(foto's: Jan Smets)
"Dit is beslist een extra troef voor onze Dijlewandelingen!" zegt Karine Decoster, voorzitster van de Koninklijke Gidsenbond Mechelen. Dat is het inderdaad. Met het afronden van de restauratie van het interieur van het Spuihuis aan de Zandpoortvest krijgt onze stad er een toeristische attractie bij. Ik heb het uitzicht van het houten Spuihuis naar Dijle, Kruidtuin en OLV-van Hanswijkbasiliek steeds als één van de aantrekkelijkste stadsgezichten beschouwd. Schilderachtig. Gemakkelijkheidshalve wordt dit gebouwtje door velen als 'Volmolen' bestempeld. Helemaal correct is dit niet. Het houten Spuihuis is het enige restant van een ooit indrukwekkend industrieel complex waarmee van start werd gegaan in de scharnierperiode tussen 13de en 14de eeuw. In die periode werd de eerste watermolen gebouwd op de plek waar de Dijle de nieuwe stadsomwalling en stadsgrachten kruiste. Niet minder dan 7 (!) molens telde dit molencomplex in de 15de eeuw. Het Spuihuis van de grote sluis die de waterstand van deze molens regelde stond centraal op de kaaimuren. Daarnaast lag (en ligt!) het Molenhuis waarin lange tijd een volmolen was gevestigd. Nu kennen we dit huis vooral als de thuishaven van reiscafé ViaVia. Het Molenhuis is hiervoor enkele jaren geleden prachtig opgeknapt. Sinds 1915 was het een woonhuis geworden, waarin trouwens de grootouders van één van de huidige uitbaters nog woonden...
De Dijle ligt er vredig en rimpelloos bij op deze haast zomerse februaridag. In het water weerspiegelt zich de koepel van de Hanswijkkerk...
Vandaag mocht een tevreden schepen van Monumentenzorg, Koen Anciaux, het pas gerestaureerde Spuihuis fier voorstellen.
De restauratie is gefaseerd verlopen. We hebben dit houten huis recent volledig laten herinrichten met nieuwe verlichting, enkele stopcontacten, branddetectie, een trapladder, infopanelen... Enne: met een venster met mooi uitzicht op de Dijle. Zo krijgen we een link met deze rivier. Dit venster werd aan de buitenzijde voorzien van luiken. Maar deze aanpassing merk je nauwelijks op in de gevel. We kiezen ervoor om onze monumenten maximaal te beschermen en open te stellen voor het publiek.
Het totaal bedrag van deze werken bedroeg 31 704 Euro. De Vlaamse Overheid subsidieerde voor 20 000 Euro. De aannemer die de werkenuitvoerde was Borg-bouw nv uit Lille.
Het Spuihuis wordt nu opgenomen in de wandeling van Mechelen Dijlestad. Op deze wandeling heeft de stadsgids het over de middeleeuwse handel langs deze stadsader en de bloei van Mechelen dankzij de stapelrechten op vis, zout en graan.
Schepen van toerisme Björn Siffer:
Dit was pure spitstechnologie. De ambachten maakten flink gebruik van het molencomplex. In het Spuihuis kan je het oude hefboomsysteem zien dat de sluis op en neer liet bewegen. Het Spuihuis sluit mooi aan op de Kruidtuin en is een extra troef voor onze gidsen om het oudste industriële erfgoed van onze stad te belichten.
(infopaneel in Spuihuis)
De wandeling die 2 uur duurt kan je reserven bij Uit in Mechelen (Schepenhuis) voor groepen tot maximum 15 personen. Je telt hiervoor 75 Euro neer. Wil je uitzonderlijk een korte wandeling van 1 uur meemaken, dan kan dit op woensdag 13/3 en zondag 17/3 telkens om 13u30, 14u30, 15u30 en 16u30. Deelname is gratis, maar je dient hiervoor wel in te schrijven. (niet telefonisch of per mail). Mocht de belangstelling hiervoor groot zijn, dan overweegt men om dit later te hernemen.
