Waar ooit de Nekker huisde...

 

(foto's: Jan Smets)

Ook vandaag was er weer een overrompelende belangstelling voor de tweede zomerwandeling van Mechelenbinnenstebuiten.  Waar vorige week de wijk rond Leuvensesteenweg werd verkend, was het nu de beurt aan de wijk Nekkerspoel.  En deze buurt is zo omvangrijk en boeiend dat ze ook bij de derde wandeling onder de loupe zal worden genomen.  We gingen op stap met Marjan De Roo en Luc Croonen, en wie ze vandaag mocht gemist hebben, kan deze zelfde gidstocht woensdag aanstaande ondernemen.  Vertrek om 19 uur op de parking van de Lakenmakersstraat...

 

Nekkerspoel...: het ligt in de naam verscholen: 'poel'.  Vandaag stonden we met onze voeten in het water.  Of, dat zouden we alleszins gedaan hebben mochten we in de vroegste Mechelse geschiedenis in deze buurt rondgedoold hebben.  Dijle, Vrouwvliet en Heergracht doorkruis(t)en het gebied, en deze waterrijke hoek leverde inspiratie voor  tal van mythes en angstaanjagende verhalen. 'Een wit kalf' en 'ronddwalende stallichtjes - zieltjes van ongedoopte kinderen'... : je moet het je woensdagavond maar laten vertellen door Marjan of Luc. 

Maar de meest tot de verbeelding sprekende legende is zeker die van watergeest Nekker, die hoogstwaarschijnlijk zijn naam gaf aan deze buurt.   Je vindt deze naam al terug in geschriften uit de 14de eeuw.  Nekker zou ook verwijzen naar de god Neptunus...

Mechelen behoorde in de 10de eeuw tot het prinsbisdom Luik en het was prinsbisschop Notger die het besluit nam om hier in deze moerassige streek drie dijken te bouwen.  Nog steeds verwijzen straatnamen naar deze dijken: de Kleine Nieuwendijk ('oude dijk') en de Grote Nieuwendijk (de 'nieuwe dijk).  En dan was er nog de Lakenmakersstraat die zowat de hoofdas vormde van deze wijk.

Deze drie assen of hoofdstraten vormden het wegennet van dit buitengebied dat opgehoogd werd.

In deze wijk kwamen wevers en volders zich vestigen.  Niet zo eigenaardig: de stad had deze liever buiten het centrum.  De wevers hadden immers flink wat plaats nodig en de volders werkten met 'vieze' producten zoals urine... 

De wijk Nekkerspoel kende dus heel wat bedrijvigheid in de textielbranche, en was onafhankelijk van de nabijgelegen stad.  Men sprak zelfs een tijdje van 'stad' of 'Heerlijkheid' Nekkerspoel.  Het was een tak van de adellijke Berthouts die Nekkerspoel beheerden (Van Berlaar). 

De wijk had minder strikte reglementeringen dan de stad.  Zo waren de biertarieven hier lager.  Maar ja: dat schiep wat concurrentie, en in de 12de en 13de eeuw werd dat door rechtgetrokken.

Nekkerspoel vormde een hechte gemeenschap mét een kerk, een eigen slagersambacht én een bedelorde (er was hier dus geld te vinden).

 

(in 't Leitje - vroeger Begijnenstraat.  Hier woonden ook begijnen tot ze verhuisden naar een andere plek buiten de stadswallen...)

 

Toen Mechelen in 1270 zijn indrukwekkende stadsomwalling bouwde kreeg de wijk een 'eigen' toegangspoort: de Zandpoort.  Zo kwam je vanuit de stad door deze poort rechtstreeks in de Nekkerstraat en vandaar in de Lakenmakersstraat.  Weet je nog: de toemalige hoofdstraat.  De Nekkerspoelstraat kreeg pas veel later dat 'statuut'.

In 1308 kwam Nekkerspoel onder het beheer van de stad.

Maar Nekkerspoel kreeg ook wat sociale onlusten te verwerken door politieke strubbelingen in de 14de eeuw.  De wevers waren afhankelijk van de fijne wol die uit Engeland kwam.  De toevoer werd een tijd afgesneden en het begon hierdoor wat benard uit te zien in de wijk.  In 1361 brak een opstand uit waarbij de wevers en volders van Nekkerspoel een tweetal weken het Mechels schepenhuis bezetten.  We vinden nog geschriften terug waar men spreekt over een groot gevecht aan de Befferbrug.    De straf van de stad is zwaar.  De Zandpoort die toegang verleende tot Nekkerspoel werd dichtgemaakt en het volk van Nekkerspoel moet het nieuw schrijn voor de relieken van Rumoldus bekostigen...  Dat laatste was misschien niet zo erg, maar de eerste maatregel zorgde er voor dat Nekkerspoel zijn doorgang naar Mechelen kwijt was.

