiches en decors voor de bals ontwierp..), Karel Vervaeck, Tony Blickx,enz...
Na zeven jaar zegde Luciënne haar werk op. Ze was ondertussen getrouwd, en woonde een paar jaar op de Astridlaan. Luciënne en haar man bouwden een moderne woning in expostijl aan de Geerdegemvaart, nét over de grens met Hofstade. "Maar ik blééf Mechelse" zegt ze met nadruk "Wie me vroeg van waar ik afkomstig was, antwoorde ik steeds: van Mechelen!"
Luciënne kreeg drie kinderen, en koos er bewust voor om huismoeder te worden. Vijftien jaar zou ze dit doen. Haar kinderen heeft ze wél artistiek ontplooid. Ik krijg een foto naar mij toegeschoven van één van haar zoontjes die met volle ijver en overgave aan het schilderen is. Luciënne bezocht ook met haar kinderen musea. Toen ze op een tentoonstelling was, herkende haar vijfjarig zoontje in een naakt een Delvaux!! Ze hebben het met de paplepel meegekregen. Ook al wou ze niks 'opdringen'.
Haar kinderen liepen ondertussen ook school in de Acaciastraat, waar zij ooit ook op de schoolbanken zat. 's Middags bleven ze er ineten. Maar ze verveelden zich. Toen rijpte bij Luciënne een idee. Waarom zou ze onder de middag geen tekenles kunnen geven aan de kinderen? Ze legde haar plan voor aan de directeur, en na wat onderhandelen ging die hiermee akkoord. Een rommelkot werd leegemaakt, en dit lokaaltje werd haar klas. Drie jaar heeft ze met erg veel plezier, én onbezoldigd (!) 'les' gegeven. Het werd een enorm succes. Er kwam zelfs een wachtlijst aan te pas. Vier dagen in de week was ze met het jonge grut aan de slag. De directeur was zo tevreden hierover dat hij op het einde van elk schooljaar een expositie liet opzetten. De plaatselijke pers had hiervoor ook belangstelling en blokletterde:
"belangloos initiatief werpt verbazende vruchten af!"
Luciënne was ondertussen in contact gekomen met werken van de Franse kunstenaar Jean Dubuffet, wiens schilderijen op kindertekeningen leken. De man vond kindertekeningen, maar ook het creatieve werk van geesteszieken, vaak grote kunst. Luciënne liet zich inspireren door deze man.
"Waarom zou ze niet kunnen exposeren met haar kindertekeningen in een heuse galerij?"
Luciënne zette door. In 1969 exposeerde ze met haar kinderen in 'De Witte Vlag' in Bonheiden. De Mechelse kunstenaar Staf Gillé verwelkomde de gasten met een warme, waarderende openingsspeech , 'Kinderen, kleine kunstenaars'. Luciënne was gelukkig met het resultaat.
Ondertussen bleef ze onverdroten bezig met het 'lesgeven aan kinderen'. Vaak liet ze hen mee doen aan wedstrijden, en ook werden kindertekeningen gepubliceerd, zoals in de Unicef kalender van 1965 en in een uitgave van 'The American Womens's club'.
Directeur Reussens van de Mechelse academie was diwijls jurylid in zulke wedstrijden. En zo kreeg hij eindelijk in de gaten dat zijn oud-leerling Luciënne achter dit alles zat!! Hij was erdoor gecharmeerd. En spoedig ging de bal aan het rollen. De academie had nood aan een jeugdafdeling, vond hij. Het duurde nog een tweetal jaren voor hij zijn idee in praktijk kon opzetten. Maar hij lukte er in. Hij trok Luciënne Vanderwaeren over de streep. Zij zou moeten lesgeven in die nieuwe afdeling. Hij geloofde rotsvast in haar.
In 1972 ging de jeugdafdeling van de Mechelse academie van start, met als eerste leerkrachten: Wiske Servaes, Hilde De Preter en natuurlijk... Lucîënne Vanderwaeren!
Ik was één van de eerste leerlingen. In het begin beschikte de jeugdafdeling maar over één lokaal. Later zouden er drie klassen worden ingericht. Les werd gegeven op woensdagnamiddag en op zondagvoormiddag. Bij aanvang trok men eigenaardig genoeg méér kinderen van buiten Mechelen aan. Daar zou wel verandering in komen.
Luciënne was enorm creatief in het lesgeven. Met 'haar' kinderen ging ze vaak op stap, om op exposities te schilderen. Ook deed ze nog steeds aan tekenwedstrijden mee met de kinderen. En regelmatig wonnen haar kinderen! Andere tekenscholen vonden dat ze maar 'weinig kans' hadden om iets te winnen als Luciënne meedeed met haar pupillen. In haar vrije tijd ging ze met haar leerlingen regelmatig naar het Mechels Stadpoppentheater. Na de voorstellingen mochten de kinderen dan hierover tekenen. Luciënne leefde volledig voor haar vak. (Dat ze ook in haar vrije tijd met de kinderen optrok, werd niet steeds in volledige dank afgenomen door sommige collega's. Diezelfde ijver konden ze niet allemaal opbrengen...)
Luciënne vond het belangrijk dat de kinderen eerbied hadden voor het materiaal waarmee ze werkten, maar ook voor het werk van de andere kinderen.
Leuk was het om te schilderen met de inhoud van de 'modderpot' (de emmer waar alle verfklutsjes in terecht kwamen...). Enne...: soms werd er een liedje gezongen, en daarna werd getekend... Luciënne probeerde haar lessen zo aangenaam en afwisselend mogelijk te maken. Dit kon ze omdat ze zélf zo creatief was. In boeken zocht ze onverdroten verder naar inspiratie. Het was best baanbrekend werken. Ze deed het met hart en ziel, en de leerlingen kwamen bijzonder graag naar haar lessen. Als ze in 1992 met pensioen ging, ging dit gepaard met hartzeer...
