"Ik kijk naar de geschiedenis als door 'n venster"

 

(foto's: Jan Smets)

Dit boek gaat over kleine mensen.  Vorsten, heersers en generaals 'schrijven' de geschiedenis, maar het is de kleine man die ze schraagt...

Dat vertelt me Marcel Kocken van wie zopas zijn in 2007 uitgegeven boek 'Gruwelgids voor Oud-Mechelen' opnieuw is uitgegeven.  Het boek was nergens meer verkrijgbaar maar deze herdruk komt netjes op tijd bij de start van het stadsfestival  OP.RECHT.MECHELEN.  Nochtans gaat het boek niet over de Grote Raad, maar wel over 500 jaar rechtspraak in onze stad aan de hand van honderden vonnissen.  De persoonlijke geschiedenis van de gewone Mechelaar die in aanraking komt met het gerecht wordt uit de doeken gedaan.  Het gaat over de toen heersende rechtspraak, over heksenprocessen, over diefstal en moord, landloperij, prostitutie en ketterij...  Welke straffen ondergingen deze Mechelaars?  We volgen in het boek landlopers, schouten en beulen... Dat straffen vaak gruwelijk waren verklapt de boektitel al.

Ik ben bij het samenstellen van dit boek 'omgekeerd' te werk gegaan.  Normaal vertrekt men bij studies over het onderwerp en zoekt men daarna naar 'gevallen' om dit te staven.  Ik vertrok echter vanuit de vonnissen.  Zo was ik niet bevooroordeeld.  Nadien pas schreef ik mijn conclusies neer.  Het lezen van al die oude registers en schrijfsels gaf me een haast zinnelijk genot - géén genoegen.  Ik las de heksenprocessen of ik er zélf bij was.  Ze werden bijna ter plaatse tijdens de martelingen opgetekend.  Zo leek ik ooggetuige.  Ik voelde dat ik er bij was, maar ik zat er niet tussen.  Ik stond precies voor een venster.  Het is zo dat ik naar de geschiedenis.  Door deze documenten en vonissen te lezen liet ik mijn verbeelding werken.  Dan zie ik voor mij de bedelaars, de sukkelaars... En dit alles heb ik op een bevattelijke en toegankelijke manier in mijn boek neer te schrijven.  Om het vlot leesbaar te maken heb ik uiteraard een uitgebreide bronvermelding toegevoegd, maar liet ik de storende voetnota's achterwege.

Voor wie dit artikel nog op tijd leest: het boek dat verkrijgbaar is in alle Mechelse boekhandels, wordt morgen door Marcel himself gesigneerd bij Salvator in Befferstraat tussen 10u en 13u  (je kan er dan trouwens ook terecht voor het boek 'de piemel van Napoleon' van Lode Melis die in de namiddag nog bij Standaard Boekhandel zal signeren.  Dit ter zijde...)

 

Marcel Kocken (°1935) is als historicus afgestudeerd aan de VUB en is al decennialang stadsgids en auteur van vele boeken en publicaties over onze stad.  Men noemt hem wel eens het Levende Geheugen van deze stad.  En die titel is niet misplaatst. Toen Marcel op zijn 69ste, enkele jaren na zijn pensioen doctoraatstudent werd aan de universiteit van Tilburg, wou hij zijn thesis maken over oud recht en de toepassingen hiervan.  Maar toen hij wat later ziek werd is hij jammer genoeg moeten stoppen met dit werk.  Hij had er spijt van, maar het ging toen echt niet meer.  Gelukkig herstelde Marcel goed nadien.

Maar hij had natuurlijk al heel wat opzoekingswerk gedaan en vele boeiende dingen 'gevonden'.  Daar wou hij beslist nog wat mee doen.

