(foto's: Jan Smets)
Het intrigerende en onwaarschijnlijke verhaal van 'onze' Elisa Verhoeven die we met Mechelenblogt 'terug naar Mechelen' brachten, dompelde ons in de sfeer van die vreselijke dagen toen de Eerste Wereldoorlog begon. Ook voor onze stad begon nu een bijzonder zwarte bladzijde in de geschiedenis. In afwachting van het levensverhaal mét foto's, die nu door de dochter van Elisa naar Mechelen worden gestuurd vanuit Cornwall, wil ik nu bij wijze van 'spin-off' inzoemen op de sfeer in Mechelen toen Duitsland de oorlog verklaarde...
Elke Mechelaar zal zo wel zijn eigen familiegeschiedenis meedragen... Velen zullen herinneringen hebben aan wat ouders of grootouders hebben verteld over de onwezenlijke en angstige dagen toen de 'Groote Oorlog' losbrak.
Zo herinner ik me de pas van mijn overgrootvader die ik ooit in handen kreeg, waarin geschreven stond: 'Laissez passer par Folkestone'..., want ook mijn overgrootouders waren vanuit de Hanswijkenhoek op de vlucht geslagen met hun kroostrijk gezin. Het werd voor hen géén vlucht naar Engeland, maar een dramatische reis naar het Franse Les Sables d'Olonne, waar ze vier jaar zouden verblijven voordat ze de terugreis aanvatten naar de heimat...
Op de Melaan pakt in allerijl een ander Mechels gezin de benen: de Verhoevens vluchten naar Nederland, om na heel wat ontberingen de oversteek te maken naar Engeland... De rest van het verhaal komt druppelsgewijs binnen op Mechelenblogt, en binnenkort brengt blogger Rudi van Poele het verhaal van de lotgevallen van Elisa...
Op dinsdag 4 augustus 1914, om 9 uur 's morgens, wordt te Brussel officieel aangekondigd dat Duitsland de oorlog heeft verklaard aan België.
Het nieuws komt ook hard aan in Mechelen. Ik heb het geluk een oud boek uit 1919 in mijn bezit te hebben, dat gedrukt werd in de bekende Mechelse drukkerij Godenne, en dat geschreven werd door Frans Verhavert, de koster van de Sint-Romboutskathedraal.
Het is een boeiend ooggetuigenverslag van deze helse dagen. En ik publiceer graag uit dit dagboek een passage dat de atmosfeer in onze Dijlestad beschrijft.
Misschien moeten we dit lezen met in ons achterhoofd de gedachte aan de familie Verhoeven die toen op de Melaan woonde...
'Zoodra de tijding van de oorlogsverklaring te Mechelen bevestigd was, boden er zich een overgroot getal burgers aan om als vrijwilligers dienst in het Belgisch leger te nemen. Het inlijvingsbureel zetelde op ons oud Stadhuis.
Groot was de geestdrift der jongelingen en mannen die zich kwamen aanbieden, men zong Vaderlandsche liederen, men wuifde met hoeden en zakdoeken, onder den kreet: 'Leve België! Leve ons dierbaar Vaderland!'.
Verschillende militaire klassen werden binnengeroepen. Bijna overal werd het werk gestaakt, duizenden werkeloozen zag men langs de straten slenteren.
Vele vrouwen en kinderen liepen al weenend langs de staten: de droefheid werd algemeen. Ook de burgerwacht werd opgeroepen, op 2 augustus bij middel van brieven, en op 5 augustus bij trommelslag. De wachten moesten ieder maal 24 uren dienst doen, en de bruggen der ijzeren wegen bewaken: Mechelen-statie, en omliggende dorpen, Contich inbegrepen.
Bij het naderen van den vijand, werd op bevel der overheid, te middernacht, den 20ste Augustus, al den schietvoorraad en de wapens binnengebracht. Alles werd op een hoop geworpen op de binnenplaats der halle.
Van dan af heeft de burgerwacht niets meer te verrichten gehad. Onzen achtbare Burgemeester, Mijnheer Karel Dessain, deed eenen oproep tot de burgers der stad, om een politie-korps in te richten, daar het getal politie-agenten met die moeilijke dagen ontoereikend was om de orde te handhaven, en ook daar er velen hunner in 't leger geroepen waren.
