Ik heb het graag over oude gebouwen, en ik zet ook graag een boompje op over oude raadsels. Laat ik het vandaag over De Ster hebben:
(Foto Peter Meuris)
Het gebouw centraal op de foto is De Ster. Huis 'De Ster' ligt aan de Guldenstraat in Mechelen. Het laat-middeleeuwse steen zou in 1477 aangekocht zijn door de stad en als gevangenis ingericht.
Vanaf 1485 tot het einde van de 18de eeuw deed het pand dienst als ambachtshuis van de brouwers. Nu is het een hoog en diep huis met verankerde gecementeerde gevels, onder een steil zadeldak.
Volgens oude tekeningen zou het pand oorspronkelijk een topgevel gehadhebben, met vier hoektorentjes. De torentjes werden in het begin van de 19de eeuw afgebroken en enkele decennia later verbouwde men de topgevel tot een bepleisterde en beschilderde lijstgevel.
In 2002 werd het huis beschermd als monument.
( SME001001667, Mechelen Stadsarchief, verzameling Schoeffer, www.beeldbankmechelen.be)
In 1926 schreef men over dit pand: (De Toponymie van Mechelen, Steurs en Uytterhoeven pp48 e.v., 1926)
“We hebben de kelders van het huis De Ster bezocht, en kunnen verzekeren dat het een bezoek overwaard is. De gevel van het huis is gemoderniseerd en niemand zou maar in het minst kunnen vermoeden dat daarachter een echte burcht steekt met resten van al wat deze soort gebouwen zozeer kenmerkte.
De kelders doen denken aan wezenlijke versterkingen, zo goed als gans in zware witte steen, gedeeltelijk in buitengewone grote bakstenen. Aan de achterkant bestaat nog een volledige toren, waaruit de trappen verdwenen zijn; rondom het ganse huis op de 1 meter dikke muren loopt nog een wandelgang en aan de vier hoeken merkt men nog duidelijk de sporen van hoektorens. De verbouwde vensters aan de achtergevel vertonen langs binnen schoon gemaakte Gotische bogen.
Kortom het blijkt klaar dat we hier te doen hebben met een ware burcht, ijzersterk gebouwd op reusachtige grondvesten, en dan rijst onmiddellijk het vermoeden dat die grondvesten wel zouden kunnen voortkomen van een nog veel oudere bouw. We worden gesterkt in ons vermoeden dat deze zware grondvesten een hinderpaal waren tot het regelmatig voortlopen van de Dijlekaden. (...) Het Tolhuisje is opgericht in 1292, moet steun hebben kunnen vinden op een nevenstaand gebouw zoniet, kunnen we zijn eigenaardige en ietwat acrobatische ligging moeilijk verklaren. Men was verplicht het als een schab boven de Dijle te bouwen omdat daarnevens geen plaats was. Daarnaast stond dus iets anders.”
(Foto Erf-goed.be )
en volgens de stadsarcheologen:
De achtergevel is gebouwd met zeer regelmatig gehouwen Balegemse steen, met opmerkelijk fijne en regelmatige voegen. De dikte van deze muur (1.48m) laat er geen twijfel over bestaan dat het hier om een echt ‘steen’ gaat. De grote overeenkomst tussen deze muur en de muur uit de oudste fase van ‘De Beiaard’ doet vermoeden dat beide uit dezelfde periode stammen.
Een burcht waar u al zoveel voorbij liep, een Steen van oude komaf, ook in uw eigen stad :-)
- Is er nog iets intacts binnenin ?
- Van wanneer dateren de kelders ?
- Wie liet dit bouwen, en wanneer ?
Dit huis heeft me ook altijd geïntrigeerd... Ik wist er wel al iets vanaf, maar jouw boeiende post vulde de leemten in m'n harde schijf op, Peter! ;-)
Ik heb het altijd jammer gevonden dat dit historische huis er nu zo grauw bijstaat. Wat zouden we te zien krijgen als de bepleistering er af zou gaan?
Waren er een tijd geleden al eens geen plannen tot renovatie gemaakt?
