Geplaatst door Christophe op ma, 18/04/2011 - 07:40.
Ik weet het niet, Peter, door omstandigheden konden we er helaas niet bij zijn, maar laten we aannemen dat hij het er schitterrrrrrend van af gebracht heeft :)
Geplaatst door Jef Van Ransbeeck (niet gecontroleerd) op ma, 18/04/2011 - 09:56.
@ StNetels en alle Racingsupporters...Proficiat
In het verband met supporters en clubliefde allerhande heb ik nog een leuke herinnering.
- In een gezin bestaande uit drie verschillende generaties klikt niet altijd alles. Zeker als men er niet hetzelfde filosofische gedachtengoed op nahoudt. Grootvader Staf en mijn pa stonden politiek diametraal tegenover elkaar. Va Staf was een met zijn Gentse familie ingeweken Mechelaar. De crisis in de Gentse textielnijverheid einde negentiende eeuw, had hem en zijn ouders en een deel van zijn familie doen uitwijken naar Mechelen. Hier was meer werk dank zij het Arsenaal en aanverwante bedrijven van de rijtuigwerkplaatsen en carosserieateliers. Hij was bijna vanzelfsprekend een rooie rakker in hart en nieren. Eén mei was toen voor hem en zijn lotsgenoten rond de eeuwwisseling nog geen betaalde feestdag en deed hen méér dan ééns na een met bier overgoten niet betaalde verlet- en protestdag in de Mechelse amigo belanden. En naar de verhalen die hij daar later in zijn herberg aan de klanten en vrienden medestanders over opdiste te horen, hadden ze zich op die dagen reuze geammuseerd.
Mijn pa Petrus was afkomstig uit een Buggenhouts keuterboertjesgezin. Zijn vroeg gestorven vader liet zijn weduwe en zeven kinderen in 1908 een klein pachthof na. Grootmoeder Colette heeft die zeven toch op een meer dan voortreffelijke wijze uit de klei weten te trekken. Zij was naar wat mij door diverse bronnen werd verteld een sterk rechtschapen karakter. ’t Zal nodig geweest zijn met zes jongens en een dochter en een Hongaars vluchtelingetje in huis! Een niet eigen-volksmondje meer om te voeren stelde voor deze sterke vrouw geen onoverkomelijke hinderpalen. Zij was in die tijd, dat men niet voor het minste geringste beroep deed op een dokter, de groendokter in die straat die te voet drie kwartier ver van het dorp lag. Eérst kwam men bij Colette voor een middeltje dat ze zelf prepareerde met kruiden uit al de flora die haar omringde en als dat niet hielp en de nood aan de man kwam, dan pas werd de dorpsarts er bij gehaald.
Dat mijn pa uit een gezin komende dat katolieker was dan het opperhoofd in Rome, af en toe het in de rode verf gezette gedachtegoed van zijn schoonvader stilzwijgend afwees, zal geen opzien baren. Pa zweeg en wrat zich op om de lieve vrede. Het is va Staf altijd wat op de maag blijven liggen dat zijn oudste dochter een tjeef in huis had gebracht. Hij had nochtans hetzelfde gedaan door zijn Virge te huwen. Zij en twee van haar vriendinnen in het Antwerpse huismeidencircuit hadden het plan opgevat om in het klooster te treden. Slechts één van de drie heeft de stap gezet. Het vlees kan zwak zijn op een vrije kermisdag en de gespierde smid - grootvader Staf - was niet van de lelijksten.
Dat mijn pa en grootvader Staf niet hetzelfde gedachtegoed aankleefden bracht een voor Mechelse doening nogal rare situatie met zich.
