Eerste Wereldoorlog

Kardinaal verzet

(foto's: Jan Smets)

De uitgave van dit boek had ik om één of andere reden 'gemist'.  Het dateert immers al uit 2014.  Onlangs vond ik het terug in de koopjeshoek van boekhandel Salvator, en als ik me niet vergis telde ik er slechts 7,5 euro voor neer.  Als je de titel intikt op 'tinternet' merk je dat boek nog steeds verkrijgbaar is aan heel verschillende prijzen.  Maar goed...

Dit werk van auteur Jan De Volder, doctor in hedendaagse geschiedenis en licenciaat Romaanse taal-en letterkunde is ongemeen boeiend en beschrijft een belangrijke episode in de Belgische geschiedenis.  We krijgen hier een knap geborstelde schets van ons land ten tijde van de Groote Oorlog.  En in dit scharniertijdperk speelt de eigenzinnige kardinaal Désiré-Joseph Mercier een hoofdrol.  De illustere bewoner van de Mechelse Wollemarkt is altijd een man van controverse geweest.  De meningen over deze kerkvorst zijn dan ook sterk verdeeld.  Flaminganten lusten hem rauw, en ook minder 'hevige' Vlamingen hadden en hebben het wat moeilijk met zijn houding tegenover de Nederlandse taal.  Anderzijds wordt de man nog steeds geroemd om zijn belangrijke rol in de 'Mechelse Gesprekken' - oecumenische stappen tot toenadering tussen Anglicanen en Katholieken.  Maar vooral werd hij wereldwijd een held door zijn uitgesproken rol die hij vertolkte in de Eerste Wereldoorlog.  Bezetter Duitsland kreeg de kriebels van de lastige kardinaal, maar na de wapenstilstand leidde de triomftocht zelfs tot de VS.  De man is stilaan in de vergetelheid geraakt.  In Mechelen hebben we nog een plein naar hem genoemd, en in 2010 was hij nog even hot-news toen men in pure Dan Brownstijl in het kader van 'Operatie Kelk' zijn graftombe in Sint-Romboutskathedraal wou openwrikken .  Maar in de lijst van grootste Belgen komt hij niet meer voor.

De Volder maakt van de man geen held, maar veroordeelt hem ook niet.  Objectief en kritisch portetteert hij de kardinaal tegen het decor van zijn tijd toen de Kerk nog alomtegenwoordig was in het dagdagelijkse leven.  Schrijver zet de patriottische, soms ijdele en radicale Mercier neer als man van vlees en bloed.  Dit boek is een sterke aanrader voor wie wat meer wil weten over de rol van de man in een stormachtige periode...

 

De laatste steen

Deze week wordt de spreekwoordelijke laatste steen ingemetseld in de kooromgang van de Sint-Romboutskathedraal. Daarmee komt er einde aan een restauratiecampagne die - samen met deze van de toren - in 1963 begonnen werd.

'doodgeschoten door de Duitschers'

met categorie:  

(foto's: Jan Smets)

Een burger, de zoon van den koster van Neckerspoel die met eenige anderen over de grens wilde gaan, werd op het grondgebied van Achterbosch, niet ver van de kapellekens van den H.Kruisweg, door Duitsche soldaten doodgeschoten.  Twee zijner makkers werden gewond....

Zo schrijft na het dramatische gebeuren Frans Claes, de pastoor van de Libertusparochie een verslag voor het aartsbisschoppelijk archief.  Daar werd het al die jaren bewaard.  De nu 77-jarige Monique vond het terug toen ze op zoek ging naar meer gegevens rond de dood van haar amper 19-jarige oom Jozef Lenaerts op die noodlottige 1ste oktober van het oorlogsjaar 1917.  Ze heeft hem uiteraard nooit gekend, maar hoorde over hem heel vaak vertellen door haar grootmoeder Maria Nuyers, Jozefs moeder.  Heel haar leven liet dit drama haar niet los.  Hoe kan het ook anders voor een moeder...