Nog wat info over 'de Ster' (uit 'Mechelen, de namen en de korte geschiedenis der huizen' van Reydams Ad.):
'...in 1376 handelshuis der Oostersche kooplieden die ook zulke lokalen te Brugge en te Antwerpen bezaten, en de ster der drij koningen, als zinnebeeld hunner Oostersche herkomst hadden aangenomen. Dit gebouw werd in 1477 door de stad gekocht en tot gevangenis ingericht, doch reeds in 1485 aan het Brouwersambacht verkocht, waaraan het tot bij de vernietiging der ambachten in 1797, behoord heeft. Eenigen tijd daarna werden de wachttorentjes die aan de vier hoeken hingen, afgebroken. Eene volkslegende zegt dat er een onderaardsche weg uit de Ster onder de Dijle doorliep tot op de Groote Markt...'
...om het nog geheimzinniger te maken natuurlijk... ;-)
...en in nieuwsbrief nummer 6 van 'Stad Mechelen informeert' (een publicatie die kadert in het erfgoedconvenant tussen de stad en de Vlaamse Gemeenschap - Dienst Monumentenzorg), staat wat informatie over de kelder (én een paar foto's!).
'...de achtergevel van 'de Ster' in de Guldenstraat is gebouwd met zeer regelmatig gehouwen Balegemse steen met opmerkelijk fijne en regelmatige voegen. De dikte van deze muur (1,48 m) laat er geen twijfel over bestaan dat het hier om een echt 'steen' gaat. De grote overeenkomst tussen deze muur en de muur uit de oudste fase van 'de Beiaard' doet vermoeden dat beide uit dezelfde periode stammen. 'De Ster' werd in 1477 door de stad aangekocht en als stadsgevangenis in gebuik genomen na de afbraak van het 'steen' op de huidige Grote Markt. In een aantal kelders vond men scheimuren waarvan het onderste gedeelte in kalkzandsteen (Balegamse of Gobertange) was opgetrokken. De meeste van deze panden worden voor het eerst vermeld in de eerste helft van de 14de eeuw, ongeveer gelijktijdig met het uitbreken van de laatste grote stadsbrand (1342)'
De Ster bevat twee parallelle segmentbogige tongewelven op een zuilenrij, is op een foto te zien op blze.13..., voor wie deze nieuwsbrief in z'n bezit mocht hebben...
euh...en ontvouwde men zopas geen plannen met historische kelders op de as naar de Brusselpoort? .... Dus...
De brief vind je hier
Tja ... wie weet er meer ?
Vgls. ' Het steen en de burgers ' is het nog veel koffiedik kijken omtrent de historiek van dit gebouw. Blijkbaar huurde de stad dit gebouw reeds vanaf 1471 om er gevangenen te huisvesten die kwamen van de Winketpoort of van het Steen op de Grote Markt. Twee jaar later, in 1473 bouwt men dan op de Ijzerenleen, netjes tussen de Sterre en het Steen, het hoogste gerechtshof van de Nederlanden ( het Schepenhuis ). Voor de stad waarschijnlijk een goede reden om de Sterre niet langer te huren maar aan te kopen ( 1477 ). Echter in 1482, slechts 5 jaar later verkoopt de stad de Sterre en dan is de kwisvraag: waar zaten die gevangenen toen?
De Brusselpoort heeft een tijdje als gevangenis (en folterkamer) gefungeerd en de gevangenen, die in die tijd een ietsje minder talrijk waren dan heden ten dage, vonden hun hotel (weliswaar tegen betaling) in de Lakenhalle.
Wie waren dan die "Oostersche" kooplieden?
Was er in Mechelen een bijhuis voor het Hanzekantoor in Brugge of Antwerpen?
@Omar: persoonlijk hou ik het op handelaars van / naar de Oostzee. De dichtsbijzijnde kantoren van de Hanzen waren eerst Brugge en nadien Antwerpen. Nu komt het giswerk: wat kwamen die hier zoeken? We weten dat in de 14e eeuw Mechelen deelnam aan jaarmarkten en dat onze lakenindustrie bloeide. We weten ook dat verscheidene Hanzesteden in de Oostzee ons product verhandelde dus het zouden wel eens lakenhandelaars kunnen geweest zijn.
