(foto's: Jan Smets)
De Russische vrouw in de kerk van Leliëndael kreeg de tranen in de ogen. 'Dit kon mijn verhaal zijn', stamelde ze... Ze herkende. Zij die ooit ook op de vlucht moest gaan...
De Bruul gonst van leven op deze zomerse lentedag... Het is de eerste dag van de Paasvakantie, en er heerst een druk gewemel in Mechelens belangrijkste winkelstraat. Ik stap de kerk van OLV-van Leliëndael binnen, en kom in een oase van rust. Een stille plek in de stad.
Mijmering en bezinning.
Een enkeling loopt de kerk door naar de zijkapel om te bidden voor de Lourdesgrot.
Aan de zijwanden van deze Jezuïtenkerk hangen haast levensgrote schilderijen tegen een blauwe achtergrond. Opvallend en indringend.
Het zijn allemaal vrouwenportretten. Expressief. Niet vrijblijvende kunst...
Het intrigeert me...
Ik ben getroffen door de blik in de ogen, de handen..., de mistroostige rimpels, de wanhoop, de berusting, verdriet en woede...
Trees de la Marche is blij om haar kunstwerken in deze serene omgeving te mogen tonen. Ze is de zuster van Marc De la Marche, de overste van het Jezuïtenhuis Leliëndael. De kunstenares is al langer getroffen door het verdriet van vrouwen die door het oorlogsgeweld worden geteisterd. De inspiratie vond ze in krantenfoto's, die ze ging interpreteren...
En ze borstelde ze. Geduldig en met gevoel: de vrouwen op de vlucht, de vrouwen uit Oost-Europese oologsgebieden, de moeders van de moslimenclave Sebrenica, de Kosovaarse vrouwen, de Tsjetsjeense...; de huilende vrouwen tijdens de gijzeling in Baslan..., Sjena Subjic uit Licara die zes van haar zonen, twee schoonzonen en een schoondochter verloor in een slachtpartij..., een vluchtende op weg door de sneeuw naar Montenegro..., Apa Kuljan die huilt als ze voor het eerst terugkeert naar haar Bosnische dorp, nadat ze man en zoon verloor...
Trees schildert de wanhoop en de pijn. En dat voel je. Het kerft en snijdt.
De ellende heeft Trees getroffen. Ze wou - néé: ze MOEST deze vrouwen schilderen. Tijdens het schilderen van het verdriet van de vrouwen ontdekte ze de grote gelijkenis met de piëta's van de Vlaamse primitieven. Ze zag linken met het werk van Rogier van der Weyden en Quinten Metsijs. Vooral de zeer droevige Maria van de Piëta van Metsijs stond haar voor de geest. Daarom probeerde de kunstenares deze Maria te schilderen met haar groot verdriet en in de bijzondere kleurstelling, en in een heel eigen persoonlijke stijl, vanuit een gekleurde onderschildering.
Het verdriet en de woede van de vrouwen van de Balkan, associeerde ze ook met de schilderijen van Pieter Breughel. Vooral de gekmakende machteloosheid van de vrouwen uit Sebrenica deden haar denken aan 'de Dulle Griet' (bekijk maar eens de stenengooiende vrouw naar een overheidsgebouw in Tusla...), of aan het schilderij van 'de Kindermoord van Bethlehem'.
Ook schildertechnisch passen de werken in de Vlaamse traditie. Een lange ervaring met aquarelschilderen heeft er toe bijgedragen dat Trees de la Marche, de olieverf zeer dun aanbrengt op het canvas - laag over laag. Daarom geven de schilderijen ook zo'n transparante indruk. De hele opbouw van de schilderijen blijft aldus zichtbaar, en de onderschilderingen zijn duidelijk aanwezig. Dit verhoogt zeker de expressiviteit.
Het is stil in de kerk...
Het is het perfecte decor voor deze kunstwerken die niemand onberoerd laten. Nog tot 25 april, Paasmaandag, kan je de schilderijen bekijken - telkens van 10 uur tot 18 uur...
Toch maar eens binnenlopen als je de volgende paar weken door de Bruul snelt...
Dat is een interessante expo, daar lopen we een dezer zeker eens binnen !
zal zaterdag een expodag magen de gouden vis en dolorosae
Fraaie oorlogscorrespondente-schilderijen!
En een bezoekje aan de website is ook de moeite waard!