Die Zandpoort werd sinsdien slecht onderhouden en toen een blikseminslag in 1546 de poort met het vele opgeslagen buskruit in de lucht deed vliegen, was dit een erg grote ramp voor de stad.  Nekkerspoel deelde in de klappen...

De wijk kreeg in 1150 al een kapel.  Deze kapel was spoedig te klein voor de groeiende wijk en in 1215 werd Nekkerspoel een zelfstandige parochie en bouwde men er een eenvoudige gotische kerk gewijd aan de Heilige Geest.

Maar in de godsdienstoorlogen moest deze kerk er aan geloven.  In 1579 werd ze platgebrand en vervolgens totaal afgebroken...

In daaropvolgende rustiger tijden bouwde men dan een nieuwe kapel op de plaats waar nu in de Nekkerspoelstraat een pizzazaak te vinden is.  Deze kapel deed zowat tweehonderd jaar dienst.  Toch bleef ze onder de hoede van de parochie Sint-Petrus en Paulus binnen de stadsmuren.

De Fransen maakten er korte metten mee en gaven de kapel de functie van hooimagazijn.

Nekkerspoel had na de Fransen dus lange tijd geen eigen kerk meer tot pas op het einde van de 19de eeuw besloten werd om de Libertuskerk op te trekken verder aan de Nekkerspoelstraat.

 

 

Nekkerspoel was vorige eeuw een levendige buurt - een uitgangsbuurt zelfs met vele zalen en danscafé's.  En: het had vanaf het midden van de 19de eeuw ook een jaarmarkt voor 'koeibeesten en paarden'.  Later zou ze zelfs wekelijks worden ingericht.

 

 

(op deze plek stond vroeger een pomp)

 

(Mariabeeld Libertuscentrum en gemeenteschool)

 

In 'den draai' van de Nekkerspoelstraat stond ook lang een pomp.  In deze buurt werd ook rond 1870 een gemeensteschool opgetrokken.  De gebouwen die nu andere onderwijsfuncties gekregen hebben zijn nog vrij authentiek.  In de naaste omgeving werden heren-en burgershuizen gebouwd.

 

 

 

Maar naast de drie hoofdassen met lintbebouwing vonden we in de wijk ook nog flink wat velden en open ruimtes...  Hier en daar kunnen we dat nu nog aantreffen.  Zo zal er in de Kalverenstraat van één van deze groene gebiedjes een buurtpark worden ingericht.

 

(Kalverenstraat.  Achter de gevels van de afgebroken woningen links komt een buurtparkje)

 

Wat verder bevindt zich de Paardenkerkhofstraat met een aantal open binnengebiedjes.  Leuk is ook een reeks huizen met voortuintjes die in het interbellum werden opgetrokken.

 

(Paardenkerkhofstraat)

 

Waar nu de Paardenkerkhofstraat loopt lag er vroeger een begraafplaats voor de wijkbewoners, totdat de overledenen rond de kerk werden begraven.  De begraafplaats op deze plek werd nadien 'Kwaad kerkhof' genoemd.  Ongewijde grond. In de Oostenrijkse tijd stond er op de Zandpoortvest een ruiterskazerne.  Gewonde en zieke paarden kwamen op deze plaats terecht in een soort van 'paardenziekenhuis'.  Dode paarden werden hier ook begraven.  Daarmee is de straatnaam ook verklaard...

We wandelen met onze gids door Vooruitgangstraat en Nijverheidstraat tot aan de Papenhofdreef: een mooie met twee rijen bomen omzoomde dreef.  Rechts is er een geheel nieuwe wijk opgetrokken tot aan de Boerenkrijgstraat.

 

(achterkant Nijverheidstraat)

(woonproject Papenhof)

(Papenhofdreef met portierswoning en Papenhof-park)

 

Het Papenhof waar nu nog alleen de portierswoning van rest (nu wijkhuis Nekkerspoel!) was een Huis van Plezantiën, en het behoorde een tijdlang tot de vermogende familie Petit.  Het is ene André Petit die in 1825 de grond schonk aan het Mechels Groot Seminarie in ruil voor een wekelijkse mis...  En zo konden de seminaristen in dit park wekelijks 'gelucht' worden... 