Wat het huis zelf betreft heb ik volgende opmerkingen: als ik naar de drie zolderramen kijk in de voorgevel van dit diephuis dan gaat het hier waarschijnlijk over een serieuze opslagplaats ( oostzeevaarders importeerden vooral graan naar onze contreien ) van laken of graan. Ik merk ook op dat de muurankers in de zijgevel ( foto erf-goed.be ) redelijk dicht bij mekaar staan wat de stevigheid van de zoldervloer bevestigt. Op het einde van de 18e eeuw heeft men het oorspronkelijke dak met de hoektorentjes weggenomen om een verdieping bij te kunnen plaatsen maar de muurankers zijn blijven zitten. Ik kan me ook niet ontdoen van de indruk dat de huidige Ster een stuk langer is dan die op de prent van de Beeldbank; het ontbreken van muurankers in het achterste gedeelte van de zijgevel ( niveau oude zolder ) versterkt dat gevoelen. Het zou interessant zijn om andere oude prenten te kunnen beoordelen. Alleen een archeologisch muuronderzoek kan uitsluitsel geven.
Hier "De Ster" vanuit een andere hoek. (verz. Schoeffer)
@Roger: dat is er dan eentje met twee hoektorentjes! Nog niet gezien.
@ Luc, die afbeelding zou dateren van 1790 en de buren hadden al stenen gevels. Ze dateert dus van later dan de afbeelding die Peter postte. Wellicht waren de achterste torentjes ondertussen gesneuveld? Merkwaardig dat de ster in de gevel ook verplaatst werd en dat er plots 4 kleine venstertjes zijn bijgekomen. Of was het misschien een "schilderlijke vrijheid"??
Ik heb pas nog met iemand gesproken die er ooit binnen was, enkele jaren geleden, en je kan blijkbaar nog steeds de aanzet van de torentjes zien.
Het schilderij van Roger Kokken heeft veel meer details en is fijner van kwaliteit dan het oudere schilderij dat in het artikel van Peter staat. Ik vermoed dat het een correctere weergave is van De Sterre.
Ook de deuren van zowel 't Overschotje als het huis helemaal links zijn magisch verplaatst.
Wat de handel betreft, tenzij De Sterre een achteruitgang heeft was het niet makkelijk om grote hoeveelheden graan en lakens in en uit te laden.
Let ook op de typische kelderingang dat in geen enkel brouwershuis de naam waardig mag ontbreken (lacht)
De stenen gevel links van de Ster draagt een cartouche met het jaartal 1734 maar van het huis daarnaast is minder geweten. Daarom gebruik ik volgende redenering: vermits rond 1775 een ' verstenigingscampagne ' plaatsvond op vraag van de vroede vaderen ( 1.000 jarig jubileum voor sint Rombout ), is het aannemelijk om te veronderstellen dat die tweede gevel ' versteend ' werd in die periode of net ervoor. De prent van Roger zou dan een voorstelling zijn van na 1775 dus 1790 zal wel kloppen. Wat de hoektorentjes betreft, dat was een modeverschijnsel in de 14e eeuw en een restantje van de middeleeuwse burchtenbouw. Het schepenhuis draagt ook zo van die nutteloze toetjes dus ik ben daar nog niet uit ' waarom de Ster die toetjes ( nodig ) had '.
Luc; een steen was toch gewoonlijk een adellijke woning en die hebben toch altijd wat met torentjes niet? en het was toch de buurt van de "high society" met het hotel Schoofs, het hotel Cortenbach, hotel de Jood etc. en al hun deftige bewoners.
Die uitkragende hoektorentjes zijn een versiering die het gebouw imposanter laten lijken dan het is, een nepkasteeltje als het ware. Een beetje bedrijf ontvangt tegenwoordig toch ook in glazen torens waar niet op een metertje meer is gekeken.
