Oorlogsgedicht

Je komt wel eens wat tegen, als je surft op dat wereldwijde web.

Hier The bells of Malines

(Henry van Dyke, 1914, uit de dichtbundel The Red Flower)

Enjoy

The gabled roofs of old Malines
Are russet red and gray and green,
And over them in the sunset hour
Looms, dark and huge, St. Rombold's tower.
High in that rugged nest concealed,
The sweetest bells that ever pealed,
The deepest bells that ever rung,
The lightest bells that ever sung,
Are waiting for the master's hand
To fling their music over the land.

And shall they ring tonight, Malines ?
In nineteen hundred and fourteen,
The frightful year, the year of woe,
When fire and blood and rapine flow
Across the land from lost Liege,
Storm-driven by the German rage ?
The other carillons have ceased :
Fallen is Hasselt, fallen Diest,
From Ghent and Bruges no voices come,
Antwerp is silent, Brussels dumb !

But in thy belfry, O Malines,
The master of the bells unseen
Has climbed to where the keyboard stands,
Tonight his heart is in his hands !
Once more, before invasion's hell
Breaks round the tower he loves so well,
Once more he strikes the well-worn keys,
And sends aerial harmonies
Far-floating through the twilight dim
In patriot song and holy hymn.

O listen, burghers of Malines !
Soldier and workman, pale beguine,
And mother with a trembling flock
Of children clinging to thy frock,
Look up and listen, listen all !
What tunes are these that gently fall
Around you like a benison?
"The Flemish Lion", "Brabanconne",
"O brave Liege", and all the airs
That Belgium in her bosom bears.

Ring up, ye silvery octaves high,
Whose notes like circling swallows fly,
And ring, each old sonorous bell,
"Jesu", "Maria", "Michael !"
Weave in and out, and high and low,
The magic music that you know,
And let it float and flutter down
To cheer the heart of the troubled town.
Ring out, "Salvator", lord of all,
"Roland" in Ghent may hear thee call !

O brave bellmusic of Malines,
In this dark hour how much you mean !
The dreadful night of blood and tears
Sweeps down on Belgium, but she hears
Deep in her heart the melody
Of songs she learned when she was free.
She will not falter, faint, nor fail,
But fight until her rights prevail
And all her ancient belfries ring
"The Flemish Lion", "God Save the King !"




Mechelen - 1914

@ Gim

Wanneer slaap en eet jij nog? En was dit een wilde gok of kwam jij aan de naam van de schrijver door enige voorkennis?

Ik vind het een voor die tijd prachtig poëzieke.

@ Jef : Een toevallige ontmoeting (ergens tussen de soep en de patatten)

Na een kaart te zijn tegengekomen met de titel "Mélodie de Malines", ben ik daarop gaan zoeken.  Resultaat : noppes.  Tot dit in het Google-lijstje voorkwam.

En hierin enkele prachtige phrases :

-The year of woe : vermoedelijk het Jaar van de Verschrikkingen

-The well-worn keys : toetsen die zijn afgesleten door het jarenlang slaan

-The pale beguine : het begijntje met het schrale gezicht

-And mother with a trembling flock of children clinging to thy frock : moeder met bevende kinderen die aan haar rok hangen

-And all the airs that Belgium in her bosom bears : al de klanken die België in haar boezem draagt

-"Salvator", lord of all : Salvator, de Heer van alle klokken, terwijl de andere klokken (Hasselt, Diest, Gent, Brugge, Antwerpen, Brussel) al lang zwijgen

Salvator (Beeld vermoedelijk ook te vinden op de Beeldbank)

Schitterend stukje poëzie ! Daar kan ik nu es van lekkerbekken seh :-) ... eigenlijk zou je dit soort poëzie moeten horen declameren, op licht archaïsche, verheven en dramatische toon. Ik vind het overigens verbazend dat een Amerikaan zo goed gedocumenteerd in enkele lijnen over een provincienest (grijns) als het onze kon schrijven...

ps : anoniem = ikke... (was vergeten in te loggen).

Geeft erg goed en krachtig aan waar het om ging.

@ Jansenius :

"...High in that rugged nest concealed,
The sweetest bells that ever pealed,
The deepest bells that ever rung,
The lightest bells that ever sung,
Are waiting for the master's hand
To fling their music over the land.
.."

Oftewel de klokken, die wachten op (de hand van) hun Meester
om hun muziek over het land te verspreiden.

Geweldig, toch !

:-)
 

 @ Gimycko

The year of WOE...

Roept herinneringen op aan In Flanders Fields. Daarin staat in de eerste regel van de derde strofe

Take up our quarrel with the FOE...

Foe... Nog zo'n weinig gebruikt woord om de vijand aan te duiden.

.

Gim, dit was hem dus. 

Een Amerikaan en zijn ode aan onze beiaard !  Een prachtig gedicht met volgende bedenking:

William Gorham Rice, secretaris van de Gouverneur van New York, ligt aan de (financiële) basis van het voortbestaan van de Mechelse Beiaardschool.  Hij verzamelde onder zijn vrienden (o.a. John D. Rockefeller jr.) de nodige dollars om de school definitief op de rails te krijgen.  W.G.Rice was ook goed bevriend met Woodrow Wilson, mede sponsor van de school en President van de VS (van 1913 tot 1921).  En wat lees ik op Wiki over Henry van Dyke, hij werd in onze streken aangesteld door president Wilson...  Zou het één met het andere te maken hebben ?

Het ene zal zeker wel wat te maken hebben met het andere. Woodrow Wilson , naar wie toch een hele tijd een laan in Mechelen genoemd werd (nu Koning Astridlaan), was de grote voorstander van het zelfbeschikkingsrecht der kleine volken. En in het mooie gedicht wordt de "Flemish Lion" vermeld dus.....