In 1974 kocht de stad het park op en sindsdien is het een groene long in de wijk geworden, met nog een gracht die behoorde tot het vroegere domein en een sierlijk bruggetje incluis...

We stappen door de Varenbosstraat (waar in de 14de eeuw nog aan wijnbouw werd gedaan!) tot aan de Zonnestraat, die verwijst naar de vroegere conservenfabriek Le Soleil.  Op deze plek is er een groot bouwproject aan de gang: hier worden 34 eensgezinswoningen neergepoot..

 

 

 

Rond de verdwenen fabriek tref je nog vroegere arbeiderswoningen aan die bij Le Soleil hoorden en waar meestersknechten woonden.  Ook de directeurswoning is er nog te zien.

 

(Zonnestraat)

 

De fabriek werd opgericht op het einde van de 19de eeuw toen crisis noopte tot reconversie en de tuinbouw werd gepromoot. De buurtgrond was erg goed voor tuinbouw en buiten Le Soleil vestigden zich ook andere fabriekjes in de omgeving.  In de periode rond de Eerste Wereldoorlog telde Le Soleil niet minder dan 600 werknemers - ook vrouwen en kinderen.  Na de Tweede Wereldoorlog kwam de fabriek in de handen van ondernemer  Mr.Thumas die ze noemde naar zijn vrouw: Marie Thumas.  In de jaren tachtig van vorige eeuw ging deze fabriek over kop en nam Bonduelle ze over...  Maar ook dat is alweer geschiedenis...  De fabriek is afgebroken en nu vinden we op het terrein een aantal grotere handeszaken.

Na dit eerste deeltje van de wandeling wordt halt gehouden voor een drankje in volkscafé 'Den Artiest' op het  Pasbrugplein.

 

 

Pasbrug vormde eertijds met de Vrouwvliet de grens tussen Mechelen en Brabant.  Nu is ze niet meer zichtbaar in de Nekkerspoelstraat, en ze loopt verder via de Maanstraat waarna ze terug 'boven water' komt.

In vroegere eeuwen stond hier ook een tolhuis en een religieus tribunaal regelde er in de 16de en 17de eeuw rechtszaken.  Maar ook daar maakten de Fransen komaf mee.  Er bevond zich ook een cachot met twee cellen.

 

 

(Pasbrugplein en Maanstraat)

 

De naburige Sint-Libertuskerk, genoemd naar het door Rumoldus geredde zoontje van graaf Ado en gravin Elisa, die later ook heilige werd, werd ontworpen door stadsarchitect Van Boxmeer rond 1912.  In 1885 had Nekkerspoel al een eerste noodkerk gekregen op de plaats waar nu de parochiezaal is.

 

(kerk gezien vanuit Zonnestraat én pastorie)

 

In de onmiddellijke omgeving van de huidige kerk vond men vroeger ook een paar molens terug: de Doorlaermolen en de Pasmolen.

 

(Voldersstraat)

 

We verlaten de drukke Nekkerspoelstraat en via het wooninbreidingsgebied - Schepvoortstraat - achter deze steenweg, lopen we tot de Borchtstraat, waar we het imposante vroegere 'usine à vapeur' kunnen bewonderen.  De vroeger fabriek die werkte met stoommachines en aan houtverwerking deed voor de meubelnijverheid is nu knap 'ver-loft'.

 

 

We staan terug in de Lakenmakersstraat - bijna bij het vertrekpunt, en krijgen het verhaal van de voormalige 'Waterborcht' die er ooit stond en behoorde aan de Berthouts die er vanaf 1250 woonden.  Het huidige kasteeltje dat nu in verval is, dateert echter van 1860.  In de Lakenmakersstraat bemerken we nog wel het vroegere portiershuis.

 

  (Borchtstraat)

 

We staan nu bij de afleidingsdijle en de plaats waar in 1868 een los-en laadkade voor vee werd gebouwd...

 

 

In deze omgeving werden ooit de restanten van een oude nederzetting én een prauw gevonden die een tijdlang in de vlietenkelder werd tentoongesteld.  Maar de kelder onder de IJzerenleen werd geen succes... De niet droog te krijgen kelder werd gesloten en de prauw werd (voorlopig?) elders ondergebracht...

 

 

Textiel, conserven, watergeesten, koeiebeesten...  Dit was de geschiedenis van een boeiende wijk die nu sterk wordt opgewaardeerd...  Volgende week zondag 20 augustus (14 u)  en woensdag 23 augustus (19 u) wordt de buurt opnieuw verkend - vertrek aan het Onvoeringsplein.

Aanrader!

méér info:

www.mechelenbinnenstebuiten.be