"En nu gaan ze boeten!"

  (foto's: Jan Smets)

Hoeft Geert Clerbout nog voorgesteld te worden in Mechelen?  Nee toch?  Geert heeft als historicus de laatste jaren  flink in de kijker gelopen.  Niet alleen door de boeiende Canvasreeksen 'Publiek geheim', maar ook door zijn meer dan gewaardeerd naslagwerk over Mechelen in de Eerste Wereldoorlog. ('Oorlog aan de Dijle')  Bovendien is hij een rasverteller die de geschiedenis als weinig anderen op een zowel bevattelijke als meeslepende manier aanschouwelijk weet voor te stellen.  Zopas rolde een nieuw boek van hem van de drukpers.  Een spraakmakend boek wordt dit zeker.  Zoveel is duidelijk.  Het gaat dan ook over één van de meest verwarrende en donkere periodes uit de recentere Belgische geschiedenis.  Het thema is beslist niet luchtig.  'En nu gaan ze boeten' handelt over de repressie in Vlaanderen na WO II.  Taboe en mythe, frustratie en (on)verwerkt verleden...  Gisterenavond werd het boek voorgesteld in boekhandel Salvator.  De inhoud is beklijvend en uiterst boeiend voor wie meer wil weten over deze naweëen van de oorlog.  Het boek werd uitgegeven door van Halewyck, en die uitgeverij staat garant voor een mooie en verzorgde vormgeving en knappe lay-out.  Dit is bij dit boek niet anders.  Voor 22,50 Euro kan je het verkrijgen in de handel...

 

 

 

Waarom in hemelsnaam nog een boek hierover, denk je dan...

 

Tja, ik had al wel wat ervaring met het thema collaboratie en repressie vanuit mijn opleiding.  Het is de uitgeverij die me contacteerde en me vroeg of ik hierover een boek kon samenstellen.  Deze periode is vrij goed gekend, maar toch laten zeer weinig boeken de menselijke kant van het verhaal zien.  Dat wou ik beslist brengen: het globale verhaal met getuigenverslagen. Ik wou zélf mensen interviewen: collaborateurs, hun kinderen, verzetsmensen, politici en professoren, advocaten, substituten...om een volledig beeld van de repressie te kunnen schetsen.  Veel van de hoofdrolspelers zijn nu reeds overleden, maar ik heb wel wat nabestaanden kunnen spreken.  Ook heb ik het fameuze archief van Maurice De Wilde kunnen bestuderen: zowat vijftig archiefdozen waarvan maar zo'n tien procent op televisie is gekomen.  95 % van de mensen die hij in de TV-reeks in beeld bracht, leven nu niet meer.  Zélf heb ik met een 75 à 80 getuigen kunnen spreken.

 

 

Het thema blijft nog altijd héél gevoelig, en vele mythes blijven overeind.  Men gelooft vaak het verhaal dat men wil geloven.  Zoals ik ook op het einde van mijn boek aangeef: ieder heeft zijn waarheid.     Ik ga niet in op de collaboratie en wat men 'deed' in de oorlog, maar start mijn verhaal in de zomer van 1944.  Ik doorprik een aantal mythes.  Zo was de repressie zeker niet anti-Vlaams zoals sommigen dat graag willen doen geloven.  Wel was de collaboratie in Wallonië vaak van een ander kaliber dan in Vlaanderen.  In het Zuidelelijke deel van ons land was deze dikwijls agressiever.  In Vlaanderen collaboreerde men veelal met politieke redenen en soms zelfs vanuit een haast 'romantisch gevoel' om meer autonomie voor Vlaanderen te verkrijgen.  Het karakter van de collaboratie was dus een tikkeltje anders in de twee landsdelen.  Ook de vraag naar amnestie was later heel anders in Wallonië en Vlaanderen.  Voor Wallonië was amnestie vanuit dat verleden totaal onbespreekbaar, in tegenstelling met Vlaanderen.   België had het hoogste percentage ter dood veroordeelden  én het hoogste percentage beschuldigden die gratie verkregen, ter wereld.  Opmerkelijk is ook dat in Wallonië meer de dood met de kogel kregen.  Nog wat cijfermateriaal: 70 000 tot 90 000 personen zijn die eerste maanden na de afloop van de oorlog vastgezet.  Dit zijn de feiten. 