Totdat iemand vond dat die minaretten (lacht) geen functie meer hadden of het gebouw te ouderwets maakten en ze af liet breken.
Dat ze een intrigerend effect op Luc hebben bewijst dat de oorspronkelijke bouwheer gelijk had om ze te plaatsen :-)
@ marc 1: de torentjes waar jij naar verwijst zijn minstens 150 jaar jonger dan die waar ik het over heb. Er was trouwens nog zo 'n steen in het centrum: de Spijker in de Begijnenstraat ( zie nieuwsbrief 8 en 9 van stad Mechelen / archeologisch onderoek ). Hieronder zie je een reconstructieschets van hoe het er zou kunnen uit gezien hebben.
Dit gebouw stamt ook uit de 14e eeuw en had ' iets ' te maken met graan: handelsbeurs of opslagplaats of iets anders maar in ieder geval belangrijk. Dus blijkbaar hadden belangrijke gebouwen als de Spijker en het Schepenhuis zulke torentjes. Nu draai ik de redenering om: vermits de Ster ook torentjes had en uit dezelfde periode stamt, moet dat dus ook een belangrijk gebouw geweest zijn ( zeker op die locatie ) maar waarom?
@Omar: de nepkasteeltjes waar jij het over hebt dateren allemaal uit de 19e eeuw en waren dus maar remakes van oude gevestigde waarden. Maar dat is weer een gans ander verhaal. ;-)
Luc: we kunnen weeral alléén maar hopen dat de eigenaars Karel Beeck onder de arm nemen om het pand te restaureren.....zou en prachtig zicht geven zo van de Leen richting Guldenstraat, om van te dromen!
Interessant idee, die wat hadden een Graanschuur, een lakenhal, een Vleeshuis, een Vismarkt, een Wisselplaats, ... welke functie blijft er nog over voor De Spijker ?
Als ik Luc goed gelezen heb dan zou De Spijker ook een graanopslagplaats zijn geweest Peter.
Als ik de lijst hier lees dan hadden blijkbaar alle monumentale gebouwen in het 14de eeuwse Mechelen torentjes en trapgevels.
Tenzij alle opslagplaatsen gewoon bewaking nodig hadden en die torentjes als uitkijk dienst deden. Er zijn weinig andere manieren om een hoek van 270 graden in het oog te houden.
Niet gehinderd door enige archeologische kennis terzake gis ik maar hoor :-)
@Omar: dat van die torentjes is wat bizar. Om je goederen te verdedigen tegen aanvallen hoef je geen torentjes want je hebt een stadsmuur. Als de aanvallers dan toch aan de voordeur van je gebouw staan dan bieden die torentjes alleen maar plaats voor één boogschutter elk wat dus niet echt een efficiënte manier van verdedigen zou zijn. Heeft het gewoon te maken met een uitkijkpost om branden in de omgeving vlug te spotten? Op dit ogenblik zou ik naar die mening neigen. In 1342 begon onze fameuze stadsbrand aan de Veluwestraat om aan de Winketpoort de Dijle over te steken om de rest van de stad in de fik te steken. DE Spijker als waarschijnlijke graansilo en de Sterre als mogelijke graansilo waren dus misschien / waarschijnlijk uitermate belangrijk vanwege hun inhoud. Geen graan betekende geen eten of bier.
Toch nog eentje gevonden van De Noter met de situatie rond 1890. Deze keer vanaf de achterkant. Opgelet met De Noter: hij durfde de realiteit wel wat aanpassen.
Bovenvermelde referentie (De Toponymie van Mechelen, Steurs en Uytterhoeven pp48 e.v., 1926) steekt een heel verhaal af over de twee stenen (dat op de huidge Grote Markt en deze Ster), elk voormalig centrum van de stad had een Burcht, en een Steenstraat (voormalige namen van de Beethovenstraat en de Standonckstraat). En beiden verbonden door de Steenweg (nu IJzeren Leen)
Si non e vero ...
Maar ook dit met een dikke korrel zout nemen, want Steen werd ook gebruikt voor een chique stenen woning in plaats van een burcht. Stenen huizen waren bijzonder.