Geboren met een potlood tussen de lippen: Fons Mariën wordt 94!

met categorie:  

Erwin Vandenbergh en Fons Mariën

De Leuzze is steeds een onuitputtelijke bron van inspiratie geweest, en was ook weer de aanleiding tot dit bijzondere verhaal. Tijdens een van de inzamelacties van handtekeningen was ik weer eens foto's aan het nemen en werd ik door goede vriend Kevin Polfliet voorgesteld aan Marina Mariën, een van de drijvende krachten achter de wijkraden. Ze bemerkte mijn fotocamera en vertelde me dat haar vader vroeger een gekend journalist was geweest en onder meer aan het Gerechtshof had verslag uitgebracht. Het toeval wil nu dat ik nog een foto heb van mijn vader, in rijkswachtuniform, aan de poort van het Gerechtshof en deze nog door haar vader-journalist genomen was. Ik rook onmiddellijk stof voor een smeuïg artikeltje voor Mechelenblogt en de kans om een bijzonder man in ere te herstellen.  

 

We maakten een afspraak in Borgerstein, de thuishaven van Jan Smets, waar Fons een stemming appartementje onder het dak betrekt. Hij verrekt het van bij al die "Aa pees" van het bejaardentehuis  te gaan zitten. Hij vervulde tot voor twee jaar zelfs nog elke dag de job van concierge, met de taak alle deuren van de instelling slotvast te maken.

Jeugdjaren

Fons werd geboren op 19 maart 1921, dus vandaag precies 94 jaar geleden, te Berlaar, op 50 meter afstand van het nog bestaande Hooghuys, in een gezin met zes kinderen. Hij was een laatste nakomertje omwille van de eerste wereldoorlog.

Hij volgde de lagere school in Berlaar waar hij zodanig uitblonk in opstel dat de hoofdonderwijzer en de pastoor bij hem thuis kwamen pleiten om het kleine talent te laten voorstuderen. Zijn ouders gingen daarmee akkoord en stuurden hem naar het Sint-Gummaruscollege te Lier. Hij hield er daar zelf al spoedig voor bekeken. Zijn basis voor het schrijven was toen wel reeds gelegd. De plaatselijke bakker kende zijn leeswoede en bracht elke dag De Standaard mee, die na lezing netjes terug naar de bakkerij werd gebracht.

Fons ging dan maar een richting volgen die hem wel interesseerde en trok naar de Landbouwschool. Hij werd er zeer bekwaam in de scheikundige van mestproducten, die hij zelf met alle componenten kon samenstellen.  Deze kennis kwam hem goed van pas op de boerderij van zijn ouders. Ook zijn broers en zussen waren boeren die hij bijstond.

De eerste journalistieke stappen: de aardappelstaking van 1936

De eerste interesse voor journalistiek kwam er door de aardappelstaking in de streek rond Heist-Op-den Berg, Berlaar en Mechelen om reden dat er een afspraak was gemaakt door de groothandelaars om nog slechts 5 frank  te betalen voor 100 kg aardappelen,

Op 13 juli 1936 reed Fons met de fiets naar de markt in Heist om er kuikenvoeder te gaan halen. Er stond toen iemand met een houten bord: "geen aardappelen meer onder de 36 frank".  Fons vond dat die boer gelijk had en zijn beroep verdedigde. Hij mocht van iemand de telefoon gebruiken en telefoneerde naar de redactie van het Nieuwsblad, die prompt een verslaggever ter plaatse stuurde. De lokale vertegenwoordiger, een zekere Louis Verswijfelt uit Kessel, volgde de staking verder op. De tussenkomst van de jonge reporter in spé was niet onopgemerkt verbleven en vanaf toen mocht hij via deze man het kleine nieuws verslaan.  Door het weergeven in de kranten van het aanhoudende  protest is de prijs dan terug gestegen tot 30 frank, zodat de boeren terug voldoende inkomen kregen. Dit alles was aan de oplettendheid van de jong Fons te danken. Zijn verslaggeving gaf de boeren moed en leidde uiteindelijk in 1937 tot de oprichting van de Boerenbond, als tegengewicht voor de macht van de groothandel.

Fons bleef intussen bij de familie werken maar ondervond wel dat hij als jongste werd uitgebuit.  De lokale diamantnijverheid lokte met een overstap tot gevolg. Zijn toekomstige schoonvader was een uitstekende diamantslijper.  Fons zou vanaf dan ook dagelijks de prijzen van de veiling door te sturen naar de krant, die deze onmiddellijk begon te publiceren.  Heel wat mensen waren hierin geïnteresseerd omdat het hun portemonnee betrof, zodat ook dit een succesverhaal werd.