Ik heb met Monique, die liever niet poseert voor de camera, op deze mistroostige natte novemberdag afgesproken in De Met.  Ze praat over wat ze de laatste maanden vond.  Het is het verhaal van haar jong gestorven nonkel, maar ze benadrukt dat het ook het verhaal is van zoveel andere jonge mensen die hetzelfde lot ondergingen.  Veel werd vergeten in de loop der jaren...  Monique kan het doorvertellen omdat er in haar familie steeds weer over gepraat werd.  Tenminste door de oma. 

 

Wereldoorlog I in Speelgoedmuseum en Stadsschouwburg

 

(foto's: Speelgoedmuseum / Jan Smets: Geert Clerbout en Marcel Kocken)

We zullen het geweten hebben: zondag 11 november wordt Wapenstilstand gevierd.  En dit jaar is dit wel een héél bijzondere herdenking!  Het is immers 100 jaar geleden dat aan de Grote Oorlog een einde kwam.  Tal van evenementen en activiteiten worden her en der opgezet.  Ook Mechelen laat zich niet onbetuigd.  Er gaat een reeds lang uitverkocht Vredesconcert door in onze Sint-Romboutskathedraal en ook op andere plaatsen wordt het einde van Wereldoorlog I in de kijker gezet.  Zoals in het Speelgoedmuseum én in de Stadsschouwburg waar de dag voordien - op zaterdag 10 november- een boeiende academische zitting doorgaat...

 

11 november 1918...

  (foto's: Jan Smets)

Zondag is het uiteraard niet alléén Sinte-Mette (al zetten we dat laatste maar al te graag in ons Mechels uitstalraam...).  Nee.  Honderd jaar geleden werd de Wapenstilstand getekend.  De Groote Oorlog was voorbij.  Ook de Mechelaars die vier jaar niks dan ellende hadden gekend, konden eindelijk opgelucht ademhalen.  Ooggetuige was ik natuurlijk niet. De toegevoegde foto's zijn hedendaags opnames.  En ik geef het toe: ze tonen niet het einde van de oorlog.  Ik speelde dus wat vals.  Ik schoot ze bij een reconstructie van de terugtrekking van de Belgische troepen.  Maar goed.  Misschien helpen ze wat bij de sfeerschepping. 

Eerder citeerde ik op Mechelenblogt al uit het dagboek van Frans Verhaert, koster van de Sint-Romboutskathedraal.  Hij tekende minitieus en met veel pathos het oorlogsverloop op in wat later zou gebundeld worden tot 'De Duitschers te Mechelen'.  In 1919 waren de wonden nog vers.  Boosheid en verdriet waren nog niet getemperd. De verwerking van al de gruwel was volop aan de gang.  Maar Frans trekt wel alle registers open bij de beschrijving van de euforie van maandag 11 november 1918 en de daarop volgende dagen en weken.  Honderd jaar na datum - en omdat het misschien wel de laatste grote herdenking van deze gebeurtenis is, wil ik nog even teruggrijpen naar het oude, beduimdelde en licht verhakkelde dagboek dat ik een aantal jaren geleden in mijn bezit kreeg.  Lees je mee?

 

Na 100 jaar herwerkt Margaretha Vanmaele het manuscript van haar grootvader tot boek

met categorie:  

  (foto's: Jan Smets)

