Over de drempel van het Groot-Seminarie

(foto: Jan Smets)

In de 'visionaire ontploffing' van dromen, expo's, evenementen en andere randactiviteiten, zouden we haast kunnen vergeten waarom dit cultuurevenement is opgezet... ;-)

Maar de aanleiding van het festival  'Stadsvisioenen' is wel degelijk een belangrijk historisch Mechels feit: de oprichting van het Aartsbisdom Mechelen, nu 450 jaar geleden.  In een bescheiden maar verzorgde en sterk verduidelijkende tentoonstelling in het Groot-Seminarie kunnen we ons verdiepen in die toch wel boeiende geschiedenis...

Over die geschiedenis wil ik hier verder niet meer doorbomen.  Maar op het Groot-Seminarie - de plaats van deze expo, wil ik toch even mijn licht laten schijnen.

In 1570 werd na het Concilie van Trente, besloten om in onze stad een priesterseminarie op te richten.  Maar de godsdiensttroebelen die onze streken teisterden, strooiden toch nog even roet in het eten.

Maar... in 1595 mocht Mathias Hovius, de toenmalige aartsbisschop (waarover ik al eens post maakte) werk maken van de beslissing.

                   

                  (borstbeeld van Hovius in het Hof van Busleyden.    foto: J.Smets)

Wie graag nog eens wat méér leest over deze Hovius, verwijs ik graag naar deze topic:

http://www.mechelenblogt.be/2009/01/vader-van-aartsbisdom-hovius

Mathias Hovius kwam met het toenmalige stadsbestuur overeen om het oude Standonckcollege  als seminarie in te richten.  Jan Van Standonck (naar hem die straatnaam - weet je...), had in het jaar 1500 in de Merodestraat (toen nog Koeistraat) een school of college opgericht. 

De laatste rector van dit Standonckcollege, Michael Schamelaert, werd de eerste president van het gloednieuwe seminarie.  De man was zo genereus, dat hij steeds zijn volledige wedde aan het instituut afstond!

In 1645 liet rector Neesen plannen tekenen voor een nieuwe gevel en een nieuwe kapel.  En wie mocht dit werk uitvoeren?  Jawel: de overbekende Lucas Faydherbe.

In de periode 1747-1761 werd het gebouw weer uitgebreid - want het seminarie kende een groot succes.  De kapel uit 1753 werd toegewijd aan de H.Michael.

(foto: Jan Smets)

In 1842 en 1881 werd het seminarie nogmaals vergroot.  En onder Kardinaal Van Roey kende het gebouw zijn laatste uitbreiding (na de tweede wereldoorlog).

Honderenden seminaristen bevolkten ooit het gebouw.  En...hun verschijning in lange zwarte soutanes was een vertrouwd beeld in onze Dijlestad.

Steeds succesvol?  Jawel.  Enkel in de verwarrende tijden van de Franse Revolutie, ging het het seminarie niet voor de wind.  Op 30 september 1798 werd het gebouw te Antwerpen geveild als 'zwart goed', en toegewezen aan de Brusselaar Parmentier voor de som van 660 000 lires.  Maar...de man kon niet betalen, en op 8 mei van het volgende jaar werd het seminarie weer te koop gesteld. En...andermaal was Parmentier de koper.  Nu had de man wel centen genoeg.  Wat later kocht ene JJ.Cuypers het gebouwencomplex over, en toen in 1803 het seminarie weer officieel werd ingesteld, verhuurde hij het aan het aartsbisom tegen 400 gulden per jaar.  In 1806 stond hij het af voor de ronde som van 8000 gulden.

(foto: Jan Smets)

Vier moeilijke jaren braken aan onder de Hollandse koning Willem I.  Het Groot-Seminarie bleef van 1826 tot 1829 gesloten tengevolge van discussies tussen de protestantse koning en de aartsbisshop.

In 1830 werd het seminarie weer opensgesteld, en startte op met 220 seminaristen.

In de 19de eeuw kende het instituut een bloeiperiode, onder leiding van een zekere president Dens.  Maar na de tweede wereldoorlog keerde het tij.  Het aantal seminaristen nam sterk af.  En in 1970 hield het Groot-Seminarie op te bestaan...

Nu is het gebouw ingericht als pastoraal centrum.

 

(foto's: Jan Smets)

Ken je het gebouw eigenlijk niet zo goed?  Dan is deze expo die nog loopt tot eind juni, wel een mooi alibi om het seminarie eens binnen te lopen.

Ingang: Varkensstraat.   Gratis.

(foto: Jan Smets)

Daarna vatte men de werken aan langs de straat tot tegen de vroegere keuken en den refter, tusschen de jaren 1754 en 1756, om dan verder het noordelijk gedeelte onder de hand te nemen met den bouw van refter en brouwerij met mouterij, in de jaren 1758 en 1759.

uit "Geschiedenis van het Seminarie van Mechelen" door Kan. Dr. J. Laenen, Archivaris van het Bisdom, gedrukt bij de Gebroeders Laurent te Mechelen 1930. Blz. 153

Moest er daarom "Water in de straten staan .........; tot an 't semmenaare"?

;-D))

Fraai leesvoer en heel interessant! Bedankt Jan! Toffe tip; Ik ga er zeker eens binnenstappen.