Mechels Miniatuur Teater (bijna) zestig!

met categorie:  

In de nieuwe zaal onder de 'hof' van het Hof van Busleyden kan je nog tot 8 maart 2015 terecht voor de tentoonstelling 'Uw toren is niet af'. Je krijgt er een steeds wisselende staalkaart te zien van het cultuurhistorische patrimonium van onze stad en kunt er zelf ideeën aanreiken voor het nieuwe stadsmuseum dat er tegen 2018 zal worden uitgebouwd.  Bovendien biedt de Erfgoedcel er dezer dagen ook een hele reeks randactiviteiten rond de vele aspecten van onze stad.  Vrijdag 23 januari kon je er zo gaan luisteren naar een unieke lezing rond de 60ste verjaardag, volgend jaar, van een Mechels monument van formaat: het Mechels Miniatuur Teater.

Het Mechels Miniatuur Teater (MMT) hoef je aan de meeste Maneblussers en theaterliefhebbers buiten onze stad niet meer voor te stellen.  Hoewel we sinds 2002 spreken over 't Arsenaal, blijft de originele naam klinken als een klok en blijven vele van de oude coryfeeën van het MMT in Vlaanderens geheugen gegrift - al was het maar van de legendarische BRT-reeksen De Collega's en 't Pleintje, waarin het kruim van de toenmalige MMT-gezichten zijn kunnen toonde.

Volgend jaar zal het exact 60 jaar geleden zijn dat het theatergezelschap boven de doopvont werd gehouden, en het spreekt vanzelf dat dat uitgebreid zal worden gevierd.  Bij wijze van 'smaakmaker' kwamen anciens Jaak van Assche, Tuur De Weert en Alice Toen, samen met Jules De Wachter - die jarenlang bestuurder, mecenas en klusjesman was van het MMT - vrank en vrij vertellen over de 'beginjaren' en de evolutie van het gezelschap.  

      (Van links naar rechts: Jaak van Assche, Alice Toen, Tuur De Weert en Jules De Wachter)

Moderator van dienst was Michael De Cock - zelf schrijver, acteur, regisseur én directeur van 't Arsenaal.  Hij benadrukte aan het begin van het gesprek meteen het belang van het MMT:

"Het MMT wordt zestig jaar en dat is bijzónder lang.  Enkel het NTGent is ongeveer even oud, 50 jaar om precies te zijn.  Alleen al om deze reden kunnen we met recht en reden spreken van een uniek gezelschap in de theatergeschiedenis van ons land."

Het vierkoppige panel beaamde dat schuchter, wetende dat het allemaal klein begon en dat het MMT een bewogen geschiedenis kende.  Het ontstaan, in 1956, was in de eerste plaats te danken aan wijlen Luc Philips, die in Vlaanderen wereldberoemd werd als pastoor Munte of als den Bompa  - naargelang de leeftijd van het publiek.   Alice Toen herinnerde zich met zichtbaar genoegen hoe het indertijd allemaal begon:

"Luc was actief bij de Koninklijke Nederlandse Schouwburg in Antwerpen en wilde regisseur worden.  Hij kwam hier in Mechelen terecht en kwam er als leraar in contact met enkele studenten van het Conservatorium, die droomden van een eigen gezelschap.  Eigenlijk hadden we het idee in ons hoofd van een soort commune waarin we zelf zouden kunnen beslissen wat we speelden en hoé we het speelden."

De bal ging snel aan het rollen.  Het MMT werd opgericht - met Jan Reussens als eerste directeur - en na wat zoeken werd een eerst locatie gevonden.  Die eerste uitvalsbasis was een kleine ruimte in het huis 'Carillon d'Argent' of 'Het Hemelrijck'  in de Onze-Lieve-Vrouwestraat, die op dat moment nog door de brouwerij Lamot werd gebruikt om er vaten bier te stapelen.