De eersten dag boden zich een 25 tal burgers aan, en de volgende dagen nog een 50 tal.
Ze waren in de kledij der burgerwachten van 1830. De volgende personen maakten deel als bevelhebber: Era Jozef, Van Doren L, Cleirens Florimond, Secretin Isidoor.
Zulk een politie-korps bestond ook in vele buitengemeenten. Op 14 augustus werden, op bevel van den Belgischen Krijgsraad, eenige mitrailleuzen geplaatst op Sint-Romboutstoren, tegen het overkomen der vijandelijke vliegtuigen.
De Duitschers zullen dit geweten hebben, van daar hunne woede bij het beschieten van toren en stad.
Op 25 augustus kwam onze beminde Koning Albert Mechelen een bezoek brengen; hij was afgestapt op het buitengoed van den heer Baron Empain te Battel.
In onze stad zat hij eenen Krijgsraad voor, die zetelde op het nieuw Stadhuis. In den voormiddag beklom hij Sint-Romboutstoren, om de Duitsche legers, die langs den Leuvenschen steenweg naar deze streken afgezakt kwamen, in oogenschouw te nemen. Bij de nederdaling werd hem door duizende toeschouwers aan den voet des torens een ovatie gebracht; hooren en zien vergingen onder de kreten: 'Leve België! Leve de Koning!'.
Denzelfden dag was het eerste bombardement gebeurd. Mechelen werd vijf dagen geschoten. (...) Bij het tweede en derde bombardement, ontvluchtte bijna elkeen de stad. Mechelen was verlaten; iedereen trachtte in de eene of andere stad een onderkomen te vinden; velen gingen te voet naar Duffel of Lier, anderen gingen met den ijzeren weg naar Antwerpen, zelfs tot bij de Hollandsche grens. Men vond zelfs geen voerlieden meer om de lijken naar het kerkhof te brengen, zoodat men verplicht was de lijken voorloopig in de hof van het OLV-gasthuis te begraven.
Achter een vensterraam van een huis op de Melaan bijt vader Verhoeven zich in de onderlip - gespannen kijkend naar de flitslichten van de bombardementen. Moeder probeert haar angst te verbergen, want ze wil de kinderen niet tonen dat ze ontredderd is. Een meisje van negen speelt met haar hondje - en lijkt niet te beseffen wat er gaande is. En dan is er weer een hevige knal, en een hels licht achter de grijze monoliet van Sint-Rombout... Wordt het niet té gevaarlijk om in de stad te blijven? ... Vader Verhoeven denkt na... Een meisje van negen kijkt hem aan met grote ogen. Vader draait zich van haar weg...
Gent en Brugge namen ook vele inwoners van Mechen in. De geestelijke en wereldlijke gestichten waren ook verplicht de stad te verlaten. De volgende gingen naar Engeland een onderkomen zoeken: de Broeders van OLV-van Barmhartigheid bij hunne medebroeders te Londen; de Zusters van OLV-van Barmhartigheid, in dezelfde stad, eenige zijn bij hunne oude kostgangers in onze stad gebleven en tartten aldaar al de gevaren der beschieting en der intreê van den vijand. De zuster Maricollen ook te Londen. De zusters Carmelieteressen te Dublijn (Ierland), bij hunne medezusters. De zusters Redemptoristinnen te Londen. De zusters Apostolinnen zijn naar Holland gevlucht, waar zij bijna een volle jaar vertoefden. Te Mechelen was hun klooster en kapel vernield.
De andere geestelijke en wereldlijke gestichten hebben in de eene of andere gemeente van ons land een onderkomen gevonden. De zusterkens der Armen en de Broeders van het gesticht Oliveten hebben met hunne oude en ziekelijke ouderlingen veel afgezien; van de eene plaats hebben zij naar de andere moeten vluchte.
Voor de beide andere godshuizen was het even zoo gelegen, alsook voor de weesjongens.
De weesmeisjes uit Sint-Jozefshuis, hebben gansch den oorlogstijd in Engeland een onderkomen genoten.
Op 20 augustus 1914 was zijne Eminentie de Kardinaal naar Rome vertrokken, langs Gent (de eenige weg die nog open was) om de lijkplechtigheden van Z.H.Pius X en de kiezing van een nieuwen Paus bij te wonen.
