'Het is me allemaal overkomen...' Herman Verwaetermeulen, een man met een plan (1)

met categorie:  

                                                 

                                                  

(foto's: Jan Smets)

Hij ontvangt me glimlachend in zijn woonst in de Sint-Katelijnestraat.  "Een oude klokkengieterij was het hier", verduidelijkt hij, als ik naar de gevelsteen met 'de Gulden Clocke' kijk, die naast de voordeur hangt.  Hij maakte hem zelf.

Herman Verwaetermeulen spreekt enthousiast.  Hij nadert de tachtig, maar straalt een jeugdige dynamiek uit.  Zijn ruime werkkamer is volgestouwd met boeken, prenten, foto's, kaften...  Hier woont en werkt een man die 'bezig' is - een leven lang...

Ik hang aan zijn lippen.  Deze Mechelaar, die actief is in het vereningingsleven van onze Dijlestad, is een geboren Bruggeling.  Dat verraaadt zijn licht Brugse tongval.

 

Hij is een geboren verteller.  En... hij heeft een (nautisch) project op stapel staan.  Hier zal ons gesprek dan ook over gaan.  Hij is niet de enige die zijn schouders heeft gezet onder het project, dat nu op verschillende terreinen wordt voorgesteld.  Dat niet.  Maar Herman is wel de stuwende kracht.  Hij heeft de tijd en de kennis.  Al blijft hij er bescheiden bij.  Maar om het idee in tijd en ruimte te schetsen is het toch wel mooi om zijn persoonlijk levensverhaal hier even door te weven.  Want zonder dit verhaal zou dit prachtproject nu ook niet op deze Mechelse werktafel liggen.  De Werkgroep Binnenvaart Vlaanderen, waar hij de coördinatie van verzorgt, wil het riviertoerisme populariseren.  Het klinkt als muziek.  En er zit ook muziek in.

 

(foto: Jan Smets)

Laten we terugkeren naar het vooroorlogse Brugge.

De tweelingbroers Verwaetermeulen horen vanuit hun slaapkamer het ritmisch geluid van de pneumatische hamers op de nabijgelegen scheepswerf.  Ze luisterden benieuwd naar het 'boenkeboenkeboenke'...  Er was een schip in de maak: 'de René', die dezelfde naam droeg als hun vader.  Nu was vader Verwaetermeulen ook nog een klasgenoot van de werfdirecteur...

Het maakte dat de broertjes deze boot in hun fantasie 'hun boot' noemden.  De 'René' schreef geschiedenis.  Deze kustvaarder ging de zee op met de geallieerden: het was het laatste schip dat ontsnapte aan de bezetter, en was de eerste om Brugge binnen te varen na de oorlog.

Onder Leopold II bouwde men de haven van Brugge voor het eerst uit.  De Bruggelingen waren trots op hun 'Haven van Zeebrugge'.  Pas klaar, werd de haven in de Eerste Wereldoorlog totaal verwoest.  Er bleef zo goed als niets over van de Brugse trots.  Maar met noeste vlijt bouwden ze de haven weer op.  Tot ook de Tweede Wereldoorlog een eind maakte aan deze nieuw gebouwde haven.  Herman lijkt het nog voor zijn ogen te zien.  De ene torpedo na de andere maakt de Brugse droom weer stuk.  Het maakte op hem grote indruk.  Grote werkloosheid was er in die na-oorlogse periode in deze Westvlaamse stad.

In die dagen weet schepen (later burgemeester) Pierre Van Damme jongeren te enthousiasmeren.  "Hij heeft me nautisch gevormd", zo drukt Herman het uit.  Op een bescheiden, maar pedagogisch sterke manier weet hij de 14-15-jarige jongeren van Brugge te overtuigen.  Hij nodigt hen uit: "Ik zit met een kapotte haven en 6000 werklozen: Ik heb jullie nodig!".  Van Damme weet de jeugd aan te spreken.  Hij speelt in op de typische Brugse mentaliteit: "We moeten ons wéren! - we zijn er nog niet!"  Deze leuze is de sterkte van West-Vlaanderen.  Herman mist dit toch wel een beetje in zijn nieuwe thuisstad Mechelen.

Pierre Van Damme leert de jongeren kijken naar de industriële evolutie in de VS, en probeert hen dat te laten vertalen naar de driehoek  Le Havre-Rotterdam-Bremen-Basel.  Hij nodigt hen uit om naar US-universiteiten te schrijven, om hen te leren ontdekken (wat hij al langer wist...): de industrie zal zich ontwikkelen naar de zee toe: "Rush to the seaboard!".  De pedagoog, die  Van Damme was, weet zo vele Brugse jongeren te raken met zijn verhaal...

 

Een boot op een Brugse scheepswerf, het motto "Rush to the seaboard": het overkomt Herman.  Allemaal.  Een toeval?  Of is het de aanzet tot een leven op en rond het water?