Men is als Mechels katholiek; aanhanger van de Malinois. (KV Mechelen vind ik een rotbenaming. Oude dingen en tradities verandert men niet van naam! Men blijft daar met zijn domme vervlaamsing ver van weg!) Maar om een reden die gans voor de hand liggend is, was mijn rooie grootvader een aanhanger van de Malinois geworden. Die club werd gesticht door een jonge geestelijke van Ierse komaf. In Mechelen krioelde het dank zij het priesterseminarie van de aanstormende pastoors en ander zwart gerokt ongerief. Om hun hormonen een beetje bij te sturen had de latere kanunnik Dessain een in Groot-Brittannië populaire sport in onze stad ingevoerd. Oefenen deden deze jonge studenten van allerlei pluimage, op een weide tussen de Tervuursesteenweg en de Leuvense vaart. Later werd dat de Voetbalstraat. Grootvader was als nieuwsgierig knaapje die nogal maf uitgedoste kerels met een bal gevolgd en de liefde tussen va Staf en de Malinois was geboren. En die liefde maakte van hem juist na 14-18 één van de eerste hooligans. Hij volgde zijn ploeg ook op verplaatsing en als na de wedstrijden in het Waalse gedeelte van ons land de Vlamingen uit Mechelen als ‘sâles boches’ werden uitgespuwd door Luikse supporters dan kon het gebeuren dat de tramwagon op weg naar het Guilleminstation iets of wat te klein werd en de Waalse onverlaten het op een lopen moesten zetten. Of zij óók klappen hebben gekregen zal wel niet ter zake doen zeker?
Mijn katholieke pa Petrus die normaliter een Malinoisaanhanger had moeten zijn heeft zich uit pure dwarsliggerij tot de clan van Van Kesbeeck gekeerd. Die aankomende advocaat van liberale signatuur stichtte bijna simultaan met de paapse Dessain óók een ploegje, Den Racing. Geuzen en socialisten zouden zijn steunpilaren worden om het soccer in onze contreien uit te dragen. Daar zat mijn pa dus mooi met zijn christelijke opvoeding aan de verkeerde kant van de tribune. Door de bril van Mechelse voetbalsuppoters bezien; een contradictorische situatie.
En nu op naar tweede als de centen nog niet op zijn!
Geplaatst door chrisje (niet gecontroleerd) op ma, 18/04/2011 - 12:40.
Proficiat Racing !!!! .... en het extraatje van Jef Van Ransbeek heb ik met veel plezier gelezen !!
Geplaatst door Jan Smets op ma, 18/04/2011 - 19:44.
Schitterend verhaal Jef! Ik heb er van genoten!
Geplaatst door Roger Kokken op ma, 18/04/2011 - 20:17.
Schitterend verhaal Jef. Aan jou is een groot schrijver verloren gegaan!
En mijn vader moet van hierboven zeker genieten van de promotie van zijn fanionploeg.
Mooi verhaal van de Jef. Wat de Racing betreft kan hij gelijk hebben maar bij de Malinois zit hij er toch een ietsje pietsje naast. Enfin, ne mens kan niet alles weten. We zullen de Jef in 't vervolg dus met een korreltje zout moeten nemen.
Geplaatst door Nys Jos (niet gecontroleerd) op ma, 18/04/2011 - 22:59.
@ G.L.
Waar zat Jef er een ietje pietje naast? Graag wat uitleg a.u.b..
Onder andere was kannunik Dessain noch de stichter, noch de eerste voorzitter van de club. Die eer komt toe aan de heer Theophile Delvaulx, zoon van de notaris. Zij het als voorlopig voorzitter. De stichtingsvergadering vond plaats in oktober 1904 en wel in de " cave de Munich " op de ijzerenleen. Het eerste oefenveld van de club was, jawel op het oud oefenplein aan de Antwerpsesteenweg. De eerste bal werd uit Enghien meegebracht door ene Eugene Huygehebaert. Al snel werd verhuisd van den Antwerpsesteenweg naar de Pansiusdreef. Kannunik Desaain is oficieel voorzitter geworden begin 1906. At your service Jos.
Geplaatst door anoniem (als Hanna) (niet gecontroleerd) op di, 19/04/2011 - 06:21.
Leuke cartoon, Christophe, en fijn je hier weer te zien!
Geplaatst door Jef Van Ransbeeck (niet gecontroleerd) op di, 19/04/2011 - 10:32.
