Aan de tap in 't Zennegat

met categorie:  

(foto boven: Jan Smets. Portretten: Guy Foqué; vlnr. Etienne Mylemans, Jan Dellaert en Arthur Reijnders)

Het is één van de merkwaardigste, kleurrijkste en pittoreske plekjes van onze stad.  Geklemd ligt het tussen de Leuvense vaart, Dijle en Zenne: een verre uithoek van Battel, op een boogscheut van Heffen en grenzend aan het prachtige natuurgebied Den Batteleir. Het Zennegat: plek van onwaarschijnlijke verhalen - van ware geschiedenis tot pure legendes.  Een wat rommelige negorij, geliefkoosde stek voor wandelaars en stopplaats voor tal van fietstoeristen.  Het Zennegat: nostalgische pleisterplaats en vleesgeworden mijmering in de plooien van een stad.  Vooruitgeschoven grenspaal in dit waterrijke stukje land waar Mechelen héél ver weg lijkt.  En gisteren had er een wel erg jolige reünie plaats in het enige overgebleven cafeetje in dit magische oord.  In café Zennegat kwamen ze samen: een wat uitgedund groepje met karrevrachten herinneringen in hun kielzog.  Ooit stonden ze hier aan de tapkraan.  En zoals één van hen, Etienne Mylemans het gebeuren zo treffend omschrijft: "We werden meegenomen in een maalstroom van maffe verhalen die mekaar kriskras doorkruisten. Een prettig gestoorde bende, die zich onderdompelde in de chaotische geschiedenis van het Zennegat van de laatste 50 jaar..." .  Ze waren er samengekomen op uitnodiging van de huidige cafébaas Jan Dellaert.  Kom: zet je erbij. Op één van de ouwe krukken met een glas schuimend bier...

 

(foto: Jan Smets - Roger Van Kerckhoven)

 

Om wat meer te weten te komen over deze merkwaardige plek is het lijvige naslagwerk 'Battel opgehelderd' van Roger Van Kerckhoven uit 2015 een voor de hand liggende bron.  Ik neem het dan ook - geboeid als ik ben door mijn Battelse roots - regelmatig van de boekenplank om wat op te zoeken.  Zo jammer dat Roger niet lang na het verschijnen van dit levenswerk onverwacht overleed...

Zoals we allen weten, en zoals we het ooit op school leerden, werd het kanaal Leuven-Dijle, dat we nu gewoonweg betitelen als Leuvense vaart, gegraven ten tijde van keizerin Maria-Theresia.  We schrijven dan 1750 - 1753.  De Habsburgers zwaaiden toen (nog maar eens) de plak over onze gewesten.  Maar dit kanaal was een goeie zet.  Dat moet wel gezegd.  Vooral Leuven had er baat bij.  200 jaar ijverde die stad voor een aansluiting naar de zee.  Leuven had hier alle belang bij.  Zo konden de vele brouwerijen gemakkelijker van grondstoffen voorzien worden.  Dit kanaal moest de handel stimuleren.  Eindelijk werd het plan dan werkelijkheid.  Deze vaart is trouwens één van de oudste gegraven waterwegen van ons landje. 

 

(foto's: Jan Smets)

 

Zo ontstond in die tijd ook het gehucht Zennegat.  En het werd spoedig een drukke pleisterplaats voor rivierloodsen, bootslepers en binnenschippers.  Ook was er een veerdienst voorzien, én waren er een paar winkeltjes gevestigd, zoals een kruidenierszaak voor de vrouwen van de schippers en eentje dat handelde in stoffen en breigoed.

Roger vertelt in zijn boek dat rond 1859  zowat 159 mensen woonden in het 'Sennegat'.  Rond 1900 werden niet minder dan 7 café's uitgebaat op dit lapje grond.  Je kan je dat nu haast niet meer voorstellen.  Maar het kon nog beter: in het interbellum werden er zelfs 14 (!) geteld.  Ook een palingrestaurant kon je er vinden. De overbekende Mechelse schilder - 'onze' Rik Wouters kwam er graag schetsen maken...

Bij strenge winters werden en soms heel Bruegheliaans kermissen op het ijs georganiseerd!

Dat alles is voorgoed voorbij.  Nog één café rest: café Zennegat.  In 'Battel opgehelderd' lees ik dat het rond 1900 werd uitgebaat door 'van Frausum en Virgenie De Schauwer'.  En: deze drankgelegenhid zou al in 1750 bestaan hebben.  En da's het jaar waarin men de vaart is beginnen uitgraven.