Ze mag dan als geboren Antwerpse wel Westvlaamse roots hebben: sinds 1975 woont Margareta Vanmaele (°1949) in Mechelen.  Haar echtgenoot Francis Verbeeck, waarmee ze huist in de Bakelaarstraat, is een volbloed Mechelaar.  Ze leerde hem lang geleden kennen in het legendarische café den Herten Aas aan de Haverwerf.  Een vriendin had er haar naar daar meegetroond.  Ze viel voor de artistieke jongeman met zijn lange haren, zijn strik en zijn gekrulde snor...  Door hem kwam ze naar Mechelen wonen.  Het is een stad die haar nauw aan het hart ligt.  "Ik ben naar hier gekomen voor Francis...en de beiaard!".  De laatste jaren heeft ze heel gedreven en heel zorgvuldig hard gewerkt om het door een erfenis verkregen originele manuscript van haar grootvader die ze nooit kende, te hertalen en herwerken tot een boek.  Haar opa, Ernest Hosten, was niet één van de minste.  Hij was stadssecretaris-archivaris van Diksmuide.  Heel nabij maakte hij de oorlogsellende en doodstrijd van zijn stad mee, die hij op 21 oktober 1914 wist te ontvluchten.  Hij vervoegde zich bij zijn gezin in Frankrijk.  Het jaar daarop werd Ernest archivaris in de Archives Nationales de Paris, en begint samen met de Franse schrijver Léon Bocquet aan een boek: 'L'Agonie de Dixmude'.  Dat boek verschijnt in 1916 en het kent een groot succes.  Het ontvangt zelfs de Furtado-prijs van de Académie Française.  Een herdruk volgt, maar in het Nederlands wordt het naturalistische werk nooit vertaald.

Tot...Margareta het manuscript in handen krijgt, opgeborgen in een koffer vol brieven, foto's en andere documentatie.  In nauwe samenwerking met André Gysel, een ex-docent Nederlands-Geschiedenis en gids van de Westhoek én Chris Vandewalle - de huidige archivaris van Diksmuide (tussen Ernest en Chris waren er géén anderen trouwens...), rijpt haar plan.  Nu is het boek er.  Het is Luc Van Hoeylandt van de gekende Mechelse Uitgeverij ElenA die het werk 'Diksmuide. Doodstrijd van een stad' nu uitbrengt.  Op 22 september wordt het voorgesteld in Diksmuide.  Het boek beschrijft een bijzonder zware episode uit de Groote Oorlog.  Het is een lokaal gebeuren.  En toch is het thema universeel.  Boeiend en ontroerend wordt verteld over hoe de gewone mens de oorlog probeerde te overleven.  Het boek is dan ook verkrijgbaar in de Mechelse boekhandels.

 

de kruisweg van een dorp in oorlogsjaren...

  (foto's: Jan Smets)

De beelden emotioneren, beklijven...  Het mag dan al honderd jaar geleden zijn: ze blijven actueel.  Nog steeds - zo lang na de Groote Oorlog - heeft de wereld nog niks geleerd.  De foto's tonen angst en dood, de ontreddering van mensen op de vlucht.  In 1918 werd de Wapenstilstand getekend na vier jaar zinloos geweld en na het offer van ontelbare onschuldige slachtoffers.  Dat is nu bijna een eeuw geleden.  De oorlog was geen -ver-van-mijn-bed-show.  Ook Mechelen deelde in de klappen.  En het slaperige Mechelse dorp Walem lag eveneens in de vuurlinie.  Dat had natuurlijk veel te maken met het daar aanwezige Fort.  Toen Jan Van Buggenhout, die archivaris was van de Heemkundige Kring Dr.Croquet Walem, een herdenkingsexpo aan het voorbereiden was over deze duistere episode, begon bij hem een idee te rijpen.  Het trof hem hoe de 'kleine mens' in die Grote Oorlog geconfronteerd werd met dood en vernieling.  En hierin zag hij opvallende parallellen met een eeuwenoud verhaal.  Als gelovig mens legde hij de beelden van Walem in die Eerste Wereldoorlog op de staties van de Christelijke Kruisweg.  En dit bracht hem bij dit project: Jan wou deze herinneringen aan een vreselijke tijd uitwerken in woord en beeld: in een actuele kruisweg.  Even voor de Goede Week werd deze Kruisweg in onze kathedraal geplaatst, en tot 11 november blijft hij daar aanwezig, tot het moment dat met een vredesconcert het einde van WOI wordt herdacht.  Jan heeft gedreven aan deze kruisweg gewerkt.  Een tikkeltje ongeduldig zelfs - alsof hij voorvoelde dat hij nog weinig tijd zou resten om hem af te maken.  Hij zou jammer genoeg gelijk krijgen.  In februari 2014 overleed Jan na een tweede hersenbloeding... Hij maakte de eerste expo van deze kruisweg in de Walemse parochiekerk niet meer mee.  Maar het is zijn zoon Tom die inging op de vraag van zijn vader om zijn gestarte werk te voltooien.   Dit vertelt me vandaag Tom Van Buggenhout - begrijpelijk nog wat geëmotioneerd hierdoor.  Hij heeft de wens van zijn vader kunnen waarmaken.  Tom vertelt me dat ook zijn moeder blij zou zijn door de aandacht die deze kruisweg nu nog krijgt...