Maar zo kwam er wel tijd vrij voor andere dingen. Luciënne werd werkend lid van de Mechelse Lucasgilde. En regelmatig stelde ze tentoon hiermee.
In 1986 al, begon Luciënne ook les te geven aan een andere 'generatie'. Na de kinderen volgden de senioren. Op de schuchtere vraag van Frans Walravens ging ze graag in. Frans had een academie +3 opgericht, als één van de eersten in dit land. Zélfs haar man, die voordien nooit iets met tekenen of schilderen had gedaan, volgde er lessen.
Een leuk tussendoortje voor Luciënne was de samenwerking met het Stadpoppentheater. In 1976 ontwierp ze op vraag van Louis Contryn de decors en poppen voor het stuk 'Patjoepelke en de wondervis'. Het was een tijdrovende bezigheid, met heel wat opzoekingswerk, want Contryn was een man die hoge eisen stelde. De kostuums en decors moesten historisch 'kloppen'. 59 ontwerpen maakte Luciënne hiervoor.
En Luciënne bleef steeds zoeken naar nieuwe dingen, nieuwe technieken... Ze maakte veel aquarellen, maar nu begon ze ook te beeldhouwen in steen (taille-directe). Dit leerde ze in het franse Centraal Massief, in Peyrusse-le-Roc. Het beeldhouwen heeft ze wel moeten stopzetten door last aan de polsen. Maar schilderen en tekenen bleef ze doen. Haar vele reizen inspireerden haar. Mixed media, figuratief, abstract, haiko's,naakten, portretten: Tot op de dag van vandaag blijft ze gedreven bezig. En de tentoonstellingen volgden mekaar op. Meestal doet ze mee aan groepstentoonstellingen.
Zopas heeft ze een expo mogen opzetten in Zonneweelde. Luciënne stelde ten toon met 28 portretten. Ze oogste veel succes
Voor mij zit een vrouw die ondanks haar voortschrijdende leeftijd, nog steeds jong oogt, maar dat ook IS. Ooit - lang geleden - was ze mijn juf waar ik grote bewondering voor had. Nog niets van die passie, die creativiteit is ze kwijt. Luciënne zit voor mij: een elegante, mooie vrouw, van binnen en buiten. Rustig, vriendelijk, met een twinkeling in de ogen...
Ze is één van die mensen geweest die me zin gaven in kunst. En dat vergeet ik niet. Gelukkig ben ik dat ik haar ooit heb mogen ontmoeten. En deze ervaring deel ik - dat weet ik heel zéker - met talloze Mechelaars.
Het werd zonder dat ik het in de gaten had, later en later... Ik neem afscheid van haar, Als ik naar huis fiets, wens en hoop ik dat deze lieve vrouw, samen met haar man nog een mooie levensavond mag beleven op de plek waar ze nu wonen - tussen de bomen, die ze zo graag schildert...
Het ga je goed 'juffrouw Luciënne'!
Tsja, zo'n juf heb ik nooit gehad, maar de leraar van het eerste studiejaar op de Olivetenvest (Mijnheer Van den Eynde), wat toen nog een onderdeel was van het Sint-Romboutscollege, ontdekte blijkbaar toch wel wat talent in mijn eerste schetsen.
Academie is er (spijtig genoeg) nog niet van gekomen, maar ik heb, door de jaren heen, toch wel aardig wat bijeengepent.
Check it out here
Ik zat in haar klasje van 1981 tot 1986 ongeveer. We gingen vaak naar het Stadspoppentheater. Na de voorstelling maakten we dan een tekening van een scene en daar heb ik wel eens prijzen mee gewonnen. Heb ooit meegedaan aan een wedstrijd en we werden uitgenodigd om onze prijs af te halen, ik denk toen in Huizingen. We gingen met de trein en ik kreeg een heuse poppenkast mee naar huis.
Je moest werken aan een tekening, opnieuw beginnen was er niet bij. Er is altijd wel iets te maken van een fout die je maakte. Dat wil ik nu ook nog altijd bijbrengen aan de kinderen in mijn klas. Verspillen van materiaal dat kan niet.
Ik denk zelfs dat Lucienne nog verre familie van mij was en dat Raymond samen met mijn grootvader in de politiek zat. Maar of dit klopt, weet ik niet helemaal zeker.
Nog vele mooie creatieve dagen juf Lucienne!
Zo zal ieder school wel zijn meesters tekenaars gehad hebben zeker. Op de Melaan waren dat bij mijn weten Smidje en de Zjang. Technisch tekenen natuurlijk. Maar met stip.
Axel Vaeck, zoon van Luciënne stuurde me zonet een aantal foto's van werken van zijn moeder door. Ik laat je even meekijken:
Dit werkje maakte Luciënne in Peyrusse-le-Roc...
dit portret van een bejaarde man maakte ze ook. Men herkent de invloed van haar leraar Ernest Albert aan de kleurvlakken...
Een nog jonge Luciënne haalde met dit stilleven haar eerste onderscheiding aan de academie...
Luciënne maakte hier een stilleeven in helle, fauvistische kleuren...
Stilleven met plaasteren torso. De werken 3, 4 en 5 dateren uit haar academietijd...
een naakt in bister, weergegeven in enkele eenvoudige lijnen...
...een bewaard expressief kinderschilderij van één van haar leerlingen...
Ze maakt mooi werk. En ik weet nu van wie jij jouw liefde voor tekenen hebt, Jan. Ooit wil ik nog eens een echte 'Smets' aan de muur hebben.
weeral de moeite!