@ Jos Nys
Ik had het over de periode alvorens de club gesticht werd en enkele aspirant pastoors tegen een balletje gingen trappen zonder in een officiƫle bond te zijn ingeschreven. Puur als amusement op hun vrije schoolnamiddag. En de gangmaker was wel Dessain. Later zijn de bobo's uit het vrije beroepencircuit zijn werk komen afmaken. We hebben hier dus allebei gelijk en het zout kan rustig in de keukenkast blijven staan.
@Rudi. Het spijt me maar ook jij slaat de bal mis. Malinois werd voor de Racing gesticht maar anderzijds is het waar dat Racing vroeger heeft aangesloten bij de voetbalbond. Vandaar stamnummer 24 voor de Racing en 25 voor de Malinois. En ook voor u op aanvraag, Dessain heeft Malinois niet gesticht en was evenmin de eerste voorzitter, hij was zelfs bij de stichting niet betrokken. Dat Jullie de pastoors niet kunnen luchten wist ik al langer maar nu weten de andere mensen het ook. En als belangrijke Mechelse figuur zou ik me toch eerst beter informeren vooraleer van boven op den toren te gaan roepen. De honderd en vijf jaar oude strijd ging niet tussen pastoors en leken maar tussen de betere en de mindere klasse en wat de pastoors daar komen bij doen is mij een absoluut raadsel.
Geplaatst door Jef Van Ransbeeck (niet gecontroleerd) op di, 19/04/2011 - 17:30.
en wat de pastoors daar komen bij doen is mij een absoluut raadsel.
Inderdaad! Zoals steeds! Wat komen die daar bij doen? Waarvoor hebben zelfstandig denkende mensen pastoors en bisschoppen nodig? Dat blijkt de laatste decennia, laat staan eeuwen, overduidelijk.
@ Rudi - Als Racinger weet ik wel hoe de stamnummers verdeeld zijn. Ik schreef dan ook dat de stichting van beide clubs BIJNA SIMULTAAN gebeurde. Sorry.
Zowel Racing als Malinois werden honderd jaar geleden bestuurd door bekwame mensen. De kannunik en den blauwe. Als het kon tegen mekaar maar als het moest met mekaar. Wat een schril contrast. Van Kesbeeck heeft Dessain nooit uitgescholden. Nooit , nooit, nooit. En als u er moest aan twijfelen kunt ge het altijd eens vragen aan onze Louisfromusa.
Goe gezien van de Netels!
lol :-)
Tiens, hij leeft nog !
;-)
als Malinwa-supporter wens ik toch m'n groen-witte racing-vrienden proficiat! ;-)
Hehehe , leuke uitbeelding Christophe van het spreekwoord "Caecorum in patria luscus rex imperat omnis".
Een spreekwoord dat me nauw aan he hart ligt. Welkom back Christophe !
En proficiat met de titel natuurlijk ... Hoe bracht de stadionomroeper het er van af ?
Proficiat Racing.
Ik weet het niet, Peter, door omstandigheden konden we er helaas niet bij zijn, maar laten we aannemen dat hij het er schitterrrrrrend van af gebracht heeft :)
@ StNetels en alle Racingsupporters...Proficiat
In het verband met supporters en clubliefde allerhande heb ik nog een leuke herinnering.
- In een gezin bestaande uit drie verschillende generaties klikt niet altijd alles. Zeker als men er niet hetzelfde filosofische gedachtengoed op nahoudt. Grootvader Staf en mijn pa stonden politiek diametraal tegenover elkaar. Va Staf was een met zijn Gentse familie ingeweken Mechelaar. De crisis in de Gentse textielnijverheid einde negentiende eeuw, had hem en zijn ouders en een deel van zijn familie doen uitwijken naar Mechelen. Hier was meer werk dank zij het Arsenaal en aanverwante bedrijven van de rijtuigwerkplaatsen en carosserieateliers. Hij was bijna vanzelfsprekend een rooie rakker in hart en nieren. Eén mei was toen voor hem en zijn lotsgenoten rond de eeuwwisseling nog geen betaalde feestdag en deed hen méér dan ééns na een met bier overgoten niet betaalde verlet- en protestdag in de Mechelse amigo belanden. En naar de verhalen die hij daar later in zijn herberg aan de klanten en vrienden medestanders over opdiste te horen, hadden ze zich op die dagen reuze geammuseerd.