 

Kevin Polfliet publiceert Willebroekse oorlogsgetuigenis met Mechelse link



December 2017. Terwijl buiten de winter nu toch in volle ornaat lijkt toe te slaan, heb ik afgesproken met Kevin Polfliet in café De Pekton. We kozen de gezellige pub met haar rustieke en knusse interieur om een goed gesprek te hebben. Nu zien Kevin en ik elkaar wel vaker natuurlijk. Maar deze keer spreek ik met de auteur of juister de vertaler van 'Van Convent tot Conflict', het nieuwe boek dat hij recent nog mocht voorstellen in het fort van Breendonk en dat enkele interessante historische verwijzingen naar Mechelen bevat. 

Laissez passer pour Folkestone

(foto's: Jan Smets)

Daar stond ze dan.  Ze was moe.  De wekenlange vlucht had haar tol geëist.  Ze was een sterke vrouw, maar nu leek het er allemaal té veel te worden.  Haar driejarige zoontje trok aan haar mouw en probeerde haar aandacht op te eisen.  Maar ze wist het allemaal ook niet meer.  Daar stond ze dan, met haar zes kinderen.  Eén jongetje - kleuter nog, en vijf dochters.  Haar man was gemobiliseerd.  Met amper wat haastig bijeengesprokkelde spullen had ze de deur van haar huis in de Hanswijkenhoek toegetrokken, richting Sint-Katelijne-Waver, naar haar jongere zus, in de hoop daar tijdelijk opgevangen te kunnen worden.  Maar ze ving er bot.  Deze zag het helemaal niet zitten om het kroostrijke gezin in huis op te nemen.  Geen plaats in de herberg.  Pas véle, vele jaren later - op haar sterfbed - vergaf ze het haar zus die huilend en met een onverwerkt schuldgevoel afscheid van haar kwam nemen.

Oktobermaand in Oostende.  De zee rimpelde grijs en wijds.  Men schreef in het trouwboekje: 'Laissez passer pour Folkestone'.  Achter de einder lag de vrijheid en was er veiligheid.   Ze waren er niet alleen.  In de haven waren tal van vluchtelingen bijeengestroomd.  Een maand voordien had de Mechelse gemeenteraad, die de wijk had genomen naar Gent, besloten om zoveel mogelijk Mechelaars op de dool naar het Verenigd Koninkrijk te sturen.  Dit gebeurde vanuit Antwerpen waar twee keer per week zowat 250 Mechelaars de oversteek konden maken.  Dit gebeurde ook hier, in Oostende.  Er was hiervoor een overeenkomst getekend met Groot-Brittanië.  Over het Kanaal zouden de Mechelse vluchtelingenfamilies een nieuwe heimat vinden.  Voor hoe lang?

 

een kaartje voor Breda...