De grote bedrijvigheid verdween...

Het Zennegat werd een stil plekje - een dromerig landelijk uithoekje waar het spannendse wat kon gebeuren het versassen van een binnenschip was, of het passeren van het indrukwekkende jacht van baron Empain...   Maar ook dit is alweer héél lang geleden.

Het Zennegat verstilde. 

Alhoewel.

 

(foto's: Guy Foqué.  Onder vlnr: Jan Dellaert, Maurice Volckerick, Wiske Aerts, Pol Sas, Etienne Mylemans en Arthur Reijnders)

 

In de jaren zestig van vorige eeuw vond een nieuwe kolonie haar thuishaven in deze verzameling huisjes.  Mechelse hippies ontdekten de charme van deze plek, en dit zogenaamde 'langharig werkschuw tuig' streek er neer.  Eerder hadden ze ook al Vismarkt en café Den Herten Aas in de binnenstad kleur gegeven.  De autochtonen van het Zennegat bekeken het met nieuwsgierige argwaan. 

De ouwe Zennegat-bewoner Sander gaf zijn ogen graag de kost als die flower power girls in hun blootje aan het sas een plonsje waagden:

 

Die emme godvermiljaarde nogal tetten steken, begot!

 

Zo klonken zijn gevleugelde woorden en zijn bejaarde ogen blonken bij het zien van het vrouwelijke schoon.  De uitspraak is niet van mezelf maar 'de sluizen van het Zennegat werden zonder meer de poorten van zijn hemel op aarde...'

 

(foto: Jan Smets.  Frans Croes)

 

 

Later vond ook de Mechelse kunstenaar Frans Croes - de cafébaas van den Herten Aas en dé kabouter van de Mechelse hippies er zijn stek.  Jarenlang woonde en werkte hij er in zijn atelier.  Daar is het ook dat hij enkele jaren geleden overleed.  Het huis was voor de komst van Frans een houtbewerkingsatelier, uitgebaat door Leo Mariën en Etienne Mylemans. (Leo emigreerde naar Australië waar hij nog nog woont).

Het Zennegat had zelfs een melkboer: de filosofische Jan Maes.  Naar men vertelt kwamen daar wel heel talrijk vriendinnen over de vloer...

 

(foto's: Guy Foqué)

 

Van 1971 tot 1973 hebben Etienne Mylemans en Rob Feremans het cafeetje uitgebaat, en ze gaven het de naam 'Haken en Ogen'.

Rob was er gisteren niet bij.  Deze dagen woont hij immers in Le Mesnil - vlakbij de Franse grens - weerom in een 'einde van de wereld'...

 

(foto: Guy Foqué.  Etienne Mylemans)

 

Etienne:

 

We hadden maximaal 50 couverts per dag.  Onze specialiteit was ondermeer opgelegde haring.  In die periode werd hier op het Zennegat de volkse figuur Joppe Castor vermoord.  Zijn naam was eigenlijk Frans Maes.  Hij droeg een bevermuts en steevast een dubbele broek en zijn geld verpakte hij in krantenpapier. Hij woonde naast ons café. Op zijn 65ste werd hij met een voorhamer doodgeslagen.  We zijn beiden in het begin nog verdacht geweest van deze moord die nooit werd opghelderd.

 

 

 

De wat oudere Battelaars herinneren Joppe zeker nog.  Het lugubere verhaal van de moord op Joppe ging zijn eigen leven leiden.  En de chirojeugd van Battel zong er een liedje over.  Nog later - nu alweer 22 jaar geleden -ging het drijvende jeugdhuis van Battel zijn naam dragen: Joppe.

 

Op het Zennegat was lang geen stroom.  Met petroleumlampen en kaarsen behielp men zich.  Toen wij dit café wilden openen kregen we aanvankelijk veel tegenstand.  Eén van de argumenten die men aanhaalde om ons te beletten hier te starten was dat het plafond te laag zou geweest zijn.  Maar we zijn de reglementen beginnen nalezen: voor een eethuisje gold de regel niet.  Dus: bij elke pint gaven we wat te eten tot een boterham met spek...  Men heeft ons dan maar met rust gelaten.... In zijn boek 'Tarab' - travels with my guitar, maakt de naar Australië uitgeweken Mechelaar, mijn vriend, de muzikant Carl Cleves nog uitgebreid vermelding van het Zennegat... Toen wij begonnen hadden we amper 8 ampère aan stroom en géén stromend water.  Dat dienden we op te pompen via een gemeenschappelijke handpomp in de tuin van de sassenier, en met emmers aangesleurd.  Elke ochtend opnieuw.  En het toilet was een plank met een gat dat rechtstreeks uitgaf op de beerput die we elk jaar moesten uitscheppen en lozen in de Zenne.  Er waren geen alternatieven...