 

Zo verscheen in 1532 de 'Carolina' van Keizer Karel: een strafwetboek dat hij door deskundigen liet samenstellen.  Het verscheen in in het Duits en werd nadien vertaald.  Eigenlijk wou hij met dit wetboek het recht in de gebieden waarover hij heerste uniform maken.  Overal diende men min of meer de zelfde straffen toe te passen.  Trouwens dat poogde lang voor Karel V ook al Karel de Stoute met zijn Grote Raad.  Wat mij intrigeerde was of men in al die gebieden of steden dit wel opvolgde.  Dat vroeg ik me af.  Zo wou ik de toepassingen van het strafrecht in drie steden volgen: in de 16de eeuwse Brabantse steden Brussel, Antwerpen en Mechelen...  Waarin was de rechtspraak in deze steden gemeen, en waar weken ze van mekaar af?  Ik zocht dat op aan de hand van gedrukte inventarissen. 

 

Naar Marcel luisteren is een plezier!  Hij is zo onderlegd en doorspekt zijn verhaal met talloze anecdotes en weetjes.  Zo vertelt hij me dat men in het begin van de 19de eeuw er even aan gedacht heeft om het Hof van Beroep in Mechelen te installeren.  Hier had men immers de infrastructuur én traditie van de Grote Raad.  Maar goed: men koos uiteindelijk voor het grotere en toen belangrijker Antwerpen...

Dit vertelt hij me terloops, want uiteindelijk gaat het over het stadsstrafrecht van Mechelen...

 

Hoe meer ik las, hoe meer mijn mond open viel.  Ik las al die processen en dan paste ik de theorie toe.  Ik was niet 'besmet door vooroordelen'.  Hoe is onze rechtspraak en bestraffing toch geëvolueerd.  Om maar één voorbeeld te geven: in de 17de 18de eeuw (de tijd van de Verlichting nota bene!) werden zonder schroom kinderen en jongeren opgepakt en veroordeeld.  Ze waren nog niet meerderjarig maar om zwaar gestraft te worden waren ze oud genoeg.  De kinderrechten komen van ver.  Ook stond ik soms versteld van de zwaarte van de straffen - soms voor hele kleine dingen... 

 

Gevangenisstraffen bestonden amper.  Men werd alleen kort opgesloten voor het proces en de veroordeling waarna de straf volgde...

 

Wie geld had kon zijn straf afkopen. Bij de schout die vertegenwoordiger was van de heer of noem het zo je wil een soort  voorloper van de procureur des konings kon je je vervolging afkopen.  Dat bedrag werd dan netjes verdeeld: Een derde ging naar de schout zelf, een ander derde ging naar de schatkist en het laatste derde ging naar de schepenen (dat heeft niks te maken met het ambt van schepen nu, maar het waren wel.  rechters). Elke partij had er dus voordeel bij.  Dat gebeurde nog allemaal in de 18de eeuw.  Met Napoleon veranderde het rechtssysteem wel grondig.

 

De straffen waren - in onze optiek - héél zwaar...

 

Zo blijft me het proces van ene Marie-Catherine Gouenveau uit Gerpines me heel erg bij.  Dit 24-jarige meisjes was dienstmeid mij mevrouw Daneels, weduwe van een lid van de Grote Raad.  Ze woonde aan de Wollemarkt (gek hoe véél later een 'andere Daneels op de Wollemarkt kwam wonen).  Het meisje stal drie kledingstukken van 'madame' en een paar 'neusdoeken' (foulards).  Ze wordt ter dood veroordeeld voor de vierschaar en zou opgehangen worden.  Je moet weten dat huisdiefstal veel zwaarder bestraft werd dan een 'gewone' diefstal.  Wat volgt is een gruwelijk verhaal.  De beul gaat de ladder aan de galg op met de veroordeelde Marie-Catherine en legt eens bovengekomen de strop rond haar hals...  Maar het meisje is vrij corpulent en laat zich van de ladder vallen.  De beul raapt haar op en voor de tweede keer beklimt hij met haar de ladder.  Maar de dienstmeid valt voor de tweede keer op de grond en breekt haar been.  De schout is razend kwaad.  Na het middagpauze wordt de zaak hervat.  De beul bindt een koord rond het meisje en een paard moet voor het tegengewicht zorgen.  Maar dan gebeurt er iets dat je in de slechtste film niet kan voorstellen.  Er zijn vele toeschouwers naar het 'spektakel' komen kijken, en enkele jonge snaken van 16, 17 jaar maken dat paard 'horendul'.  Het dier loopt hierdoor niet vooruit maar achteruit en de veroordeelde valt voor een derde keer.  De beul moet herbeginnen en de steeds kwader wordende schout vraagt aan twee stadssergeanten om het paard tegen te houden.  Die willen echter niet, want dit is 'hun job niet'.  (een beul helpen vond men oneervol in die tijd).  De beul die staat daar maar, en het meisje ligt op de grond.  Uiteindelijk verzoekt de schout twee van zijn dienaars om te helpen.  Pas bij de vierde keer lukt de opknoping. (eigenlijk was dit niet gebruikelijk want bij een 'mislukte' terechtstelling deed men gewoonlijk niet verder...)

