"Rôemele, rôemele in de pot, den duevel zit in de pispot"

met categorie:  

  (foto's: Jan Smets - LucVan Balberghe)

Deze dagen tussen Oud en Nieuw staan bol van nostalgie, traditie en oude verhalen...  Familiegeschiedenissen worden opgerakeld en mensen die reeds lang het tijdelijke met het eeuwige wisselden worden weer even mensen van vlees en bloed.  Het is goed dat er zo één periode is in het jaar dat we ons onderdompelen in wat ooit was - dat we het stof van wat was afblazen.  In het gedempte licht van deze tijd, flonkert het verleden soms mooier dan het was.  Dat wel.  Laat ons op de drempel van het nieuwe jaar focussen op wat komen zal - En toch - toch waag ik  het even om m'n pen te laten aquaplannen in de stroperige nostalgie van de folklore.  Voor mij ligt een dun boekje van de Mechelse folklorist Jozef van Balberghe.  Vorig jaar december was het 100 jaar geleden dat hij werd geboren.  Ook hij is stilaan verdwenen in de plooien van de tijd.  Zo gaat dat.  Ik leer uit het boekje over aftelrijmpjes dat er in onze stad niet alleen de traditie bestond om te zingen met Sinte-Mette, maar ook met Kerst en Nieuwjaar, ook al is dat gebruik al héél lang verdwenen..

 

Op 11 november is het Sinte-Mettezingen terug springlevend.  Gelukkig maar.  Wie in Mechelen Nieuwjaarke-zoete of Driekoningen komt zingen, is wellicht van elders aanbeland in Mechelen.  Dit gebruik is immers niet echt Mechels (meer).

Maar ook al was dit in de tijd van Van Balberghe reeds lang voorbij: de traditie bestond wel degelijk (net zoalsl ook het vastenavond-zingen...).

Kinderen trokken rond Kerstmis en Nieuwjaar van deur tot deur, en hun liedjes werden begeleid met een 'rommelpot' - ook nog zo'n woord dat uiterst belegen klinkt. 

Gaandeweg zijn die liedjes overgegaan in aftelrijmpjes: een vreemd amalgaam van zinnetjes, versjes en aangespoelde anachronismen.  Je hebt soms echt het raden waar die dingen hun oorsprong vonden...

 

 

Van die versjes die zijn overgebleven en werden opgetekend door F.E.Delafaille, en nadien overgenomen en verzameld  werden door Jozef Van Balberghe, is dit wel een heel erg leuk.  Ik laat jullie meegenieten van dit staaltje folklore in onvervalst Mechels...

 

 

Rôemele, rôemele in de pot
waa-j-is klaas én waa-j-is zo?
zot zit in 't stalleke,
wa-d-ij-t-êum daa verloure?
allebaa zen oere
as êum 't aavend tôôs komt
a zal er wa van oere
pif, pôef, paf,
gaa zêi-d-ierlêik af.
 
Rôemele, rôemele in de pot
waa-j-is klaas en waa-j-is zot?
de zot zit in de kelder,
wa-d-ij-t-êum daa verloure?
allebaa zen oere
as êum t'avend tôôs komt
dan zal êum er wa-d-oere,
kip, kap, slaagt den duevel de kop af,
én légt êum in en doenker graf.
 
Lêut êum ''saves tôôs koume
ge zult er wa van oere,
kapt den duevel zaane kop af
én legt êum in et aaleg graf
Af! af! af!
 
Rôemele, rôemele in de pot,
den duevel zat in de pispot;
a wist ni waa da ze mooder was;
ze mooder was in den éémel
oep nen oegen oulifant;
pif, poef, paf,
slaagt de koej de kop mar af,
én gaa zêi-d-af.
 
Rôemele, rôemele in de pot
den duevel zit in de pispot;
a-j-ij nen bôôk gelêik nen das
a wist ni waa da ze mooder was;
ze mooder was in de éémel,
al oeger as ne kéémel,
al oeger as en bonte koej,
bonte koej van Spanje,
appele van oranje
pijre van den oegen boem;
al wie 't léste spêilleke stètk
dien-ij-d-en- gaave zilvere kroen.
De kroen die staa gespanne
mé veer aazere banne,
én al die ni waas en is
die wêurt er aangan'e
pif, poef, paf!
gaa zëi-d-af.
 
 
 
 
 
En dit wou ik voor jullie graag nog onder de Kerstboom leggen...
als extra presentje.
 
 
(Méér over Jozef Van Balberghe in ouwer blogartikel...)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Het moet zowat 65 jaar  geleden zijn dat ik mijn grootmoeder bovenstaand rijmpje hoorde opzeggen...