Het grotere werk: Marcinelle

De eerste grote kans diende zich aan met de mijnramp van Marcinelle, op 8 augustus 1956.

Een van de betrokken mijnwerkers woonde in de streek. Zijn vrouw was naar de rampsite getrokken zodat haar moeder bij het pasgeboren kindje was gebleven. Haar woorden die door Fons werden weergegeven beroerden toen iedereen: "Ach kindje, we zien uw vader toch weer, ofwel hier beneden, ofwel hoog in de hemel."  Dit maakte zoveel indruk dat Fons mee naar Marcinelle werd gestuurd. Er waren heel wat mensen uit Balen omgekomen. Ook deze berichtjes werden doorgestuurd naar de krant.

In Mechelen viel dan weer een fotoreportage over de feestverlichting zeer in de smaak. Er was echter nog geen sprake van een vast contract.

Intussen waren al de kleine stukjes en foto's die werden doorgezonden opgevallen bij een man die een belangrijke protagonist zou worden in het verhaal: de toen reeds beroemde Gaston Durnez. Hij besliste zijn toekomstige collega en vriend op een cruciale plaats te positioneren: Mechelen, u had het al geraden en zich daar voornamelijk toe te spitsen op alles op en rond het Gerechtshof.

Gaston Durnez

Het Gerechtshof te Mechelen en Roger Van Poele

Het is op dit zelfde Gerechtshof dat mijn vader, rijkswachter Roger Van Poele, de plak zwaaide over al de deugnieten die er dagelijks werden aan- en afgevoerd. Van criminelen was er toen nog niet zoveel sprake. Illegaal kaarten, of banken, was toen al een halsmisdrijf.

Ik heb mijn vader nooit gezond geweten. Net voor mijn geboorte was hij met zijn dienstfiets aangereden en had een hele nacht in een gracht gelegen, waar voorbijgangers hem gevonden hebben. De brave man is deze slag nooit meer te boven gekomen en kon geen gewone dienst meer doen, zeker niet per fiets, daar zijn evenwicht grondig verstoord was. Dit had natuurlijk ook als weerslag dat hij steeds licht zwijmelend over straat liep. Ik herinner mij dat nogal wat mensen hem hardvochtig "de zatte gendarm" noemden. Door de gevangenen werd hij echter op de handen gedragen.

Soep met ballekes van bij de Gasthuiszusters

Het gebeurde al eens dat ik 's middags vanuit het College naar mijn pa trok en er gewoon bleef eten.  Zuster Myriam van de Gasthuiszusters werd door mijn vader dagelijks herinnerd aan haar goddelijke plicht om de gevangenen te voeden en gaf trouw elke middag een pot soep met brood mee. Mijn vader opende vervolgens gewoon alle celdeuren waarop de gevangenen braafjes hun "boke met soep", soms zelfs met balletjes, opaten en na de vingers te hebben afgelikt terug de celdeur achter zich dichttrokken. Na een paar jaar oefenen kent men de drill nietwaar. En de Rudi zat mee aan tafel en vond het allemaal doodnormaal. Ik heb er regelmatig een soepje gedeeld met Rik Van Steenbergen, een zeer aimabele man van wie ik steeds wel een handtekening kon lospeuteren. Het is maar hoe je het gewoon bent zeker?  Er was een erecode tussen de gevangenen dat ze hun manieren moesten houden bij Roger, die zo goed voor hen zorgde met spijs en drank en zo slecht uit de voeten kon. Het is slechts één keer gebeurd dat er een onverlaat er vandoor ging. Toen hij terug gevat werd kreeg hij er ongelooflijk van langs van de anderen die zijn gedrag schandalig vonden. Hij heeft zich naderhand trouwens komen verontschuldigen met de woorden: "Mijnheer, ik wist niet dat het verboden was bij u te gaan lopen. Excuseert u mij daarvoor, het zal niet meer gebeuren!".  Mijn vader moet toen wat uit zijn lood geslagen geantwoord hebben: "Allee, het is goed voor deze keer."

Mensenvlees in blik

Fons herinnert zich nog verschillende anekdotes van die tijd als plaatselijk correspondent. Hij deed zijn ronde met een kleine 2PK Ford en deed ook het politiebureel en de Rijkswacht aan.

Hij was goed bevriend met de destijds in Mechelen zeer bekende BOB-er Gaston Moors, een volle neef van mijn moeder Irene Moors, beiden uit Lokeren afkomstig. Hij kwam trouwens regelmatig bij ons thuis op bezoek, samen met zijn vrouw José en zoon Bruno.  Gaston vertelde een verhaal uit Nijlen, waar mensenvlees in blik zou zijn gevonden. Fons naar Nijlen, aan de brug om naar Viersel te rijden en bemachtigde er enkele stalen waarmee hij naar dokter Stevens uit de Leopoldstraat trok. Deze had nog in de Congo gewerkt en bevestigde dat het om menselijke resten ging, maar vermoedelijk laboratoriummateriaal betrof dat er was weggegooid. Er werd toen zelfs vanuit Parijs toe naar de krant gebeld om het nieuws uit de eerste hand te krijgen.