 

Vanaf 1973 hebben Leo Mariën en An het café uitgebaat.  Het kreeg toen de naam van 'de Peperkoek'. An woonde in het huis van Frans Croes.  Leo is al lang uitgevlogen, en vertoeft nu in Australië..

Nu was het de beurt aan cafébaas Arthur Reijnders - ook een man die van vele markten thuis is.  Velen kennen hem wellicht nog uit de VTM-kinderreeks 'Schuifaf'....    In 1976 gaf hij de fakkel door.  Juliette die met hem het café openhield woont nu in Spanje.

Tussen 1980 en 1986 stonden Marie Louise ('Wiske') Aerts en Maurice Volckerick aan de tapkraan. 

 

Soms hadden we 300 couverts per dag!  Onze specialiteit was Straffe Max:  een croque madame, met sla, 2 eieren met spek, alsook paling.  Soms was het hier zo druk dat we geen glazen meer hadden en we noodgedwongen onze pinten tapten in een tas voor de koffie.

 

Vader en zoon Pol en Tom Sas hielden de kroeg open van 2005 tot 2010.  Nu wonen ze in Rijmenam.  Het café verkreeg met hen zijn aloude vertrouwde en gemoedelijke sfeer weer.  Er werden ook vaak kleine concertjes gegeven.

Sinds 2013 baat de in Brussel geboren Jan Dellaert Café Zennegat open.  Mechelaar is hij als inds 17 jaar...  Hij nam de zaak over van Beber Geens en zijn moeder Eva die 3 jaar lang aan het roer stonden van het café.

 

(foto's: Guy Foqué: Jan Dellaert)

 

Jan:

 

In 1979 kwam er een klacht voor geluidshinder. En deze werd geformuleerd door het buurtcomié.  Alle bewonders ondertekenden dit.  Ook Frans Croes.  Ik heb de brief - na dertig jaar - teruggevonden achter een koelkast...  In deze open brief aan de burgemeester wordt gevraagd om hier paal en perk aan te stellen.

 

Er zijn wel meer mysterieuze verhalen op deze plek te noteren.  Zo werd er ooit geschoten van de ene kant van de vaart naar de andere.  In de muur van het café is nog een kogelschot te zien vertelt Jan.  Eén van de betrokkenen, Larry Huysmans, is op een wat dubieuze wijze in een auto-ongevel aan zijn einde gekomen in Frankrijk...

 

(foto's: Guy Foqué)

 

Het Zennegat was ook het decor voor twee films.

De kortfilm 'Het huis aan de Overkant' - gedraaid door Paul Amand en Etienne Mylemans haalde in Aachen zelfs de hoogste internationale onderscheiding als niet professionele film.  'De Laatste Vriend' was een film waarin Jaak Van Assche, Jenny Tanghe, Guy Mortier, Marc Uyetterhoeven, Tuur Reijnders, Jacques Vermeiren, Jan Lauwers en vele anderen in meededen...

 

 

(foto's: Jan Smets)

 

Het Zennegat: in de plooien van een stad...

waterrijke negorij...

bol van mythes, waargebeurde verzinsels...

bootsmensen en kabouters,

melkboeren en zonderlingen

cafébazen en dromerige passanten

kunstenaars en muzikanten

naakte meerminnen

niet meer en niet minder

dan een

bonte verzameling huisjes

negorij

met haken en ogen bijeengehouden

versassende schepen

't kielzog

't weten, 't vergeten

de maalstroom der dingen

een schot voor de boeg

een schuimende pint

openbrekende luchten

stille waters  -  diepe gronden

in het leven mag er vaart zitten

hier wordt de rust

gekanaliseerd

hier wordt verbroederd

Zenne en Dijle

babbelen, batteren en battelen

...

 

(foto's: Jan Smets)

 

 

(met  dank aan Guy Foqué voor de mooie foto's en ook aan Petra Van der Poel en Etienne Mylemans)

(foto: Guy Foqué)

 

 

 

 

 

 

Haken en Oogen, met Rob Feremans (1971)