(schepen Koen Anciaux, Karine Decoster - stadsgids en Sofie Stevens van Monumentenzorg)
Onze stad kende grote economische welstand toen het molencomplex werd opgericht. Dat had alles te maken met de lakennijverheid. De nieuwe stadsomwalling die bij de overgang van de 13de en 14de eeuw werd gebouwd, kan je situeren op de huidige ringweg - de Zandpoortvest.
Het is in 1304 dat de prins-bisschop van Luik Mechelen de toestemming geeft om een watermolen op te richten. Op die plek vloeide de grote Melaanvliet in de Dijle en men kon gebruikmaken van het hoogteverschil met de lager gelegen oever achter de huidige Hanswijkkerk.
Rond 1470 werd de centrale sluisopening in de kaaimuren voltooid. Vanuit een houten constructie boven deze sluisopening (het Spuihuis) kon een groot schot op en neer worden gelaten om de watertoevoer te regelen. Zo werd het water opgestuwd om meerdere raderen aan te drijven. Op de Melaan bevond zich een kleinere sluis met een afzonderlijk waterrad.
Het 'gat van de watermolen' was breed genoeg om binnenschepen door te laten. Ongewenste vaartuigen konden tegengehouden worden door een ijzeren ketting die over de Dijle werd gespannen. Met het oog op de stadsverdediging kon men het omliggende gebied 2 uur onder water zetten door de grote sluis te sluiten.
Van de 7 spuigaten zijn er nu nog 5 zichtbaar. Elk van hen gaf uit op een afzonderlijk rad dat een eigen mechanisme aandreef. 4 waterraderen vermaalden granen. Ook was er tot in de 19de eeuw een schorsmolen actief die de huidenvetters vermalen eikenschors verschafte om dierenhuiden tot leer te verwerken.
16 pompen werden door de opgewekte waterkracht aangedreven die het Dijlewater naar de grachten van de stadsomwalling pompten. Deze energie werd ook aangewend om hout te zagen, olie te persen en laken te vollen.
In de loop der eeuwen werd veel aangepast en/of gemoderniseerd. Darom is het moeilijk om exact na te gaan wanner het huidige molenhuis dat deels werd gebruikt als volmolen (tot in de 19de eeuw) tot stand kwam.
De nog aanwezige historische elementen van het Molenhuis dat in de eerste helft van vorige eeuw zwaar werd gerestaureerd, geven hierover ook geen uitsluitsel.
In de tweede helft van de 19de eeuw daalde het belang van de molens door de geleidelijke overschakeling op mechanische aandrijving. Op de plek van de oude graanmolens werd en Bloemmolens De Bontridder opgericht dat in 1975 werd afgebroken.
(prenten gefotografeerd op expo in Busleyden over Hollandse tijdperk)
De molens kregen vaak te maken met branden. Regelmatig diende veel te worden heropgebouwd. De doodsteek van de watermolens kwam rond de overgang naar de 20ste eeuw. Om steeds weerkerende overstromingen van de binnenstad te vermijden werden grootse waterwerken uitgevoerd. 2 sluizen en de aanleg van de afleidingsdijle op een gedeelte van de stadsgracht deden het Dijlewater met een boog omheen het centrum lopen. De binnendijle werd hiermee een stilstaand water... De molens kwamen letterlijk 'droog' te staan.
In 1914 werd op de plek van de voormalige watermolens een tweede toegang naar de Kruidtuin gemaakt dat van dan af een stadspark zou worden. Molenhuis en Spuihuis werden in 1977 uiteindelijk beschermd als monument. De kaaimuren volgden in 1984...
Met de restauratie en de ontsluiting van het Spuihuis krijgen de restanten van dit vroeger zo machtig stukje archeologisch industrieel erfgoed een nieuw leven...
Recente reacties
1 jaar 8 weken geleden
1 jaar 37 weken geleden
2 jaren 3 weken geleden
2 jaren 22 weken geleden
2 jaren 26 weken geleden
2 jaren 29 weken geleden
2 jaren 30 weken geleden
2 jaren 33 weken geleden
2 jaren 33 weken geleden
2 jaren 34 weken geleden