 

Geert benadrukt dat de repressie vanuit de overheid grotendeels eerlijk en correct verlopen is, ook al zijn er natuurlijk uitzonderingen.  Natuurlijk was er ook de repressie 'van de straat'.  Het ging er vaak heftig aan toe, met kaalscheren, inboedels in brand steken, afranselen...

 

Ik heb de verhalen van de geïnterviewden beluisterd.  Elke mens is anders, en ieder gaat met dit verleden anders om.  Sommigen weten het een plaats te geven, en anderen blijven er hun hele leven mee worstelen...

 

Het einde van de oorlog ligt nu zo'n zeventig jaar achter ons, en toch weet het de gemoederen nog steeds te beroeren, en zorgt het nog voor politieke controverse.  Wetenschappelijk onderzoek heeft vele mythes onderussen ontkracht.  En toch...  vele van deze 'waarheden' blijven hardnekkig standhouden.  In het boek wordt teruggeblikt op deze donkere periode.  Was de respressie rechtvaardig?  Het boek blikt terug op vernederingen en excessen maar ook over hulp uit onverwachte hoek.  Alle partijen hebben hun waarheid, zowel de witten als de zwarten...

 

 

Natuurlijk gaat dit boek niet over Mechelen, maar toch wil ik de lezer attent maken op het feit dat Mechelen een aantal keren ter sprake komt in 'En nu gaan ze boeten'.   Zo wordt er uiteraard teruggekeken op het Breendonkproces voor de Mechelse Krijgsraad, of het wedervaren van de Mechelse letterkundige Filip De Pillecyn, om maar een paar feiten te vernoemen.

Zo is er ook het verhaal van de collaborateurs die opgesloten werden in de Dossinkazerne...

 

Op 16 september 1944 werd deze kazerne van waaruit men meer dan 25 000 joden deporteerde, ingericht als interneringskamp waar drie dagen later reeds 530 mannen en 35 vrouwen werden opgesloten die verdacht werden van collaboratie.  Nog een week later groeide dit getal al aan tot 700 en de verdachten blevenmaar toestromen.  Het kamp werd snel een synoniem van honger.  Extra voedingswaren die familieleden opstuurden of brachten, kwamen bijna nooit terecht;  soms stond men vrouwen en moeders die pakjes kwamen brengen op te wachten en sloeg men hen tot ze het rantsoen afgaven om het nadien in de Dijle te gooien...

 

Het is één van de vele verhalen en schrijnende anecdotes uit het boek. 

Op een flap van het boek lees ik het volgende:

 

"De geschiedenis zou simpel zijn als goeie mensen alleen maar goeie dingen doen, en slechte mensen alleen maar slechte.  Maar de geschiedenis is niet simpel, want ontzettende goeie mensen doen ontzettend slechte dingen en omgekeerd.  Dat is zeker van toepassing op de oorlog, maar evengoed op de woelige periode erna..."

 

Een aanrader van een boek: een geslaagde poging om meer licht te werpen op een woelige periode die vaak nog als een schaduw hangt boven vele Vlaamse families...: dat is dit boek van Geert Clerbout zéker! 

 

(Geert met Karla De Ceulener van boekhandel Salvator in de Befferstraat)

 

 

 

 

 

 

 

Correct me if I'm wrong, maar was het verschil tussen Vlaanderen en Wallonië niet dat het, in Vlaanderen, eerder een burgerlijke collaboratie betrof terwijl het in Wallonië meer een militaire collaboratie was ?

Ik meen zoiets gelezen te hebben i.vm. Léon Degrelle en diens Waals legioen.

Benieuwd naar dit boek en of ook 'Breendonk II' erin aan bod komt...

Sorry voor de detailkritiek, Jan, maar wat die 'Mechelse Krijgsraad' betreft zou het correcter zijn te spreken van de 'Processen van Mechelen', waar de zogenaamde 'Beulen van Breendonk' voor de Krijgsraad moesten verschijnen.  Die Krijgsraad was niet 'Mechels', maar omdat de gepleegde oorlogsmisdaden plaatsvonden in het arrondissement Mechelen moest de rechtszaak voor het gerecht in Mechelen plaatsvinden.  Alleen was het gerechtshof te klein, zodat men besliste om uit te wijken naar de raadszaal van het stadhuis.

Op de Beeldbank staat er een hele reeks foto's van deze processen.

 

Wereldoorlog II - Stadhuis Mechelen