op zoek naar de abdij van Rumoldus

met categorie:  

        

        

                         

(foto's: Jan Smets)

Een échte voorstelling kunnen we van hem niet maken...  Rumoldus of Rombout, patroonheilige van onze stad blijft een wat mistig figuur, waarvan wel tal van legenden zijn overgeleverd.  Maar wat is waarheid en verzinsel?

Hij stak ooit de plas over om onze gebieden te 'kerstenen' zoals men dat pleegt te omschrijven; ging in confrontatie met Nekker aan de Bakelput; zorgde er voor dat Elisa - de weledele gemalin van graaf Ado - zwanger werd  en beviel van ene Libertus, waarna hij dat lieve zoontje ook nog eens van de verdrinkingsdood wist te redden...  Daarom bedankte he overgelukkige t gravenpaar onze Rombout met een lapje grond waarop hij een abdij kon neerpoten.  Dat deed Rumoldus dan prompt.  De man ging verder al weldoende rond, en hielp de behoeftigen met het geld dat schier eindeloos uit zijn geldbeugel getoverd werd...  Twee jaloezigaards met wellustige blik op dat fortuin, hielpen daarom onze patroonheilige in spe, om het hoekje, en kieperden het zieltogende lichaam de Dijle in.  Maar Rumolus werd miraculeus teruggevonden...

Tot zover het verhaal zoals het ons is doorverteld.  Rumoldus werd patroon van onze stad, en onze kathedraal draagt zijn welluidende naam.  En in de loop der eeuwen hebben beeldhouwers, schilders en glazeniers 'onze' persoonlijke heilige afgebeeld op brandgeschilderde glazen, op doek, op sokkel, op reliekschrijn, en diets meer...

 

Maar... die abdij?

 

Nu is men al geruime tijd aan het graven op het Sint-Romboutskerkhof.  En da's niks nieuws wat ik hier vertel.  Al verschillende lagen geschiedenis werden aan de oppervlakte gebracht, en een massa oude Maneblussers zagen na eeuwen terug het daglicht.  Graven, schepje voor schepje...  Boeiend...

Heel onlangs groef men dan ook nog eens een pauselijk zegel op van Urbanus IV.  Deze droeg de pauselijke tiara van 1261 tot 1264, en da's best een hele poos geleden....

Dieper en dieper in de Mechelse ondergrond...

Zou de negende-eeuwse abdij, die archeologen hier in de ondergrond vermoeden, terug boven water kunnen komen?

De spanning stijgt alvast bij de archeologen...  Maar ook bij de politici. En al wenkbrauwen fronsend hoorde ik dat burgervader Somers en cultuurcompaan Nobels verklaarden dat als tegen einde februari resten van de Rumoldusabdij aan het licht zouden komen, de werken voor de ondergrondse parking zouden gestaakt worden!

Da's krasse taal, niet?

Hoe moet het dan verder?

Krijgen archeologen dan de kans om meer van de oude abdij bloot te leggen? 

Komt er in het geval dat de grondvesten worden gevonden, nog wel een parking, en/of worden de bouwkundige restanten dan een soort 'openluchtmuseum'?

Is het niet wat voorbarig?  Zijn de kale resten van muren van een negende-eeuwse abdij buiten 'oud' ook aantrekkelijk genoeg om te bewaren?  Waren zo'n historische abdijen in dat tijdperk niet eerder heel eenvoudige batimenten?  of...

Het roept bij mij als leek toch wel een aantal vragen op...  Maar ik blijf geboeid in de ontwikkelingen die mogelijk dra kunnen volgen...

 

Alles gaat duidelijk de ondergrond in : of het nu parkeergarages zijn (Grote Markt - Guldenstraat - Ganzendries) of musea (een mogelijk toekomstig Vlietenmuseum IJzerenleen).

;-)

Foto Gimycko

Voor mijn part wordt er een spelletje blufpoker gespeeld. Persoonlijk gok ik dat de eventuele muurresten van die abdij zich bevinden tussen de oude St. Romboutskerk ( waarop de huidige gebouwd werd ) en de ingang van de parking waarnaast zich de opgegraven muur van het refectorium / refter bevindt. Dit is mijn educated guess.

Wat de halve belofte van onze burgervader betreft verwijs ik gewoon naar de opgegraven muur van het Steen ( de eerste gevangenis op de Grote Markt ) die ook ging bewaard en tentoongesteld worden. De betrokken muurresten staan zonder boe of ba netjes in een hoek van de ondergrondse parking geparkeerd.  Het ander stuk muur dat bewaard bleef ( naast de ingang van de parking ) is een buitenmaatse vuilbak geworden. Tenzij de eventuele muurresten zich vlak bij de kathedraal ( waar niet gegraven wordt ) bevinden mogen ze voor mij de werken gewoon laten verdergaan. Anders moeten we weer een uitleg geven aan de toeristen waarom Mechelen niet beter omspringt met zijn erfgoed. Vinci zal ondergronds weer een parkeerplaats reserveren voor dat eventuele stukje muur zeker?

