Sinds mensenheugenis breng ik mijn vakanties door in het goddelijke dorpje Goudargues, op het scherp van de snee tussen de Provence en de Cévennes. Camping “Le Saint Michelet” is mijn tweede thuis, waar ik al jaren hetzelfde plekje vlakbij de rivier de Cèze bezet. Niemand zou het aandurven op dat plekje te gaan staan, want dat is van “Rudie” (den Roedie op zijn Frans). Iedereen kent er al jaren iedereen, maar toch komt een mens zo nog eens nieuwe bezoekers tegen, in dit geval het opvallend blijgezinde koppel Marga en Bert Van Beusekom, u had het al geraden, volbloed Nederlanders. Echter sinds ik het onvolprezen boek “De man in de kathedraal” van Luc Van Balberghe heb gelezen en herlezen, besef ik dat volbloed een ijdel, zelfs onmogelijk begrip is. Marga heet met haar meisjesnaam van der Linden.
Op een van die bloedhete middagen in juni 2016, en het in Mechelen nog zowat vroor aan de grond, sprak Marga me aan. “Ik hoorde dat u wel iets afweet van Mechelen, klopt dat?” Gelukkig is bescheidenheid nu net mijn sterkste kant en antwoordde ik zuinigjes tegen deze Hollandse schone: “Wel, ik ken er wel een en ander, maar wat bedoelt u precies?” Marga lachte en vroeg me of ik al eens van de Jesusklok had gehoord, want die zou volgens de familieverhalen nog door een van haar voorvaderen gegoten zijn, een zekere Steylaert.
Dank zijn mijn goede vriend Nick Vanhaute, die me al jaren onophoudelijk bestookt met alle mogelijke weetjes op, rond, boven, onder en vooral ook in de toren viel mijn eurocent redelijk snel. “Bedoelt u Adriaen Steylaert? Ja hoor, die heeft inderdaad wel een klok gegoten voor onze beiaard, maar niet de Jesus”. Ik bemerkte een korte aarzeling in de blik van Marga, maar die maakte al snel plaats voor oprechte nieuwsgierigheid. Haar interesse was gewekt! Ik legde haar uit dat Adriaen Steylaert het vak had geleerd van zijn grootoom via moederskant, Jacob Waghevens. De “Jesus” is de oudste klok van de beiaard en werd in 1480 gegoten door de grootvader van Jacob, Henricus Waghevens, de stamvader van de gietersfamilie. Het is geweten dat Adriaen Steylaert het vak heeft geleerd van zijn oudoom Jacob en dat ze steeds hebben samengewerkt. Hun klokken werden vooral verkocht in Nederland. Er is van Adriaen één prachtige originele klok bekend in de historische beiaard van Sint-Rombouts: de Gielis.
Dit alles is gemakkelijk na te trekken via de ongelooflijk handige website van de blogger Tchorski. Toen ik daarbij nog kon vermelden dat ik vermoedelijk ook nog het huis kon aanduiden waar Adriaen ooit had gewerkt, kon de dag niet meer stuk. Het familieverhaal werd serieus aangevuld.
Toen ik Marga vroeg hoe ze dan wel verwant was met de familie Steylaert vertelde ze me dat haar inmiddels overleden grootvader langs moederskant Adrianus Rutger Stijlaart heette en bronsgieter was in het stadje Rumpt in de Betuwe. Hij was enkele keren naar Mechelen gekomen om er de klok van zijn voorvader Adriaen Steylaert te bekijken. Hij had voor al zijn kinderen een afgietsel gemaakt van een originele handbel van Adriaen, die nog ergens in de familie bewaard wordt.
De familienaam zou, zoals zo dikwijls gebeurde, inmiddels van schrijfwijze veranderd zijn. Het bronsgieten zit echt in de familie, want er zijn nog enkele ooms die het vak beoefenen: bronsgieterij Hans Stijlaart uit Waardenburg, bronsgieterij Flassh van Jos en Johan Stijlaart. bronsgieter Gerrit Stijlaart uit Zoelen is een neef van Adrianus Rutger Stijlaart, tenslotte is er nog bronsgieter Ben Kemner, getrouwd met Leni Stijlaart, de dochter van Adrianus. Blijkbaar loopt er brons door hun aderen.Er werd een stamboom van de familie opgesteld. Marga zal het allemaal nog eens goed nakijken of er wel echt een familieband is die teruggaat tot de 16e eeuw.
Feit is dat het weer een leuke aanleiding is om de roemrijke Mechelse bronsgieters even extra in het voetlicht te plaatsten, waarvan de Waghevensen mede toonaangevend waren.
Tchorski geeft ons volgende chronologie:
DE FAMILIE WAGHEVENS:
Henricus Waghevens (tussen 1420 en 1425 – 1483, actief van 1462-1481
Zonen: Simon, Georgius I en Peter
Simon Waghevens (rond 1448 – 1538). zoon van Henricus Waghevens. Actief van 1483-1526
Hij koopt in 1482 het huis ’t Bijlken, Katelijnestraat 100 (nu pizza Roma) en in 1492 het aangrenzende huis ’t Reepken.
Hij verkoopt de gieterij in 1512 aan zijn broer Georgius en gaat zelf als rondreizend gieter aan het werk, niemand weet waarom. Hij wordt beschouwd als de beste van zijn tijd, maar er zijn geen werken van hem meer bekend.