    

(Van links naar rechts: Luc Philips, Jan Reussens en de eerste locatie van het theater, in de Onze-Lieve-Vrouwestraat)

De avond werd na deze korte ontstaansgeschiedenis verder gevuld met tal van sappige en boeiende anekdotes over hoe het gezelschap én het theaterlandschap in Vlaanderen verder evolueerden.  Zo lichtten Jaak Van Assche en Tuur De Weert toe hoe ze bij het MMT terecht kwamen:  de eerste speelde toneel in de parochie en de jeugdbeweging en las in de krant berichten over de oprichting van het MMT, de tweede merkte het nieuwe theater op doordat hij er als student vanuit zijn thuishaven in de Gebroeders Verhaegenstraat dagelijks voorbijwandelde.

Verder was er het verhaal van de kleine ruimte met draaipodium en amper 50 - meestal uitverkochte - zitplaatsen. Of de anekdote dat iedereen in den beginne gratis werkte, terwijl de huur werd betaald uit de opbrengst van de bierverkoop na de voorstellingen.  Of het verhaal van het eerste stuk dat werd gespeeld: het avant-gardistische 'De Verdwaalde Plant' van Piet Sterckx, dat volgens de drie acteurs 'over niets ging' (wat ons gelet op de titel niet bepaald verbaast).  

Deze en vele andere grote en kleine 'histories' maakten van deze avond een erg geslaagd 'voorproefje' voor de viering die volgt in 2016.  Wij zijn alvast héél benieuwd naar het vervolg...!

   

   


Voor meer info over de tentoonstelling in het Hof van Busleyden en randactiviteiten kan je terecht op www.uwtorenisnietaf.be.  Nieuws over de viering van zestig jaar MMT kan je op termijn terugvinden op www.tarsenaal.be

 

Tekst: Kevin Polfliet  -  Foto's: Kevin Polfliet / Jan Smets / Erfgoedcel Mechelen / DNBL.org


 

 

Mechelen is er vroeg bij want "(bijna) zestig" is nog bijna twee jaar af. Zelfs "volgend jaar", "in 1956" zegt amper genoeg. Volgens Wikipedia ging de 1ste voorstelling pas "op 1 december 1956 in première in Huize Hemelrijck".

In 1960 zag ik in het kleine zaaltje boven 't Hemelrijck de opvoering "Amadeus"?, "Ahasverus"?(of iets in die aard) over iemand wiens kind altijd maar groter en groter werd en daaraan gekoppeld ook 's mans zorgen.

Welke vader herkent zich daar niet in?  :)

Ahasverus is een naam voor de Eeuwige of Wandelende Jood en van een door Heijermans geschreven toneelstuk over jodenvervolging in de tsarentijd.

Zag je een bewerking voor theater naar Rabelais, van "La vie très horrifique du grand Gargantua, père de Pantagruel, jadis composée par M. Alcofribas abstracteur de quintessence. Livre plein de Pantagruélisme" ?

Ahasverus en "de tobbers van zijn straatje" uit "De Wandelende Jood" van Vermeylen was verplichte kost in de middelbare.  Het toneelstuk waarvan sprake heette zo niet maar het had een naam die er toch enigszins op leek :-)

En of ik een bewerking zag van wat je hierboven schrijft... ik zou het begot niet weten, ik was toen 16 jaar, maar ik denk het niet.

En lap, 't is weer eens van dat, mijn bijdrage van 24/1 hierboven kan ik weer eens niet meer bewerken.  MB schijnt de laatste tijd  "oep kattedèrreme te loepe"

De beroemde Pantagruel werd in bijna 5 eeuwen volop geleend voor inspiratie, herinkleding of bewerking. 'Pantagruel' en 'Gargantua' (zoals die boeken verkort genoemd worden) stonden onder schuilnaam 'Alcofribas Nasier', de letters van 'François Rabelais'. Die volledige titel leert ook dat [vooral] de vader zijne pere gezien heeft met zijn overgroeide zoon, en dat is niet erg algemeen voor het thema van een reusachtige baby of snel groeiend kind. "Alcofribas" lijkt zo ferm op Ahasverus dat ik vermoed dat je die opmerkelijke naam in '60 in een bijtitel of beschrijving las en je aan de jou toen nog vers bekende Ahasverus deed denken. Volgens mij kent onze cultuur geen andere er van ver op gelijkende naam over een abnormaal groot kind.