Ik meldde het: reeds den 25ste Augustus had Mechelen onder het vuur gestaan van het Duitsch geschut, en vele inwoners hadden reeds de wijk genomen, wanneer twee dagen later een nieuwe aanval losbrak. Tevens werden er in Mechelen geruchten verspreid over de gruwelen door den vijand gepleegd in Aerschot, Leuven en andere plaatsen, en ontstond er onder de nog overgeblevene bevolking eene paniek, met dit gevolg dat iedereen op de vlucht ging.
De leden van het metropolitaan kapittel werden ook verspreid; eenigen verbleven in den omtrek of gingen tijdelijk bij hunne familie, sommige trokken naar Antwerpen, anderen naar Holland en Engeland.
Het bestuur van het Bisdom werd overgebracht naar Antwerpen en zetelde in de woning van Monseigneur Cleynhens, Pastoor-Deken van OLV-kerk, waar de Hoogweerde Heeren vicarissen eene gulle gastvrijheid genoten.
In het begin van September was Zijen Eminentie langs Frankrijk en Engeland naar België wedergekeerd, en na eenige dagen verblijf in Antwerpen, naar Mechelen gekomen, waar sinds 12 September eene betrekkelijke kalmte heerschtte, en waar dan ook tamelijk veel inwoners waren weedergekeerd.
Maar op 27 September brak een nieuwe aanval op Mechelen los, en moest de bevolking wederom vluchten. Zijne Eminentie keerde naar Antwerpen terug en verbleef daar gedurende de beschieting tot na de overgave der stad.
Op verzoek van Zijne Emminentie had Mgr. De Wachter de reis naar Engeland ondernomen in het begin der maand October. Monseigneur was voornemens, na een kort verblijf, aldaar weder te keeren, doch, door de omstandigheden wederhouden, is hij gedurende gansch den oorlog in Engeland gebleven.
Veel hebben wij te danken aan Monseigneur De Wachter. De Belgische vluchtelingen, maar bijzonder de Vlamingen, vonden in Mgr.De Wachter een waren vriend; aan allen welke in ballingschap vertoefden, wist hij een woord van troost toe te sturen en hen bij te staan in het uitoefenen hunner kristelijke plichten. Van de eene plaats ging hij naar de andere, om als bisschop de godsdienstplechtigheden op te luisteren. Even als onze missionarissen in een vreemd en afgelegen land, zo ook onderwees hij het volk, bereidde de kinderen tot hunne Eerste H.Communie en tot het Vormsel; hij bezocht kerken en kloosters en gaf overal een woord van troost aan diegenen die in lijden verkeerden.
Te Londen zien wij Hem, op 's Konings naamfeest en op de verjaardag der inhuldiging van het Koninkrijk België, een Te Deum aanheffen, om Gods milden zegen over ons dierbaar Vaderland af te smeeken. Niet alleen in Engeland ging Hij in de gasthuizen om de gekwetste soldaten een bezoek te brengen en hun tevens woorden van troost en opbeuring toe te sturen; hij ging tot Calais en Le Havre, ja, tot nabij het Fransche front. Tezelfder tijd zien wij den beminden Kerkvoogd het priesterschap toedienen aan kloosterlingen en seminaristen.
Tot voldoening der Vlamingen was hij een der medestichters en ijverigste werkers van een Vlaamsch weekblad onder den titel 'De Stem uit België'. Dit blad werd op ruim 20 000 exemplaren gedrukt en op aanvraag kosteloos aan de Belgische vluchtelingen gezonden. Nu ten minste, zouden de bannelingen, verre van hun Vaderland verwijderd, toch eenig nieuws over het zoo beproefde België, in hun eigen taal kunnen lezen.
In 1914 kon het getal Belgische vluchtelingen dat in Engeland een onderkomen genoot, geraamd worden op meer dan 200 000. Geen land ter wereld heeft ooit gedaan voor ongelukkige lieden wat Engeland deed voor de Belgische vluchtelingen in 1914'....
