(dui gastblogger Oepsinjorreke)
Onze Jans of de Smets, ’t is al iender hoo dagge heum noemt want onze Sjaorel hiet oek faotelèk Viktôôr en we zegge Zjuul veu zeikerst te zaon damme ’t ni ouver de Lewie hemme, dus de Jans van MecheleBlogt heit hee schoen fotoukes van een boorderaoke in Battel late zeen. ‘k Hem da nog goo weite staan. En daa neuffest ston e’kastiel.
Daa zitte serrewoureg dee rôôge gaste mé uile motsiklette in. Fieteg jaar gelèje woende daa Tony Blickx. Da was ne groeten artist die goo kost tiekene en die altèd hiel zeutekes mé de mense oemgingk. Zaon vader was Theo Blickx, ne skulpteur die oek schoen kost schildere.
Ma vui den ourlog noemde ze in Mèchele da kastiel, da faotelèk Bauljeu of Schoen Pleuts hiette, het ‘Kastiel van Zuster Madelein’.
Daa was een ghiel histoure an verbonne, dee da kik hee ni gère vertel, want ik rappeleir ze me ni zjust ni mie en maon memoure is oek ni mie wa dazze gewest is. Dat hédde bao aover mense. En zoe ma eet vertelle, das dan rap roddel en klap achter ‘t gat.
En daa doen ekik ni an mei.
Ma oemdat het allemal al zoe langk gelèje is en oemda misschienst soemmegste onder aole er mier van wète en het dan zjust kunnen vertelle, probeir ekik het toch ne kie.
Zuster Madelein hiette faotelèk Marja Van Naole en da was de zuster van dien dichter Jan Van Naole uit Sint-Amands. Het moet in huire joengen taod nogal e'patteike gewest zaon. Ma oep zèker oegenblik ging ze in 't kloester ba de Clarisse. Veu te kalmère, zei de famielle.
Nao weit ekik ni of da mèske geld had en er in Battel e’kastiel mé gekocht had, of dazze de bazin van ’t kloester was, de Meir Superjuir gelak as dazze zegge, en da kastiel van de nonne was.
Das oek ni zoe important.
Naa een tèdzje woende dee twie oep 't kastieltzje in Battel. Allei, heum veu te repeteire en zuir veu van zaone muzeek te geneete, nateurlijk! Ge mut daa nikske vees achter zeuke.
Ma de mense kwame langs alle kante loore en da weer verteld dazze uile ne kie in uilesen bloete in den hof zage rondloepe.
‘k Weit ni dattet waa is, ma ’t weer toch gezeid.
Toon hei dee non rond ghiel da domaon nen bakstiene meur laten metsen en in Mèchele noemde ze da de meur van Zuster Madelein. En elleke kie as de mense da zeije, dan pinkte ze oek ne kie een oegske veu te zegge ‘Ge versta me wel, he?!’...
Ik paos datter nao ghieleganst an den achterkant nog altèd e'stuk van die meur moet rechtstaan.
Ma messchienst wet er eemand nog mier van of kan er ’t ien en ’t ander nog ouver ôôtvissen?
Da's een straf vertelselke Oepsinjorreke! Wat daar allemaal achter dat muurtje gebeurde...De feiten zullen al lang verjaard zijn zeker? ;-)
Ik kan nateurlèk verkierd zoan, ma ik ben in 1967 ba Tony-Luc Blickx gewést en ik docht dat die an de kante van d'Ampainlaan woende.
Noa ziede da ge môôt oeppasse mè te zegge dat er vieze manne in wôône. Het zal wel van alle toade zoan zekkers da vieze manne in kastiele wôone.
Leuk verhaaltje om te lezen
Lieven, da van de ballonnen was toch ook leuk en volgens den televies wordt dat nog leuker.
@Roger Kokken. Idd. Oepsinjorreke slaat de bal mis. Het kasteel (tje) waar Blickx woonde staat in de Hogeweg. In de omgeving van de Empainlaan dus. Het kasteel waar die 'motards' zitten werd 40 jaar geleden bewoond door de fam. Michiels, meubelhandelaar en bouwheer van de inmiddels vergane Nova-toren. Overigens, als ik mij nu niet vergis, werd het kasteeltje waarin Blickx woonde later betrokken door (zaadhandel) Somers.
Tony - Luc Blickx was in die tijd getrouwd met Reinhilde Rombaut, de dochter van de eigenaars van het kasteel. De fam. Rombout kocht het kasteeltje "Hof ter Linden" ( Hoge Weg) van de familie Zwaan die eind jaren vijftig deze eigendom in twee verdeelden en enkel de zaadhandel (met ingang langs de Marterstraat) behielden. Wij kochten in 1983 dit gedeelte van het domein en ook dus de beruchte muur van zuster Madeleine. Ondertussen, via onze B&B "refuge Lindenhof" is deze muur zelfs al een beetje ...."werelderfgoed".
Het kasteeltje van Beaulieu is gelegen aan de Battelsesteenweg in de buurt van "den eik" en het kasteel van Empain lag aan tussen de Battelse Bergen en de Leuvense vaart.
Maar dus die muur van zuster Madeleine staat er nog en dient nu als afsluiting van onze tuin en van de wei van onze oeussantschapen.
Dat zoeken we effe op : Oeussantschapen
Inderdaad Annie, collega B&B-er, dat maakt het verhaal completer.