 

 

Beulen dienden in de leer te gaan om zich  'de knepen van het vak' eigen te maken.  Het was nogal een gesloten wereldje.  De dochter van een beul trouwde met de zoon van een beul, enzoverder...  Op het einde van de 18de eeuw heeft niet elke stad meer een beul...

Dan vertelt Marcel nog een ander verhaal over ene Huibrecht Monio die de uitbater van de gevangenis was (een gevangenis werd verpacht!)

 

In de Mechelse nor zaten een paar boeren uit Lede gevangen, wachtende op hun proces.  Waarschijnlijk waren het beestenkoopmannen en ze hadden nog wat centen op zak.  Ze vragen oppasser Huibrecht om wat brandewijn voor hen te kopen, en onze cipier gaat dat voor hen halen in een herberg op de Grote Markt en drinkt nadien even gretig mee met zijn gevangenen.  Dat herhaalt zich.  Weer brandewijn gekocht, weer gedronken...  Huibrecht valt 'strontzat' in slaap.  Men krijgt zijn sleutel te pakken, en de gevangenen kiezen het hazepad.  Zo dient de cipier voor de vierschaar te verschijnen.  Hij wordt veroordeeld tot levenslange verbanning uit Mechelen.  Die zijn leven was om zeep...  En dit om een 'beroepsfout'...

 

Zoals ik hierboven al aangaf zat men alleen in de gevangenis in afwachting van een proces.  Zo lees je dat een man uit Nekkerspoel die zijn vrouw doodsloeg met een pook in de gevangenis terecht kwam en een paar dagen later reeds voor de vierschaar diende te verschijnen.  Zonder discussie werd het vonnis uitgesproken en volgde de veroordeling.

 

We komen van ver als je het oud strafrecht uit de vroegste middeleeuwen bekijkt. Rond het jaar 800, 900 was het principe geldig: 'geen klager: geen recht'.  Toen ging het ook nog om 'oog om oog, tand om tand...'

 

 

In 2007 werd 'de Gruwelgids voor Oud-Mechelen' uitgegevenbij het 50-jarig bestaan van de gidsenbond.  Nu is er de herdruk.  De inhoud van het boek is ongewijzigd.  Alleen de cover oogt 'frisser'.

Het handelt over 500 jaar stedelijke rechtspraak.  Over opknopen, verbannen, folteren, onthoofden, heksen, ketters, moordenaars, dieven, landlopers, rechters en beulen
 

Het telt 224 bladzijden en tientallen passende afbeeldingen.

Het boek wordt uitgegeven door C.De Vries-Brouwers en kost 24,90 Euro.

Een aanrader voor al wie het nog niet op de boekenplank staan heeft!

 

 

 

 

 

Ik ben de gelukkige bezitter van zijn eerste druk zoals voor zowat alle boeken die Marcel heeft geschreven.  Weeral 9 jaar geleden!  Verdomme, ik word een oud péke :-)