De terugkeer van Job...

met categorie:  

(foto:J.Smets)

Driewerf hoera!  Gazet van Mechelen blokletterde het gisteren reeds.  Job komt terug na tijdenlang niet alleen op zijn mesthoop te hebben gezeten, maar ook naar een verdomhoekje was verwezen.  Door God en goegemeente vergeten.  Arme kerel.  Zijn eeuwenlange ellende was nog steeds niet voorbij.  De sukkelaar die volgens de bijbel op de ene na de andere beproeving werd getrakteerd, diende jaren geleden al zijn vaste stek op het pleintje voor het voormalige OLV-gasthuis te verlaten.  Ophoepelen diende hij in de vroege jaren tachtig om plaats te ruimen voor een prefab waarin de kinderafdeling terecht kwam.  Dat tijdelijke bouwwerk is al al sinds mensenheugenis verdwenen, maar Job die haast verstopt tussen het groen aan de Zwartzustersvest werd neergepoot, keerde niet weer.  Hij bleef daar godverlaten zitten rechts van de ingang van het ziekenhuis.  En dat vond ik heel erg jammer.  Daarmee was ik trouwens niet de enige.  Jarenlang bleef ik op een wier zitten.  Job werd mijn stokpaardje.  Met regelmaat van een klok heb ik de arme drommel opgevoerd op Mechelenblogt.  In 2006 stelde ik de vraag of een terugkeer van het standbeeld niet te overwegen was, aan schepen Leo Stevens, die beloofde er over na te denken.  Het nadenken had wat voeten in de aarde, en daarom rakelde ik de vraag op geregelde tijdstippen op...

 

 

Maar Job blééf waar hij was.  En op het pleintje voor het gasthuis dat ondertussen werd omgedoopt tot Margaretaplein, kwam een ander standbeeld in de plaats.  Mijn stokpaardje werd een hobbelpaardje.  Voortaan was de plaats voorbehouden voor de schommelende Golden Boy - symbool voor 'ons' Kareltje dat in lang vervlogen tijden werd opgevoed aan het Hof van zijn tante aan de overzijde van de straat.

Job bleef 'vergeten'. 

Het ziekenhuis werd opgedoekt en werd opvangcentrum voor vluchtelingen. 

En terug stelde ik de vraag waar Job bleef en waar hij eventueel zou terechtkomen.  Nu dus aan cultuurschepen Björn Siffer die me verzekerde dat er ernstig over werd nagedacht.

Dat heeft men blijkbaar dus gedaan. Job keert dan wel niet terug naar zijn vroegere vaste stek, maar krijgt een ander thuisadres. 

 

(foto daterend eind jaren vijftig.  De uitvaart van mijn overgrootvader Fons Smets in de gasthuiskapel.  Job staat hier op zijn oorspronkelijke sokkel midden op het plein voor het ziekenhuis...)

 

Ik ben blij dat dit prachtige beeld terug in het straatbeeld zal te zien zijn, al kan ik niet verhelen dat ik hem het liefst had teruggezien op zijn plek voor het vroegere OLV-gasthuis.  Job-op-de-mesthoop paste immers perfect in dit kader van het  negentiende-eeuwse 'moderne' ziekenhuis waarvan Leopold I nog de eerste steen legde.  Dit standbeeld vertolkte ook de tijdsgeest en de  visie op ziekte en gezondheid.  De Job uit het Oude Testament werd door God op de proef gesteld.  Overladen met de ene plaag na de andere, tot de bedelstaf gebracht en met builen overladen, kwam hij tenslotte op de mesthoop terecht.  Toch bleef hij trouw aan zijn God die hierover zo tevreden was dat hij Job zegende met niet minder dan 140 levensjaren.  Zo ontstond niet alleen de uitdrukking 'zo arm als Job', maar ook 'zo oud als Job'.

Op het beeld staat het volgende opschrift: "De Heer heeft mij alles gegeven.  De Heer heeft mij alles ontnomen.  Zijn Heilige wil geschiede."

 

 

Het best wel erg expressieve beeld werd vervaardigd door niet minder dan Jef Willems, één van de grootste Mechelse kunstenaars van zijn generatie.  Willems werd in 1845 geboren in de Sinjorenstad, maar zijn opleiding kreeg hij wel aan onze Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten.  Eén van zijn lesgevers was trouwens de bekende Joseph Tuerlinckx die ondermeer de standbeelden van Margareta van Oostenrijk en Rembert Dodoens in steen kapte!

Willems woonde en werkte in Mechelen, maar ook een tijdje in Parijs waar hij aan de slag was aan de Ecole des Beaux Arts.

Van 1871 tot 1910 - het jaar van zijn dood - was hij leraar aan onze academie.  In onze stad maakte hij tal van standbeelden, grafmonumenten en ander decoratief werk.  Zo is bijvoorbeeld de Vrouwe Justitia in een nis boven de poort van het Gerechtshof, van zijn hand. 

Tal van prijzen wist deze gewaardeerde kunstenaar bij mekaar te sprokkelen.

Om dit alles zag ik het beeld graag teruggekeerd op de voor hem bestemde locatie.  Maar goed.  Ik kan me neerleggen bij een ander idee hierover.  Als het beeld maar de aandacht krijgt dat het verdient!  Amen.  Het laatste woord is hierover gezegd.  Mijn wier kan 'genezen'...   ;-)

 

(Op deze plek was ooit het eerste OLV-gasthuis gevestigd)

 

Zoekend naar een andere vestigingsplaats werd te rade gegaan bij cultuurpaus Marcel Kocken, en die suggereerde een plek voor de OLV-over-de-Dijlekerk nabij de naar de Dijle afhellende straat 't Plein.  Immers: hier stond ooit het eerste OLV-gasthuis voordat het verhuisde naar de Keizerstraat.

Daar zal Job dus in het voorjaar weerom verschijnen.  

Oef... Ik hoef hem niet langer ten gepaste tijde in de aandacht te brengen op Mechelenblogt.  Ik hoef niet langer meer voor hem te pleiten.  Zijn laatste beproeving is hiermee achter de rug.

Eveneens in het voorjaar keert ook een ander stanbeeldje terug trouwens.  In de Kruidtuin komt ook 'Adolescence, ma fille' - of beter bekend als het meisje-met-het-hondje' weer.  Dit beeld van de Mechelse beeldhouwer Rik Van Perck was eveneens erg geliefd bij de Maneblussers.  De kapotte sokkel is hersteld.  Ook dit standbeeld zal in het voorjaar worden herplaatst.  Voor de herstelling en het terug installeren van de beelden werd 10 000 euro uitgetrokken.

 

(foto's: Jan Smets)