Fons begon ook meer en meer foto's te maken van sportwedstrijden en werd na zijn pensioen zelfs nationaal hoofd van alle fotojournalisten.  Hij bevond zich in het station toen het Heizeldrama uitbrak en hij alles vanop de eerste rij moest meemaken. Goede herinneringen heeft hij aan rechter Hofman. Die vond dat hij met Pasen niemand veroordelen en stelde de zaak gewoon uit tot later.  Maar hij herinnert zich als sociaal bewogen man ook het ongeval met een vierjarig kindje dat aan de OLV kerk te Mechelen viel en met haar hoofdje onder een auto terecht kwam. De moeder was natuurlijk niet te troosten, De chauffeur stond er wezenloos bij. Hij kon er echt niets aan doen, maar was er compleet kapot van en vroeg ontredderd voortdurend bevestiging aan Fons dat hij er wel degelijk absoluut niets kon aan doen. Vreselijke toestanden.

De Vampier van Muizen

Staf Van Eyken

De belangrijkste gerechtelijke zaak van zijn leven deed zich voor toen hij zich 's nachts met substituut Verrept op een dodelijk ongeval te Heist-Goor bevond. Er kwam plots een DALIA-radiobericht van de Rijkswacht binnen betreffende een moord in Bonheiden. Het betrof de vrouw van professor Van Isacker.  Ze trokken samen naar Bonheiden, waar Fons een louche kerel voorbij zag komen.  Later zou blijken dat dit reeds de tweede moord was.

Toen er tenslotte nog een meisje uit Muizen vermoord werd kwam alles in een stroomverstelling dank zij het alerte optreden van onze topjournalist.

De avond van de moord was er een bal geweest waar Linda, het buurmeisje van de Mariëns naartoe was geweest. Ze vertelde dit tegen de vrouw van Fons, die zelf ook meelluisterde en zei dat de DJ van het bal haar had gevraagd met hem mee naar huis te gaan. Ze zou dan het plaatje DU van Peter Maffay krijgen. Deze man, genaamd Staf Van Eyken, woonde niet zo ver van de villa van Van Isacker. Fons Mariën belde naar de procureur waarop een zekere Joos van de Rijkswacht samen met een collega naar betrokkene toe ging met de medeling dat hij iedereen moest ondervragen die op het bal was geweest. Staf ontkende de feiten en nam een pakje blauwe Gauloises en stak een sigaret op. Joos merkte op dat er een pakje gauloises bij het lijk was gevonden, waarop Staf praktisch onmiddellijk bekende met de gevleugelde woorden "Ik ben het geweest!".

Dank zij Fons werden er nu plots in totaal drie moorden opgelost. Hij kreeg hiervoor heel wat felicitaties van de rechtbank en had zijn plaats nu meer dan verdiend.  

Toen Staf werd voorgeleid kwam Fons samen met Pol Jacquemains, die andere grootheid,  terug van het voetbal en was net op tijd om de aanhouding van Staf Van Eyken mee te maken en te verslaan.

Staf Van Eyken zit nu al 43 jaar in de cel, het langst van alle gedetineerden en wil zelf niet meer vrijkomen, hoewel hij zegt te zijn veranderd.  Binnenkort verschijnt er een boek over hem.

Sport in het algemeen en de Tour de France

 

Mark Uytterhoeven

Fons heeft zowat alles weergegeven wat er aan sport te beleven was.  Hij begon met het voetbal, wat indertijd in Mechelen met twee topploegen in eerste klasse geen probleem was, maar hij deed ook basketbal. Zijn grote liefde zou echter steeds het wielrennen blijven.

Wat weinigen weten is dat Fons als persfotograaf niet minder van 15 keer de Tour heeft gereden achterop de moto.

Hij stond mee aan de wieg van de allergrootste wielergoden.

 

Zijn allerbeste wielervriend was Rik Van Looy, de Keizer van Herentals. Na de oorlog waren er heel wat kleine koersen, waarbij herbergiers 10 tot 50 frank prijzengeld gaven, toen heel wat geld. Rik Van Looy viel onmiddellijk op, hij reed veel vooruit en trok zo heel wat premies. Op een keer had een zekere Georges Bosmans gewonnen en kwam zjin prijzengeld ophalen. Hij verkocht nogal wat branie waarop Fons vroeg wie die derde van de dag was. Dat bleek Rik te zijn. Fons heeft toen gezegd: "Blijf daar maar bij wat die gaat het nog maken!" Dit gesprek werd gehoord door de bekende verslaggever Karel Van Wijnendaele, die Fons daarop aansprak. Dit was het begin van een lange vriendschap tussen de twee. Fons heeft Van Looy steeds blijven steunen. Deze is dat nooit vergeten en die vriendschap duurt tot op de dag van vandaag voort.