 

Dan volgt de KSA-periode van Herman.  Het is een lang en mooi verhaal, waar hij gedreven mee bezig is geweest.  Op initiatief van de schrijver André Demedts en de KSA wordt een werkgroep opgericht om gedurende een twintig jaar jeugdgroepen naar Frans- en Zeeuws-Vlaanderen op kamp te sturen.  Het accent lag toen vooral op 'cultuur' (ABN!).  Toch wordt er spoedig ontdekt dat er aan de motivatie om daar op kamp te gaan, toch nét ergens ànders lag.  Er komt een verschuiving naar het 'sociaal toerisme'.  Herman ontdekt iets, wat hem zijn hele leven zal leiden: DE MENS IS BELANGRIJK!   En, hij gaat ervoor.

De fiets wordt geruild voor een motorfiets: zijn mobiliteit verhoogt en helpt hem vooruit.  Deze fiets wordt al vlug vervangen door een auto: zo worden in 1960 de eerste 300 veldbedden gekocht voor de Frans-Vlaamse kamphuizen.  Ze dienden afgehaald te worden in Brussel bij een bedrijfje dat later zou uitgroeien tot de Club Med.  Nét op tijd - want de Rijkswacht wou ze opeisen voor Congo, waar de onlusten waren uitgebroken.

In Zeeuws-Vlaanderen komt Herman in contact met de voorzitter van het plaatselijk Frans-Vlaamse Comité te Hulst.: Stolte. Op persoonlijk vlak een leuk feit: Hij leert er zijn vrouw kennen: Nell de Potter, die secretaresse was van deze man die Nederlandse kampen naar Vlaanderen verzorgde.  Vijftig jaar later werden Nell en Herman onlangs in de bloemetjes gezet voor hun gouden huwelijksjubileum in ons Mechels stadhuis!

(foto: Jan Smets)

 

"Je ziet: het is me allemaal overkomen" herhaalt Herman in zijn werkkamer in de schaduw van de Katelijnekerk.  Inderdaad: want het 'waterverhaal' gaat verder!

 

Een goede vriendin van Nell is telg van een familie, die...scheepsradars maakt in een groot bedrijf in Terneuzen (Blommaert).  Deze vriendin huwde met een zekere Remy Veras, uit een familie van bekende 'hoogaars'-bouwers: zeg maar: mosselboten, zoals ze in Mechelen bekend zijn.  Door die vriendschappen wordt Herman helemaal op het 'water'-spoor gezet!

ondertussen groeide de Kamphuiscentrale (Centrum voor Jeugdtoerisme, Vlaamse Kamphuis-Centrale).  Men had aanvragen te veel, huizen te weinig, kaskrediet te veel, subsidie te weinig...  En wat dacht U: Herman huurde drie zeilschepen in het Nederlandse Zwartsluis als  alternatief.  Vijf jaar lang was er in juli-augustus elke zaterdag een vaste buslijn Mechelen-Zwartsluis in '79 tot '85.

De volgende tien jaar organiseert Herman vanuit Mechelen vaarklassen en varende gezinsvakanties met ingehuurde (buitenlandse) schepen of met werkloze schippers.  Mutualiteiten, scholen en jeugdgroepen maken gretig gebruik van het aanbod, met behulp van een twintigtal schepen.

 

En dan is het voorbij: de 65 jaar komt er aan.  Het tempo verlaagt...   Zijn vriend Karel Van Butsel weet hem te vinden: hij overtuigt hem zijn binnenvaart-kennis en ervaring met sociaal-toerisme om te zetten van 'daad naar woord'.  "Doe er iets mee!" zei Karel.  Men weet Herman te overtuigen.  Een 'Werkgroep Binnenvaart Vlaanderen' wordt te Mechelen opgezet met vele adviseurs over gans Vlaanderen en Zuid-en Noord-Holland.  Het wordt een indrukwekkend dossier.  Met de steun van de ganse groep en onze Brugse Mechelaar als trekpaard.  "Aleen de 'blabla'..., 'doen doen', en het is mij een therapie en mijn lang leven" zegt hij...

 

Ik geloof het graag.  Ik zie voor mij een enthousiast man met een droom en een visie.  Het zo'n mannen die kunnen sensibiliseren en enhousiasmeren.  Het zijn van die Mechelaars die we moeten koesteren en steunen.

In een volgend deeltje wil ik het plan graag ontplooien.  Maar ik kan nu eenmaal niet aan dit onderdeel beginnen zonder het verhaal van deze Mechelaar met Brugse roots...

 

Jan, hoe heeft deze Bruggeling zich eigenlijk bekeerd tot Mechelen?

het water van Leuvense vaart, Dijle, Zenne, Vrouwvliet...?    ;-))

een sympathieke buur.

Da 's mijn vader...Met zijn eigenheid, toch met enige trots.