Hier is dus op het eerste zicht geen speld tussen te krijgen. En nu is het weer aan u Oepsinjorreke. Voor mij is dit wel het bewijs dat we " de geschiedenis " met een serieuze korrel zout moeten nemen . het gaat hier dan nog maar over een tijdspanne van een goeie honderd jaar. Dus laat u niets wijsmaken. Maar dan ook niets, noppes, riente, rien, nichts.
Dit weekend heb ik meer info gekregen over de "muur van zuster Madeleine"..
Het gaat inderdaad over Madeleine Van Nijlen , zus van de bekende dichter Jan Van Nijlen die het gedicht " bericht aan de reizigers" geschreven heeft. ( zie station van Antwerpen) .
ZE is niet uitgetreden, maar werd door Rome "ontslagen van haar geloften". ( naar de lekenstaat gebracht...)
Meer info over deze boeiende dame en deze - internationaal- ophefmakende zaak worden momenteel opgezocht door de Mechelse stadsgids.. (P.D.) De oplichting ging dan ook over spectaculaire bedragen . Toondichter Gaston Feremans speelde een belangrijke rol in dit verhaal, maar is vrijgesteld van vervolging.
Ik hoop dat hij eerlang het hele verhaal kan brengen want het lijkt een filmscenario..
René Vermeulen
Het was niet zaadhandel Somers, maar zaadhandel Supergran, de vroegere "Hollandsche zaadhandel". Somers was de concurrent die na het faillissement van Supergran de zaak gedeeltelijk heeft opgekocht.
Mijn grootvader Cornelis Zwaan, heeft Supergran in 1925 gesticht en het kasteeltje aan de Hoge wweg gekocht. Hij heeft er met zijn gezin van 9 kinderen tot in de jaren 60 in gewoond om het dan te verkopen aan een begoede lerares. Daarna is het nog verhuurd geweest aan Kluwer als opleidingscentrum en wat er nu mee is weet ik niet.
De motards huizen in een ander kasteel aan de Battelse steenweg.
En nu vraag ik mij af wie in hemelsnaam de "barones" was die in de kerk in Battel in begin jaren zestig de eer en het genoegen had een eigen gestoelte te hebben en daarenboven telkens als eerste haar centen in de schaal van mijnheer pastoor mocht leggen. Het was zelfs zo dat ik in mijn kinderlijke fantasie degene die met het schaal rondging tot butler van de barones had bevorderd...
Maar ja, die mijnheer had altijd zo een beige trenchcoat aan en was zo voornaam en deftig. Hij moest dus wel de bulter zijn in mijn ogen.
Later, veel later, heb ik ontdekt wie die mijnheer was. Ik zal zeker nooit thuis durven zeggen hebben wat ik dacht, want dan zouden ze me toch uit mijn waan moeten halen hebben.
Awel dat valt tegen se zomaar gewoon het kasteel van de supergran....
Wat heb ik in mijn jonge jaren over dat kasteeltje en zijn bewoners gefantaseerd....
En dan dat ander kasteel op de Battelsesteenweg. Daar hing altijd een kaartje aan de poort in de herfst: peren te koop. Nu wil het lukken dat die kaart er zo hing dat en kon lezen
perente-tralie-koop amaai eer ik daar als kind uit was
Die barones was 'Madame Denis', de zus van baron Edouard Empain. Ik heb het er in andere topics al eens over gehad...
http://www.mechelenblogt.be/2006/03/battelse-baronnen
en
http://www.mechelenblogt.be/2010/04/baron-empain-en-battel
Blij dat ik het verhaal nu eens in zijn geheel heb kunnen lezen. Flarden had ik er al van gehoord - ongeveder even verward en intrigerend als wat Oepsonjorrke vertelde: mijn vader, is, in zijn laatste levensdagen, ooit beginnen vertellen, maar viel in de loop van het verhaal in slaap. Het einde, en hoe het volgens hem nu juist in elkaar zat, heeft hij nooit meer verteld. Ik weet dat Tony-Luc Blickx een kennis van hem was, en inderdaad een tijdje op het kasteel woonde, maar of die in zijn versie van het verhaal van "de muur" voorkwam herinner ik mij niet meer.
Maar ik zie dat er, helemaal in het begin van het verhaal, sprake is van foto's van een boerderij, naast het kasteel. Gaat het dan om de Battelsesteenweg? Dan woonden daar destijds kinderen die bij op school zaten in "de Spreeuwen" nl de families Neuttiens en Doms - ze hadden o.a. allebei een dochter die Anita heette. Of vergis ik mij en woonden die in de wijk (Landweg, Ankerstraat) daar tegenover?
Jan, inderdaad was "de barones" jonkvrouw Empain, weduwe van generaal Denis, en ze had haar eigen "bank" in de kerk die dor haar familie gebouwd was (nogal logisch).
Inderdaad, het zal in de beginjaren '60 geweest zijn dat onze toenmalige lerares Nederlands in het Lyceum, Juf frouw Rombouts, trouwde met Tony-Luc Blickx en zij woonde op dat kasteeltje in Battel. Wat er later van onze lerares geworden is weet ik niet, maar ik denk dat het geen happy end geworden is.
De familie Neutjens woonde in de portierswoning van het kasteel van Michiels op de Battelse steenweg, denk ik