Voor al wie ons rijkelijke Mechelse erfgoed een warm hart toedraagt, is komende zondag weer een hoogdag van formaat. Op 13 september is het immers Open Monumentendag en dan kan je traditiegetrouw op tal van plaatsen in de stad bekende en minder bekende monumenten gaan (her)ontdekken. Op het programma staan onder meer bekende namen als de Kazerne Dossin en de Brusselpoort, maar je kan ook meer mysterieuze plekken gaan bekijken, zoals het Spuihuis en het vroegere klooster van de ongeschoeide karmelietessen. Dé blikvanger wordt wellicht de locatie van ons gloednieuwe stedelijk erfgoeddepot: de oude fabrieksloodsen van de Société Rateau in Muizen. Een locatie met een bijzondere geschiedenis...
De Rateaufabriek dankt haar naam aan Auguste Rateau. In 1904 richt deze Franse ingenieur in Parijs een naar hemzelf genoemde Société op, die zijn technische ontwerpen moet ontwikkelen. Het bedrijf, dat zich specialiseert in stoomturbines, pompen en ventilatoren, kent meteen succes en krijgt onder meer de Franse Marine en de Belgische steenkoolmijnen als belangrijke klanten. Al snel komt er dan ook uitbreiding: in 1911 sticht Rateau de 'Société Belge des Ateliers Rateau' en in 1913 richt deze firma zijn gebouwen op aan de Leuvensesteenweg in Muizen, langs de vijf jaar eerder aangelegde spoorlijn Mechelen-Leuven. Aanvankelijk kon zelfs het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog de groei van het bedrijf niet temperen. In het oorlogsjaar 1915 wordt de fabriek in Muizen zelfs nog uitgebreid, maar de daaropvolgende jaren gaat het wat minder, vooral door (vermoedelijke) inbeslagname van goederen door de Duitse bezetter en door doelbewuste sabotage.
Oprichter Auguste Rateau zelf zit ondertussen niet stil, maar neemt integendeel een belangrijke rol op in de technische verbetering van de Franse en Britse oorlogsvliegtuigen, op zich al een nieuwigheid in de Groote Oorlog. In 1922 levert dit Rateau een Britse medaille op. De heropbouw en uitbreiding van zijn imperium is dan al volop aan de gang: in Parijs komt er in 1919 een nieuwe fabriek waarvan het ontwerp gebaseerd is op de gebouwen in Muizen en waar machines uit dit Belgische filiaal worden gebruikt. De vestiging in Muizen zelf gaat zich ondertussen toespitsen op de productie van pompen en ventilatoren en wordt in 1927 gevoelig uitgebreid.
Niet veel later volgt alweer een moeilijke periode. De beurscrash in 1929 zorgt voor een crisis en in 1930 overlijdt oprichter Auguste Rateau. Na een korte heropflakkering na 1935 volgt dan de Tweede Wereldoorlog. Het Duitse leger schakelt de fabriek in voor de productie van turbines voor duikboten van de Kriegsmarine. Het Belgische Partizanenleger besluit hierop in maart 1944 tot een sabotageactie: een deel van de fabriek wordt onder leiding van de bekende verzetsman Frans Storms met behulp van 25 kilogram dynamiet opgeblazen en verschillende installaties worden handmatig vernield om ze uit handen van de bezetter te houden. Een noodzakelijke actie, die het bedrijf wel een zware klap toebrengt en bovendien nog wordt verergerd in de nacht van 6 op 7 mei 1944, wanneer de Rateaufabriek wordt getroffen door een luchtbombardement van de geallieerden.
Na de oorlog volgt de heropbouw: de fabriek in Muizen wordt tweemaal uitgebreid en de contracten lopen vlot binnen. Ondertussen houdt het bedrijf zich ook bezig met de ontwikkeling van straalmotoren voor de Franse luchtvaart - een activiteit die leidt tot een heuse patentenoorlog met de legendarische Britse autobouwer Rolls-Royce. Hoewel de Belgische vleugel van Rateau klein blijft ten opzichte van de Franse, speelt hij een belangrijke rol in de grote industriële ontwikkelingen in België, zoals de uitbouw van de chemische industrie, de modernisering van de waterwegen en de bouw van kerncentrales in Frankrijk en België, na de oliecrisis van 1973. Zo leverde Rateau pompinstallaties voor de thans omstreden centrales van Doel en Tihange.
Na het afnemen van contracten vanuit de nucleaire programma's werd de productie van Rateau geleidelijk afgebouwd en ging de firma zich concentreren op onder meer montage en verkoopdiensten, wat ze tot op vandaag blijft doen, zij het onder de vlag van Alstom Power Thermal Services.
De oude fabrieksgebouwen werden ondertussen verkocht aan de stad Mechelen, die er de komende jaren het erfgoeddepot 'RATO' gaat uitbouwen. De collecties van het stadsarchief, de archeologische vondsen gedaan in Mechelen en de kunstschatten van onze stedelijke musea zullen er in de toekomst een veilig onderkomen vinden én beter kunnen ontsloten worden voor het publiek. Een betere locatie dan deze historierijke industriële site is hiervoor niet denkbaar.
Nu zondag 13 september kan je in het kader van Open Monumentendag van 10 tot 18 uur alvast een kijkje gaan nemen in de oude fabrieksgebouwen van Rateau, die als RATO binnenkort een nieuw leven zullen beginnen als erfgoeddepot. Je vindt de gebouwen aan de Leuvensesteenweg 474 te Muizen-Mechelen. Beslist de moeite waard! Meer details over het OMD-programma in Mechelen, vind je hier.
Tekst: Kevin Polfliet i.s.m. Robin Debo van de vzw ETWIE. Een meer uitgebreide tekst zal te vinden zijn in de brochure van Open Monumentendag in Mechelen. Afbeeldingen: Depot RATO, Universiteitsbibliotheek Gent, Mijnmuseum Beringen en Collections Ecole polytechnique.
Rateau Muizen
Vraagje :
Mogen (of kunnen) de leden van de Mechelse modeltreintjesclub De Pijl niet in de panden van Rateau ?
Veertig jaar bouwervaring en 750 meter sporen moeten daar wel in kunnen passen, niet ?
:-)
Bon, 't is maar een ID.
Neeje, da mut wat anders in.