Ook ik kan mijn eerdere plaatsingen van 24 en 25/01 niet meer bewerken, deze hier van na 20:44 op dit moment echter nog wel (en drie keer).

Neen Mon, die naam is me volledig onbekend en zit zelfs niet gestockeerd in de verste uithoeken van mijn geheugen. Het is eerder iets in de aard van Amadeus, tenzij men die Alcofribas toen in Amadeus (of zoiets) wijzigde voor een gemakkelijkere uitspraak..??  Ik heb de vraag gesteld aan mijn eerste lief, die met mij de vertoning heeft bijgewoond.  Hopelijk herinnert zij zich nog de precieze naam van het toneelstuk...??  Nu nog een antwoord krijgen

Of... misschien leest een oudgediende van het MMT dit blog en weet hij nog hoe die uitvoering van 1960 heette???

Roger, troost u, er is niks mis met uw geheigen, in het seizoen 59-60 speelde het mMt inderdaad Amadeus van Eugène Ionesco in een regie van Luc Philips, het decor was van Frans Gijck. De acteurs: Alice Toen, Frans Dijck, Fons Van Delm, Lode Van Asch, Leo Van Horenbeeck, Gerda Marchand, Francis Purnelle.

Voor de inhoud van het stuk zie de franstalige Wiki onder "Amédée ou Comment s'en débarrasser"

Goed gezien, Jokke. Het onderwerp is dan helemaal geen levend kind van Amadeus/Amédée. Men denkt aan een door Amédée vermoorde aanhouder van zijn vrouw: Een volwassen lijk, dat sedert jaren in huis gehouden werd en steeds problematischer opblaast.

De wiki noemt een versie met een alternatief einde: " l'échappée d'Amédée n'est pas montrée, mais seulement commentée par les personnages qui l'observent." Ik denk dat ik dat zo ooit gespeeld zag op TV.

Bedankt Jokke.  Oef... ik ben dan toch nog niet helemaal gaga  :-)

En ja, 't was geen kind maar een lijk dat groter werd... maar 't is dan ook weeral 54 jaar geleden...

Was dat lijk dan zo eentje zoals in Griekenland uit de kast is gevallen Roger ?

Ik was zelf aan het zoeken naar dit stuk maar kon niks terugvinden in hun repertoire onder de eerst gegeven titels. 

Ondertussen is de oplossing gevonden en heb ik één raadsel minder in mijn geheugen.

Het eerste stuk dat ik er ' meegemaakt heb was in 1964 - Het regent in mijn huis -. Ik herinner mij nog dat er geopende paraplus uitgedeeld werden in het publiek en dat men soms doorheen het publiek verder speelde!

Serieuze documentatie Luc!  Tiens, ik heb nooit geweten dat "Cisse" Purnelle ooit iets met het mMt te maken heeft gehad.

@Rozjei: ik ben er weer effe tussenuit geweest maar dankzij de boekskes van mijn vader kan ik een beetje bijbenen. Nee! Roger en Jokke .. mijn vader is geen Griek ( alhoewel hij grieks-latijnse deed in het Sem ).

Helaba Luc, waar zou ik u van Griekse of zelfs van Schriekse connecties verdacht hebben?

Iemand, ik weet niet meer wie, wou er weer een griekse tragedie van maken, dus laat maar waaien.

Luc, die iemand met zijn Griekse onzin is er ene van over de Zenne, notoir om zijn steeds waardevolle bijdragen.

Heren stadsmussen, toch weer bedankt voor jullie schitterende bijdrage. Joelen geblazen achter de Zenne. Wauuuuw.