Mijn pa Petrus was afkomstig uit een Buggenhouts keuterboertjesgezin. Zijn vroeg gestorven vader liet zijn weduwe en zeven kinderen in 1908 een klein pachthof na. Grootmoeder Colette heeft die zeven toch op een meer dan voortreffelijke wijze uit de klei weten te trekken. Zij was naar wat mij door diverse bronnen werd verteld een sterk rechtschapen karakter. ’t Zal nodig geweest zijn met zes jongens en een dochter en een Hongaars vluchtelingetje in huis! Een niet eigen-volksmondje meer om te voeren stelde voor deze sterke vrouw geen onoverkomelijke hinderpalen. Zij was in die tijd, dat men niet voor het minste geringste beroep deed op een dokter, de groendokter in die straat die te voet drie kwartier ver van het dorp lag. Eérst kwam men bij Colette voor een middeltje dat ze zelf prepareerde met kruiden uit al de flora die haar omringde en als dat niet hielp en de nood aan de man kwam, dan pas werd de dorpsarts er bij gehaald.
Dat mijn pa uit een gezin komende dat katolieker was dan het opperhoofd in Rome, af en toe het in de rode verf gezette gedachtegoed van zijn schoonvader stilzwijgend afwees, zal geen opzien baren. Pa zweeg en wrat zich op om de lieve vrede. Het is va Staf altijd wat op de maag blijven liggen dat zijn oudste dochter een tjeef in huis had gebracht. Hij had nochtans hetzelfde gedaan door zijn Virge te huwen. Zij en twee van haar vriendinnen in het Antwerpse huismeidencircuit hadden het plan opgevat om in het klooster te treden. Slechts één van de drie heeft de stap gezet. Het vlees kan zwak zijn op een vrije kermisdag en de gespierde smid - grootvader Staf - was niet van de lelijksten.
Dat mijn pa en grootvader Staf niet hetzelfde gedachtegoed aankleefden bracht een voor Mechelse doening nogal rare situatie met zich.
Men is als Mechels katholiek; aanhanger van de Malinois. (KV Mechelen vind ik een rotbenaming. Oude dingen en tradities verandert men niet van naam! Men blijft daar met zijn domme vervlaamsing ver van weg!) Maar om een reden die gans voor de hand liggend is, was mijn rooie grootvader een aanhanger van de Malinois geworden. Die club werd gesticht door een jonge geestelijke van Ierse komaf. In Mechelen krioelde het dank zij het priesterseminarie van de aanstormende pastoors en ander zwart gerokt ongerief. Om hun hormonen een beetje bij te sturen had de latere kanunnik Dessain een in Groot-Brittannië populaire sport in onze stad ingevoerd. Oefenen deden deze jonge studenten van allerlei pluimage, op een weide tussen de Tervuursesteenweg en de Leuvense vaart. Later werd dat de Voetbalstraat. Grootvader was als nieuwsgierig knaapje die nogal maf uitgedoste kerels met een bal gevolgd en de liefde tussen va Staf en de Malinois was geboren. En die liefde maakte van hem juist na 14-18 één van de eerste hooligans. Hij volgde zijn ploeg ook op verplaatsing en als na de wedstrijden in het Waalse gedeelte van ons land de Vlamingen uit Mechelen als ‘sâles boches’ werden uitgespuwd door Luikse supporters dan kon het gebeuren dat de tramwagon op weg naar het Guilleminstation iets of wat te klein werd en de Waalse onverlaten het op een lopen moesten zetten. Of zij óók klappen hebben gekregen zal wel niet ter zake doen zeker?