Georgius I Waghevens (na 1470 – 1524)
Zonen: Medardus en Jan
Neemt de gieterij ’t Bijlken over van Simon en koopt ook ’t Reepken terug op, samen met gebouwen aan de Ganzendries. Is dus succesrijk te noemen.
Peter Waghevens (1470 – 1537) broer van Simon, actief van 1499 tot 1515.
Peter is gehuwd met Cecile Van den Eynde (Jancoppens)
Zonen: Jacob, Georgius II en Cornelis
Jacob Waghevens (voor 1500 – 1574) actief van 1530 – 1570
Grootoom van Adriaen Steylaert. Goot o.a. een reeks klokken voor Sint-Rombouts.
Medardus Waghevens (na 1490 – 1557):
Neemt de gieterij van zijn vader over in de Katelijnestraat 115 (de Gulden Kop, nu Prins van Parma – huis de Alruin. Hij heeft een grote productie gekend en was de enige die ook kanonnen mocht gieten.
Foto: Karel Somers
Dit alles is natuurlijk erg interessant. Helaas (hoewel…) zit ik hier nog te bakken bij 32 graden en is het in Mechelen op het ogenblik zo leuk dat iedereen toch maar binnen zit en misschien tijd heeft om een en ander mee na te kijken. Ik ben trouwens ook het boek van Marc Van Bets en Karine de Coster over de Mechelse klokgieters thuis vergeten.
De volgende vragen stellen zich onder andere:
- Waar was het Reepken nu precies gelegen, naast de Katelijnestraat 100, nu pizzeria Roma, of betreft het huidige Prins van Parma, er rechtover?
- Zijn er in deze twee huizen nog sporen van de vroegere bedrijvigheid?
- Op welke manier was Jacob de grootoom van Adriaen?
- Wat is er nog bekend over Adriaen Steylaert?
- Wie waren de kinderen en kleinkinderen van Adriaen?
- Is de kopie van de handbel gemaakt van een reeds bekend exemplaar?
- Zijn er buiten de reeds genoemde woningen nog andere bekend, bv op de Ganzendries?
- Ik dacht dat ook het prachtige houten huis de Vijgenboom, nu juwelier De Boeck, ook bezit was geweest van de familie Waghevens, kan dit kloppen?
In het verleden werd ik bij mijn opzoekingen regelmatig geholpen door mijn trouwe vriend Paul Behets van de intussen roemruchte “Ware vrienden van het archief” Via hun website heb ik reeds het volgende gevonden:
3 | Reepken | Sint-Kathelijnestraat | 24 | 7 | 1500 | Schepenregisters 117 f° 176v (Schepenregister) |
7 | Adriaen Steylaert | Mayken Van den Dijcke | 7/6/1580 | S.A.M. Weeskamer 12 f° 21 |
8 | Adriaen Steylaerts | Mayken Van den Dijcke | 6/11/1592 | S.A.M. Weeskamer 12 f° 73v |
9 | N. Steylaert | Mayken Van den Dijcke | 29/5/1599 | S.A.M. Weeskamer 12 f° 87 |
Adriaen Steylaert was dus blijkbaar gehuwd met Mayken Van den Dijcke en had ook kinderen, gezien de verwijzing naar de Weeskamer.
De bekende Amerikaanse beiaardierster en professor Tiffany Ng heeft tijdens haar studies aan onze Koninklijke beiaardschool Jef Denyn een inventaris opgesteld van alle klokken in het beiaardmuseum. Deze is in te kijken op Academia.edu. Het museum heeft inderdaad nog enkele handbellen van Adriaen Steylaart:
- Adam en Eva,
- Caesar
- De kruisiging van Christus.
Deze bellen werden op dezelfde manier versierd als de grote Gielisklok. Ik had er geen idee van dat de stad nog zoveel moois in haar bezit heeft. Hopelijk zal dit alles een plaats vinden in het nieuwe stadsmuseum Busleyden. Een van de stukken betreft zelfs de “Coronation Bell” van Queen Elisabeth en is van topkwaliteit.
De namen van Jacob Waghevens en Adriaen Steylaert blijken ook nogal te zijn verweven met de Nederlandse wetenschapper Jan Adriaenszoon, die zelf de naam Leeghwater gebruikte. Hij was uitvinder van bemalingssystemen en zelf op de wind draaiende windmolens. De man was van geen ijdelheid gespeend en beweerde naast uitvinder ook klokgieter geweest te zijn. Achteraf is uitgekomen dat hij gewoon oude klokken van onze twee vrienden en Hemony had herbruikt... Enige grootspraak is van alle tijden, kijken we maar net over de plas.
Marga is hier nu vertrokken en zal me verder op de hoogte houden van haar bevindingen thuis, onder andere waar de handbel is waarvan haar grootvader de kopies gemaakt heeft.
Wordt mogelijk vervolgd!
Bedankt voor dit leuke artikel Roedi! We leerden weer wat bij!
Interessant artikel, benieuwd naar het vervolg van de opzoekingen.
Uit het tijdschrift Ascania van de Koninklijke Heemkring Ascania vzw, jg. 58, nr. 3, Asse, 2015, p. 73 - 82.
Door François van der Jeught