Eerste editie van eigenzinnig en gedurfd Mechelse In Utero Festival is voltreffer



Vrijdag 26 mei 2017
, zal bij velen wel herinnerd worden als één van die bloedhete dagen van dat bewuste Hemelvaartweekend, maar muziekfanaten die er vrijdagavond bij waren, weten dat het ook de dag was dat het eerste In Utero Festival plaats greep in Mechelen. Lien Peeters, Karolien van Humbeek en Tinne Vandersmissen, de straffe jongedames achter In Utero, organiseerden in Mechelen al tal van fijne concertjes, nu pakten ze dus uit met een heus festival. Mechelen Blogt ging ter plaatse en zag dat het festival de start niet miste... 

Waar het mooie weer de muziekfans eerst nog tegenhield was het zodra de avond vorderde full house in Cultuurcentrum Mechelen. Het uitstekende programma heeft daar ongetwijfeld aan geholpen. In de Minderbroederskerk traden achtereenvolgens Nordra (USA) Briqueville (B), Mai Mai Mai (IT), GNOD (UK) en Paper Hats (B) op. Tussendoor en nog tot in de vroege uurtjes zorgde Karolien Polenus aka DJ Nixie voor de fijne muziekjes, met steeds eigenzinnige en originele keuzes.

Wanneer ietsje over achten Nordra aan de set zou begon, was er toch al aardig wat publiek. Monika Khot, gitariste-zangeres van Zen Mother moest het dus niet voor een lege zaal doen. En gelukkig maar. Met Nordra nam de muzikante uit Seattle ons mee op een wel heel erg aparte trip. De eigen stem, gitaar en trompet werden live gespeeld en gelooped, in combinatie met de drummachine en diverse effecten. Zo creëerde Nordra een geheel eigen auditief universum met intense klanken, soms onaards maar altijd mooi. Onaards mooi ook. Het publiek liet zich gewillig meevoeren in de apocalyptische en sacrale soundscapes. Het klonk fantastisch en fanatisch, bezwerend en bezeten. Een sterke opener van het In Utero-festival waar we hopelijk nog meer van zullen horen. En zo staat Seattle niet langer louter synoniem voor grungeband x, y en z.

Rond de klok van negen, voor een ondertussen goedgevulde kerk, met een beetje vertraging, begon Briqueville, met alle bandleden gehuld in monnikspij en getooid met gouden maskers, aan hun oorverdovende en onverbiddelijke set post-, sludge- en doommetal. Geen tijd voor een snelle begroeting, laat staan bindteksten. Nee, meteen brak de hel los. Briqueville speelde een ongelooflijke hechte en hectische set, retestrak, tergend luid en absoluut zonder genade. Veelal instrumentaal, soms voorzien van desperate zang. Er was geen ontkomen aan deze luide stomp in de maag en aanslag op je hele zijn, de gitzwarte soundscapes en diepsnijdende occulte riffs of was het gewoon harde rock en roll uit de diepste krochten van de hel, spookten door de kerk. Na ongeveer een uurtje liet Briqueville het publiek terug vrij, de betrokkenen verweesd achterlatende met ook een behoorlijk wauw-gevoel, al dan niet bekeerd tot de kerk van Briqueville.



Of we ooit de ware identiteit van de Briqueville-bandleden zullen achterhalen is nog maar de vraag. The Residents houden dat ondertussen al sinds 1969 vol per slot van rekening. Maar ter zake: Briqueville was een wonderlijke belevenis, zo eentje die nog uren later nazindert.

Van een geheel andere orde was de performance van Mai Mai Mai, het project van Toni Cutrone. Gezeten achter het tafeltje waarop zijn apparatuur stond en iPad lag, ei zo na volledig in het donker gezet, en met enkel een zwarte kaars, en, toeval of niet, gemaskerd net als de heren (of zijn het dames, want ook dat weten we niet) van Briqueville, liet Mai Mai Mai drones en soundscapes op het publiek los. Er werd veel aan knopjes gedraaid, en hij maakte gebruik van geluiden die hij uit de iPad toverde alsook een hele resem old skool cassettebandjes. De mix van drones en ambientgeluiden ging gepaard met projecties. De verschilende sferen en klanken die Mai Mai Mai tevoorschijn toverde, anders dan eerder op de avond bij Nordra, hoe knap gedaan ook, ze overtuigden niet echt. En al was de set helemaal niet zo lang, al gauw sloeg de verveling toe. Jammer, maar allicht kon het andere concertgangers wel bekoren.

I think it’s only fair to tell you right from the start that, right now, I think Gnod are the best band on the planet.”, zo beweerde The Guardian onlangs zonder verpinken. Misschien is dat wat overdreven. Feit is wel dat GNOD, de overvolle Minderbroederskerk meteen in vuur en vlam zette en door de hun set raasde als bezetenen, of zoals ik enthousiast op mijn facebookprofiel schreef in het heetst van de strijd: “Gnod beekt hier het kot af!”.



Het collectief uit Manchester, wist te bekoren met hun mix van noise, spacerock energieke krautpunk en rock 'n roll. Op bepaalde momenten deed de zang, deels de muziek en de attitude wat denken Killing Joke. Wat een wall of sound, en wat een bommetje. Het recente album Just Say No To The Psycho Right-wing Capitalist Fascist Industrial Death Machine (2016) is, behalve een mondvol en duidelijke boodschap, een geniale space rock-, noise-punk-plaat en deed al veel goeds vermoeden. Live werd dat zonder veel moeite bevestigd. Geen franjes of toestanden. Gaan met die banaan en dat aan honderd per uur. GNOD kwam, zag en overwon. Amen.

Paper Hats, het jonge synthesizergeweld uit Londerzeel, had de eer om het festival te besluiten, even over middernacht. En de dame en heren deden dat met brio. Een hele muur vol synthesizers, hectische drum, gitaar en nog meer keyboards – hoorde ik daar een zalige hammondorgelpartij ook? - waren goed voor een behoorlijk dansbare zet met een reeks hele vette grooves. De muziek van Paper Hats bevat veel echo's uit de eighties en zelfs seventies, en ik zou Paper Hats zowaar zomaar de kinderen van Kraftwerk durven noemen. Maar dat is een compliment, echt waar. De invloed van deze Duitse iconen is overduidelijk aanwezig, en daar is niets mis mee natuurlijk.
Na het geniale gitaargeweld van GNOD was dit synthesizerfeestje de perfecte afsluiter van de eerste editie van het In Utero Festival.

Had ik het over afsluiten? Daar werd nog niet echt aan gedacht toen ik het festival verliet rond de klok van half twee, was het nog gezellig druk, DJ Nixie speelde nog volop ten dans.

We kunnen zonder blozen stellen dat de eerste editie van het In Utero Festival een schot recht in de roos was. Blozen moeten Lien, Karolien en Tinne allerminst doen, neen ze mogen fier zijn op deze eerste editie, die een heel mooi gedurfd en gevarieerd programma bood en naar meer smaakt. Moge In Utero Festival een begrip en vast haven worden voor eigenzinnig en gedurfde muziek, weg van de mainstream. Doen, dames. Op naar editie twee!

tekst & foto's: © Mark Van Mullem

Dit verslag verscheen ook op © Luminous Dash, zelfde auteur.

 

Vlot verslag of ik erbij was en gelukkig voor mijn oude oren hoor ik het alleen maar in mijn hoofd.;-)