In een vorige post, bleek duidelijk dat men de resten van de abdij verwacht te vinden op een plaats waar momenteel niet gegraven wordt. De kans dat men er op stuit bij de huidige werken is volgens mij dan ook erg klein. Heeft er iemand meer informatie hierover ?

Uiteraard is het interessant voor een politicus om te zeggen: "Als we de abdij vinden komt er geen parking, anders wel."

Drie  vliegen in één klap:

  • Dit geeft je een reden (zoeken naar een abdij) om de ondergrond open te leggen.
  • De verantwoordelijkheid van de beslissing voor een parking wordt dan gelegd in externe krachten: het al dan niet vinden van een abdij.
  • Men geeft de boodschap dat men erfgoed belangrijker vindt dan parkings, wat gezien Luc's reactie duidelijk niet het geval is gebleken in het verleden.

Een sterk staaltje communicatie van onze burgervader.

Maar het zou niet slecht zijn moest de stad een keer gericht gaan zoeken en graven op de plaats waar de abdij daadwerkelijk verwacht wordt !

Dat zou pas van LEF getuigen !!

Blijft de vraag hoe het komt dat Sint-Rombout, na het oversteken van het Kanaal in de 8e eeuw, net hier - in het Land van Mechelen - strandde en, na een tijdje, niet verder trok naar Lier bijvoorbeeld.

Was Sint-Gummarus daar eerst, rond die periode ?

Gummarus en Rumoldus waren tijdgenoten.

Volgens de Vita kreeg Rombout hier van de plaatselijke graaf een plaatske om zijn  .... jawel abdij te bouwen :-)

En tot hoe ver reikte de bekeringsdrift van beide heiligen, want we zitten in Mechelen ook nog met de Sint-Gummarusparochie ?

Uit een oud artikeltje, hier op de blog.

Ontmoeting van Gommarus en Rumoldus...., op een glasraam in de Sint-Romboutskathedraal:

(foto: Jan Smets)

Ik ga er van uit dat de "abdij" te vinden is ergens aan de kathedraal en vermoedelijk ergens aan of onder het huidige postgebouw.

Momenteel zie ik geen aanwijzingen dat er iets van een gebouw onder de grond zit in de hoek aan de Katelijnestraat. Mogelijk steken daar wel de funderingen onder van de oude Sint Romboutskapel die, zoals veel afbeeldingen bewijzen, op de hoek St.Romboutskerkhof/Katelijenstraat stond. Maar ik denk dat men zo ver niet gaat graven.

Ik volg Peter: gaan zoeken ergens aan de post zou misschien zinvol zijn. Anderzijds: denk even aan die aarden wal ( men vond resten van de houten palen die dienden om hem te steunen) die opgegraven werd bij het zoeken in de werf van de Grote markt. Die liep parallel met de huizen van de post tot aan de Scheerstraat. Dat was zeker een afscheiding van een domein. Maar welk domein. En die oude refectoriummuur kan best een aanbouwsel geweest zijn van die eerste abdij. Alhoewel een abdij uit de 9de eeuw (of vroeger) was mogelijk in hout of zoiets. Hoeveel vindt men daar nog van terug?

Deze prent vond ik in een oud boekje dat ik hier op de boekenplank heb staan.  Het dateert uit 1926, en toont pentekeningen van Willy Godenne, die zich liet inspireren op schilderijen van De Noter.  Het toont de oude Sint-Romboutskapel op het kerkhof.  De kapel zou afgebroken zijn in 1580.  Maar we kunnen de plaats van deze kapel nog erg goed situeren, daar we rechts het nu nog bestaande huis Concordia herkennen, op de hoek van Sint-Romboutskerkhof en Katelijnestraat...

(foto: Jan Smets)

 

@Rudi: Je bedoelt Luc's visie om de abdij te lokaliseren tussen kathedraal en Grote Markt.

De Sint-Romboutskapel zou inderdaad volgens de overleveringen gestaan hebben aan het einde van de Katelijnestraat.  En indien de Sint-Romboutskapel daar staat, denk ik dat het logisch is om de abdij daaraan vast te bouwen, neen ?

Misschien eens kijken op de speelplaats van Scheppers ? Stond daar ook niet een Spaans Gasthuis ?

Of misschien stond het op een totaal andere plaats !

de Abdij die men nu zoekt is de Zellaeristen abdij van St Rumoldus en die ligt inderdaad niet onder de St Rombouts kerkhof maar Sint Nieuwwerk  Rombouts plaats .