Mijn katholieke pa Petrus die normaliter een Malinoisaanhanger had moeten zijn heeft zich uit pure dwarsliggerij tot de clan van Van Kesbeeck gekeerd. Die aankomende advocaat van liberale signatuur stichtte bijna simultaan met de paapse Dessain óók een ploegje, Den Racing. Geuzen en socialisten zouden zijn steunpilaren worden om het soccer in onze contreien uit te dragen. Daar zat mijn pa dus mooi met zijn christelijke opvoeding aan de verkeerde kant van de tribune. Door de bril van Mechelse voetbalsuppoters bezien; een contradictorische situatie.
En nu op naar tweede als de centen nog niet op zijn!
Proficiat Racing !!!! .... en het extraatje van Jef Van Ransbeek heb ik met veel plezier gelezen !!
Schitterend verhaal Jef! Ik heb er van genoten!
Schitterend verhaal Jef. Aan jou is een groot schrijver verloren gegaan!
En mijn vader moet van hierboven zeker genieten van de promotie van zijn fanionploeg.
Mooi verhaal van de Jef. Wat de Racing betreft kan hij gelijk hebben maar bij de Malinois zit hij er toch een ietsje pietsje naast. Enfin, ne mens kan niet alles weten. We zullen de Jef in 't vervolg dus met een korreltje zout moeten nemen.
@ Jos.
Onder andere was kannunik Dessain noch de stichter, noch de eerste voorzitter van de club. Die eer komt toe aan de heer Theophile Delvaulx, zoon van de notaris. Zij het als voorlopig voorzitter. De stichtingsvergadering vond plaats in oktober 1904 en wel in de " cave de Munich " op de ijzerenleen. Het eerste oefenveld van de club was, jawel op het oud oefenplein aan de Antwerpsesteenweg. De eerste bal werd uit Enghien meegebracht door ene Eugene Huygehebaert. Al snel werd verhuisd van den Antwerpsesteenweg naar de Pansiusdreef. Kannunik Desaain is oficieel voorzitter geworden begin 1906. At your service Jos.
Leuke cartoon, Christophe, en fijn je hier weer te zien!
Wat men ook verkeerdelijk uit de laatste alinea van Jefs tekst zou kunnen afleiden is dat de Racing NA de Malinwa zou gesticht zijn:
"Die aankomende advocaat van liberale signatuur stichtte bijna simultaan met de paapse Dessain óók een ploegje, Den Racing".
Niks is minder waar natuurlijk, want de Racing heeft stamnummer 24 en Malinwa 25.
Ofte : toen ook al immiteerden de "sussen" schaamteloos de anderen.... Er is op dat gebied nog niet veel veranderd :-)
@ Rudi :
Stel (en ik zeg : Stel) dat Mechelen maar één voetbalploeg zou hebben !
We zouden al dat " gekneur " tussen de supporters nogal missen, zeunne !
;-)
@Rudi. Het spijt me maar ook jij slaat de bal mis. Malinois werd voor de Racing gesticht maar anderzijds is het waar dat Racing vroeger heeft aangesloten bij de voetbalbond. Vandaar stamnummer 24 voor de Racing en 25 voor de Malinois. En ook voor u op aanvraag, Dessain heeft Malinois niet gesticht en was evenmin de eerste voorzitter, hij was zelfs bij de stichting niet betrokken. Dat Jullie de pastoors niet kunnen luchten wist ik al langer maar nu weten de andere mensen het ook. En als belangrijke Mechelse figuur zou ik me toch eerst beter informeren vooraleer van boven op den toren te gaan roepen. De honderd en vijf jaar oude strijd ging niet tussen pastoors en leken maar tussen de betere en de mindere klasse en wat de pastoors daar komen bij doen is mij een absoluut raadsel.
Zowel Racing als Malinois werden honderd jaar geleden bestuurd door bekwame mensen. De kannunik en den blauwe. Als het kon tegen mekaar maar als het moest met mekaar. Wat een schril contrast. Van Kesbeeck heeft Dessain nooit uitgescholden. Nooit , nooit, nooit. En als u er moest aan twijfelen kunt ge het altijd eens vragen aan onze Louisfromusa.
Wat is er toch gaande met de Racing ? Zou de Jef op 18.4.2011 dan toch al iets geweten hebben. Dat vraagt om een woordeke toelichting.