Fons herinnert zich ook nog het WK 1978, op de Nurenburgring, waar Francesco Moser Gerry Kneteman op een zucht versloeg. Hij zat er met de neus bovenop en kon ook de verschillende afspraakjes opmerken die de renners onderling met tekens uitwisselden: "Ik ben te moe, ga jij maar' was er eentje van.

Eddy Merckx heeft hij de eerste keer gezien in Libramont. Er was eerst een grote ronde en dan een kleinere. Merckx was toen niet te stoppen en viel Fons onmiddellijk op. Hij beging echter de fout van te veel achterom te kijken en Fons maakte hier een opmerking over. Sindsdien reed Merckx verder zonder omkijken en won.  Van Fons heeft hij steeds alles geslikt. Jacques Anquetil was trouwens de beste vriend van Merckx en Fons kent nog heel wat geheimpjes van die twee. Het moet iets zijn met de groene trui.

Een andere zeer goede persoonlijke vriend was Benard Hinault. Fons fotografeerde hem samen met koning Boudewijn en ging hem samen met zijn dochter Marina bezoeken in Duitsland, waar deze foto in zijn huis hing.  Dank zij de koers leerde hij ook Giscard d'Estaing, Félix Levitan en Jacques Goddet kennen.

Fons met echtgenote Fred Debruyne.

Epiloog

Inmiddels is dochter Marina tussen de schoendozen gaan zoeken en  komt terug met een aantal foto's uit het rijke archief. Ik bemerkt een jonge Mark Uytterhoeven, nogal wat foto's met een jonge Erwin Van den Bergh etc.  Het is duidelijk dat de paar figuren die door Fons werden aangehaald slechts een topje van de ijsberg vormen en hij veel meer beroemde mensen kende. Uit de foto's kan ik ook duidelijk afleiden dat Fons een vaderlijke figuur was die het volste vertrouwen van zijn vele vrienden genoot.

Fons was één der eerste wettelijk erkende beroepsjournalisten en zelf een fenomeen op zich.

Hij ging nu bijna dertig jaar geleden met pensioen, nog net voor de tijd van het internet. Dit is dan ook de reden waarom deze verdienstelijke man nergens terug te vnden is. Ik hoop dat dit grote onrecht met dit artikel ophoudt te bestaan.

Fons Mariën is een monument, laat ons dat nu echt nooit meer vergeten.

 

Erwin Vandenbergh en Fons Mariën

 

IN MEMORIAM:

Ik kreeg heden bericht dat Fons, gelukkig na een kort ziekbed, in Borgerstein op 11/02/2017 is overleden.

Ter gelegenheid van zijn grote vriendschap met Gaston Durnez heb ik nog een zeer mooie herinnering op youtube gezet:

https://youtu.be/nXVPUGXg8j8

 

 

 

Prachtartikel Rudi!!  Je schets van Fons is uitermate boeiend.  Ik ken de man al sinds 1982 - het jaar dat ik in Borgerstein begon te werken.  Hij had zowat een apart 'statuut' daar, als concièrge die woonde in 'de toren'.  En inderdaad, hij woont nog steeds in Borgerstein.  En dat het een 'monument' van een man was en is, is héél juist.  Hij heeft geschiedenis geschreven en kleur gegeven aan de Mechelse pers.  Dit artikel is een mooie ovatie aan deze man uit één stuk!

(PS: ook die passage over het Gerechtshof, je vader, gasthuiszuster Myriam,...  is een leuk item...)

 

Wat een lekkere "Mechelse" soep: over Van Steenbergen (en in een adem ook ook de andere "grote Rik") naar Mark Uytterhoeve.,
Gaston Durnez ("Muzenissen" en "Rijmenam") was die niet zo wat de opvolger van Lode Ryckeboer (oud stadssecretaris) bij De Standaard ? 
En over Staf van Eyken is er toch al een boek geweest: "De Pruimelaarstraat" 

Wat de mijnramp in Marcinelle betreft. Bedoelde mijnwerkers kwamen niet uit Balen maar uit de omgeving van Baal - Tremelo - Begijnendijk - Betekom . Ter hoogte van de lagere school in Betekom staat nu een groot bord als aandenken aan die droevige gebeurtenis en de slachtoffers ervan.Helemaal niet slecht dat jongeren dit alle dagen kunnen bekijken.