 

(foto's: Jan Smets)

"Kan je er wat mee aanvangen?"  had hij haar gevraagd.  Hij kende haar passie voor oude foto's en toonde het album.  Het was duidelijk heel oud en stak boordevol nostalgische prenten die aan de kledij van de geportretteerde personen konden gesitueerd worden in het prille begin van vorige eeuw.  Het had een vaalgroene kaft met licht vervaagde goudopdruk.  Verder zag het er vrij verhakkeld uit.  Maar haar interesse was gewekt, en voorzichtig, maar nieuwsgierig sloeg ze de bladen om.  Dames, stijfdeftig en burgerlijk, een fiere soldaat, een familieportret, een meisje met een hoepel...  Het katapulteerde haar naar een lang vergeten tijd...  Vele foto's staken er ook los in.  En terwijl ze bladerde viel er zo'n foto uit, als wou deze zeggen: bekijk me maar eens nader...

 

Battel. Dinsdagavond 20 juli 1915

 

(foto's: Jan Smets)

Het was een onderkoelde zomerdag.  Al een tijdje was het véél te koud voor de tijd van het jaar.  De temperatuur kwam die dag amper boven 15 graden uit en er was ook al behoorlijk wat nattigheid gevallen.  En nu was het avond geworden.  Alles leek rustig.  Politieagent Emile Lauwers was samen met nachtwaker Jan Celis op ronde in Battel.  Ze liepen langs de Battelsesteenweg en waren in de buurt van kasteel Beaulieu als ze plots luid hoorden roepen...  Stokstijf bleven ze staan.  Van waar kwam al dat tumult?

 

Oorlogswinter 1917...

 

(foto's: Jan Smets)

Het is Petra Van der Poel die deze menukaart onlangs terugvond...  Petra en ik delen dezelfde Battelse overgrootouders: het hoveniersechtpaar André van der Poel - Maria Van Santfoort.  Ze woonden in een op het einde van de jaren zestig van vorige eeuw afgebroken boerderij aan de Battelsesteenweg, pal naast het voormalige kasteel Beaulieu.  Zover niks bijzonders.  Beiden waren aangesloten bij de Koninklijke Land &Tuinbouwmaatschappij Sint-Dorothea.  En ook dat is nu niet erg merkwaardig te noemen.  Dat die maatschappij dan ook nog eens regelmatig met haar leden de voeten onder de feesttafel stak om zich te goed te doen aan een lekker maal, is eveneens niet om over naar huis te schrijven.  Leuk dat zo'n menukaart is bewaard gebleven: een stukje nostalgie om te koesteren - een familierelikwietje met emotionele waarde.  En het is altijd boeiend om te weten wat de pot schafte in die lang vervlogen tijden.

Zoveel is zeker;  Maar als ik de kaart wat aandachtiger bekijk zie ik dat de maatschappij op 3 februari 1917 bij mekaar kwam in de 3 Paardekens in de Begijnenstraat.  En dan krab ik enigszins verbaasd achter mijn oor...  Er staat netjes vermeld: 'Eerste na-oorlogs feestmaal'...  Mocht ik nu niet weten dat de wapenstilstand pas meer dan een anderhalf jaar later werd getekend, op 11 november 1918, zou ik hier misschien achteloos aan voorbij gegaan zijn... 

Hoe kan dat nu?  In 1917 woedt de Groote Oorlog nog stevig en een vreselijke koude oorlogswinter teistert het land.  Alles is streng gerantsoeneerd en de mensen snakken na bijna vier ellendige jaren naar vrede...

De Koninklijke Maatschappij Sint-Dorothea zit op die februaridag van '17 aan de feestdis en lepelt krachtig vleeschnat en verorbert kraakballetjes en neerhofswervers...