Deze reactie is geschreven voor Jan Smets, en meer bepaald voor de reactie met de prent uit het oude boekje, het lukt me niet om daarop te antwoorden? Hopelijk kan u het via deze weg ook lezen! Mijn naam is Aline Peeters en ik ben studente Kunstwetenschappen aan de KUL. Er wordt van mij verwacht een scriptie te schrijven over één van de vijf-en-twintig panelen van Colijn de Coter die in de kathedraal van Mechelen hangen. Mijn paneel toont de scène waarin Rumoldus Libertus terug tot leven opwekt. Op de achtergrond is de kapel van Rumoldus te zien, en ik wou mij hierop toespitsen. Er is precies weinig over geweten, maar ik heb inderdaad ook gevonden dat deze kapel is verwoest ca. 1580 door Geuzen. Ook heb ik meermaals gelezen dat deze kapel zich op de hoek van de Katelijnestraat zou bevinden.. Nu, zou ik de titel en auteur van dit boekje waarin u deze prent heeft gevonden kunnen krijgen? Dan kan ik misschien via de bibliografie van dit boekje verder zoeken. Of tenzij u misschien nog andere publicaties weet/mij op een of andere manier kan helpen? Alvast bedankt en met vriendelijke groeten!

De info over dit boekje staat wat hogerop Aline...  Maar of dit jou aan verdere info kan helpen, valt te betwijfelen... 

.... toch eerst vaststellen dat er op die plek in de 8e eeuw bewoning was , gezien de transgressie van duinkerke III diepe sporen naliet in het binnenland, vooral  in gebieden langs de rivieren en onder de 20 meter hoogtelijn ..... de meeste vitae zijn 300 a 400 later zijn neergepent  ...... elke stad wil graag een verleden hebben , maar dat is nog geen reden om bronnen geografisch te verplaatsen ...... er  ontbreken sporen van continue bewoning tussen de romeinse periode en de late middeleeuwen ..... de Franken , onze oudste bewoners van Brabant , hebben geen kouters in het domein Mechelen, noch drieledige landbouwopdelingen, noch mansi , weinig inga(heim)-namen en sala-namen  ....... alvorens tot kerstening over te gaan moet er bewezen worden dat het domein bewoond was, en vooral  .... LEEFBAAR !

Omstreeks 812 werd te Mechelen eene gemeente van Kloosterzusters gesticht, welke , aen de godsvrucht en goede werken overgeleverd, de kerkgetyden zongen en zorg droegen voor den outaer en de versieringen der kerk van den H. Stephanus, en bovendien byzonderlyk geschikt waren om het ligchaem van den H. Rumoldus te bewaren.

 

Naer alle gedachte zouden zy gewoond hebben op ’t kerkhof, ter plaetse waer heden het huis staet genaemd huis van O.L.V. van Cameryck of Concordia, en dus in de buerte der kapel aen de ingang der Katelynestraet gevestigd.

Uit : Opkomst en bloei van het Christendom in Mechelen of Merkweerdige voorvallen rakende de stad en de kerk van Mechelen.Verzameld en op orde gesteld door C.H. R.C. Priester. Eerste boekdeel Blz. 8

@Jos: Dat gaat over de Sint-Romboutskapel, die daar te situeren valt op het St-Romboutskerkhof. De abdij is helemaal iets anders, of vergis ik me ?

@Peter: de verwarring tussen kapel en abdij is hardnekkig.  

Uit: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/geheel/26655

Het ontstaan van de tweede stadskern wordt gekoppeld aan een legende die wil dat een zekere Rombout omstreeks 750 naar Mechelen kwam om de bevolking te bekeren. Hij stichtte een abdij op de zogenaamde "Holm", het huidige gehucht Galgenberg buiten de voormalige Sint-Katelijnepoort. Bij de abdij hoorde ook een kapel, toegewijd aan Sint-Steven, waar Rombout bij zijn marteldood in 775 werd begraven. Naar een recent osteologisch onderzoek zou hij in de 7de eeuw te situeren zijn. De 9de eeuw bracht echter grote chaos op sociaal, politiek en economisch gebied. De invallen van de Noormannen in 837 veroorzaakten als het ware een breuk in de geschiedenis. Het centrale bestuur raakte in verval en de abdij van de Heilige Rumoldus of Sint-Rombouts werd vernield. Door het verdrag van Meerssen (870) werd de plaats als abdijdomein bij Lotharingen gevoegd; voor het eerst werd hier ook de naam Mechelen vermeld. Na de invallen gingen verscheidene bevolkingsgroepen samenwonen omwille van de veiligheid. Waarschijnlijk in deze periode (2de helft 9de eeuw, begin 10de eeuw) werd tevens de rechter Dijle-oever bevolkt, onafhankelijk van de vroegere Sint-Romboutsabdij. Door het samensmelten van verscheidene woonkernen, onder meer Blijdenberg, Heembeemd en Nieuwland, en bovendien door de aanwezigheid van de talrijke vlieten, vertoont dit stadsdeel een grillig, onregelmatig stratenpatroon. Pas rond 913 werd de buitensteedse Sint-Romboutsabdij heropgebouwd; in 992 stichtte prins-bisschop Notger van Luik er het Sint-Romboutskapittel, dat in 1134 het altaar van Mechelen bekwam en zich toen binnen de stadsmuren ging vestigen.

Of daarmee de verwarring opgeheven is?  De (heropgebouwde of nieuw gebouwde) Sint-Romboutskapel kan perfect op een heel andere plaats gestaan hebben dan waar de oorspronkelijke stond (zoals ook met de Hanswijk-kerk gebeurde later).