(tot zover het boek)
Ergens rond een tafel in een Londens huis zit een Mechels echtpaar met hun twee kinderen, Maurice en Elisa. Elisa is 9 jaar oud - drie jaar jonger dan haar broertje. Vader Peter-Jan leest 'De Stem uit België'.... , en moeder doet wat verstelwerk. En wellicht mijmeren ze over wat ze achterlieten in een land, ver weg, over de zee... Hun huis op de Melaan, het hondje dat ze vergaten in de drukte van de vlucht, de stad - hun stad - zo zwaar gehavend... Zouden ze ooit weerkeren naar Mechelen?
Het 'voorlopige' verhaal van Elisa Verhoeven op Mechelenblogt;
Jan, heel mooi hoe je de verhaallijnen dooreen laat lopen, knap!
En het bezoek van Fritz, Hans, Burkhard und viele Freunden is zeker niet ongemerkt voorbij gegaan.
Zo zag de IJzerenleen er twee maanden na het begin van de oorlog uit. (kant Borzestraat)
@ Roger: Een echt mirakel hoe ons geliefde schepenhuis gespaard werd.
Ik ben nog op zoek naar een foto van de huizen aan de vroegere Melaan, nu Jef Denynplein. Heb je er soms ergens eentje in je collectie?
Ik heb wel iets van materiaal rvpee, ik weet bvb. wat er moet gestaan hebben voor 1908, maar niet op de lokatie van huidge TSM ...
Rvpee, ik heb wel iets (maar niet veel) stuur me je e-mail adres.
@ Peter, mag ik delen in je materiaal? (of is het die foto met dat gebukt vrouwke en haar rieten mand?)
Ik stuurde het je net op.
@ Roger
rudi.van.poele@pandora.be
'De vlucht'..., beeldhouwwerk van Blickx op de Schuttersvest...
(foto: Jan Smets)
Ik kan daar wel niet van meepraten,maar mijn moeder heeft mij daar wel vreeselijke stories van verteld,haar vader (dus mijn grootvader ,die ik nooit gekend heb) was naar Duitsland gevoerd,dat waren de bannelingen,zegde zij maar ik heb nooit echt geweten wat dat was.Ik weet dat mijn grootvader daar een medalie voor gekregen heeft (de Leopolds Order ) die ik nu in mijn bezit heb,Groetjes,de Louis van Amerika.
Mijn grootmoeder heeft mij dikwijls verteld van de gruweldaden van de duitsers,zoo dikwijls heeft zij mij verteld van een duitser die een baby vanuit de armen van de moeder sleurde en de baby op zijn bajonet stak,dat had zij met haar eigen oogen gezien,Ik denk dat deze herineringen de reden was dat wij allemaal gingen vluchten in WW2,Louis van USA
@ Peter:
Ik stuurde het je net op.
Zou je die foto(s) die je aan rvpee stuurde ook aan mij kunnen bezorgen aub?
Alvast bedankt.
IJzerenleen - Wereldoorlog I
Hier nog een prent van Alfred Ost, die destijds de vluchtelingen tekende die van België naar Nederland vluchtten...
ontroerend,
nog nooit heeft een blog hier mij zo doen opleven als deze.....echt fantastisch:-))
@ Gim, meneer Van Ost moet toen nog veel tijd gehad hebben dat hij dat allemaal met de pen kon tekenen. Had hij dan geen geld om een fotoapparaat te kopen.-)))
@ GL :
Ook Alfred Ost vluchtte naar Nederland. Eerst naar Sluis en dan naar Amsterdam. Ondertussen maakte hij ook nog tekeningen van de oorlog zelf...
Alfred Ost - titel : Oorlog - Onder vuur
Nu we het toch over Ost hebben... Heeft hij het teken van de anarchisten als handtekening gekozen, of hebben de anarchisten zijn handtekening in hun vlag geplaatst - of gaat het om een toeval, los van elkaar? Weet iemande daar soms meer van?
Ik denk dat hij gewoon zijn initialen in een logo heeft vastgelegd: de A in een O;
oorlog bracht en brengt nog altijd veel ellende mee!
Was er in de tuin van de woning die Mgr. Cleynhens in Antwerpen had een bijgebouw dat als schildersatelier gebruikt werd ? Ik bezit een foto waarop mijn grootvader, kunstschilder Pieter Dierckx, de aantekening maakte dat hij daar een schildersatelier had.