 

"Mijn vader was spion in Wereldoorlog I"

(foto's: Jan Smets)

Frieda Doms woont in een statige burgerwoning aan de Astridlaan: een huis volgestouwd met kunst en antiek.  Ik zie aan de muren werk van Mechelse kunstenaars zoals Ignace Kennis, Albert Geudens...  Maar vooral ademen de muren geschiedenis en staat het huis bol van herinneringen.  Ze worden door Frieda gekoesterd.  Frieda Doms is een vriendelijke, zelfverzekerde dame, heel intelligent en ze praat krachtdadig als een lerares.  Dat is ze dan ook heel haar leven geweest tot haar pensioen in 2000.  In de Ursulinen in de Hoogstraat gaf ze Nederlands en geschiedenis. Bij een kop koffie vertelt ze over haar vader - de man die ze nog steeds adoreert.  Op de tafel worden oude foto's, documenten, bidprentjes uitgespreid... Aan de hand van al deze tastbare herinneringen wordt het leven van Ernest Doms terug in mekaar gepuzzeld.  Ernest werd geboren in de Mechelse wijk Heihoek in 1896, en stierf op 90-jarige leeftijd in 1986.  Als jongste kind, en 'nakomertje' is de steeds ongehuwd gebleven Frieda, blijven inwonen in het ouderlijke huis, en heeft ze tot zijn laatste levensadem met hem samengeleefd.  Vader en dochter hadden een sterke band, en ik zie ook de fysieke gelijkenis.  Maar op de foto wil ze beslist niet, en ik voel dat ik niet moet aandringen.  Jammer, maar ik respecteer haar wens.  Ernest heeft een lang en boeiend leven gehad.  Hij maakte carrière bij de Belgische Spoorwegen, en was als cultuur-en geschiedenisminnaar lid van tal van verenigingen als de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst, het Davidsfonds en de Mechelse vereniging voor Familiekunde. Ernest was diepgelovig en Vlaamsgezind.  Toch heeft hij de Belgische Staat in de Eerste Wereldoorlog meer dan verdienstelijk geholpen.  De jonge Ernest was immers spion in de Groote Oorlog - lid van de 'Service Lux' - een door en door Mechelse spionagedienst die in 1916 werd opgericht en aan de slag was tot de wapenstilstand...

 

Ursulinen Mechelen blaast honderd kaarsjes uit!

  (foto's: Jan Smets)

De school van de Ursulinen in de Hoogstraat blaast dit jaar 100 kaarsjes uit.  100 jaar? Dat wil dan wel zeggen dat de school is opgericht in het jaar dat de Groote Oorlog uitbrak?  Jawel.  Het betekende dan ook een 'valse start'.  1914 was een turbulent jaar.  De schoolpoort die op 23 september had moeten openzwaaien, bleef nog even dicht.  De zusters namen de vlucht naar Engeland, net zoals zovele stadsgenoten.  Ze kwamen wat later schoorvoetend terug om een tweede start te wagen.  Net zoals al die andere Mechelse onderwijsinrichtingen kende het schooljaar 1914-1915 een moeilijk begin.  Bijzonder voor de Ursulinen was wel dat het gebeurde in het oprichtingsjaar.  Leerkracht Sam Wollants kan er alles over vertellen.  Samen met zijn echtgenote Leen De Roover, die eveneens les geeft in de school, heeft hij een gedenkboek samengesteld: een fraai werk over de geschiedenis van de school, met tal van zwart-wit en kleurfoto's - een boeiende reis doorheen de voorbije honder jaar. Het is beslist een boek dat geen enkele oud-leerling  (en ze zijn talrijk!) zal willen missen op de boekenplank.  Maar ook andere Mechelaars zullen er hun gading in vinden!  Ik zag vanmorgen de proefdruk, en kan getuigen...

 

Grote herdenkingstentoonstelling op het fort van Walem

met categorie:  

Er gebeurt bitter weinig over De Grooten Oorlog in Mechelen. Deze oorlog was toch voor onze stad de meest ingrijpende gebeurtenis va de laatste honderd jaar.

Maar voor deze unieke tentoonstelling maak ik graag reklame!

De Heemkundige Kring Dr. Croquet Walem organiseert i.s.m. Natuurpunt:

 

Inhoud syndiceren