"Ik mis mijn papa nog elke dag. Hij was mijn beste vriend..."

met categorie:  

(foto's: Jan Smets)

Het is een grijze, mistroostige maandagochtend.  Het Griekse restaurant Zorba aan het Nieuwwerk heeft sluitingsdag.  Toch is er al wat personeel naarstig aan de slag in de keuken.  Ik heb afgesproken met Maria Varelas die samen met haar familie dit restaurant uitbaat.  Ze is er nog niet, maar een vriendelijk aangeboden koffie helpt bij het wachten.  Dan komt ze er aangestormd - zich druk verontschuldigd dat het wat later is geworden: Maria, een knappe, goedlachse en energieke Griekse van dertig lentes jong.  Wat maakt het ook uit?  Een maandagmorgen hoeft niet klokvast te verlopen.  Na een prettig maar hectisch weekend mag het vandaag iets relaxter.  Misschien wel iets 'Griekser?...

 

Ik heb 'iets' met Griekenland.  Als ik op zo'n gammel gebiesd blauwgeverfd stoeltje zit met een koel glas retsina  in de hand - aan één of andere kade, starend naar de kleurrijke bootjes die dansen op het ritme van bouzoukimuziek op dat al even blauwe water van de Egeïsche Zee, dan voel ik me een beetje thuis.  Ik rijg Griekse eilanden maar wat graag, geduldig, aan m'n parelsnoer, en dit snoer begint er al behoorlijk 'gevuld' en fraai uit te zien.  Een komboloi vol herinneringen om steeds naar terug te grijpen is het geworden.

Vandaag is de sfeer in Mechelen weinig Grieks.  De kleuren zijn uitgegomd.  Deze maandagochtend slaapt uit na een druk Kerstmarktweekend.  Eentonig grijs nu ook de zon staakt.

Gelukkig is er Maria.

Kalimèra.

 

 

Een half jaar geleden overleed haar vader Kostas.  Op 2 juni is deze imposante Griekse Mechelaar overleden.  Ik hoorde het nieuws - bij toeval - op de eerste dag van onze zomervakantie op Santorini.  Kostas Varelas: een leeftijdsgenoot én Griek...  Dat is een berichtje dat je behoorlijk raakt in zo'n hellas-decor bij uitstek.

Hij was dan al wel langer ziek: toch kwam het brute afscheid nog relatief onverwacht.  Kostas geloofde er rotsvast in dat hij die verdomde longkanker kon overwinnen.  Hij zal amper beseft hebben wat hem overkwam.  En daar heeft zijn dochter vrede mee.  Maria had hem niet graag zien aftakelen: deze lieve, sterke en trotse vader.  Het is een magere troost natuurlijk.  Kostas was nog maar 52 jaar - werkte jarenlang keihard, en op het moment dat de boog wat minder gespannen zou kunnen staan, kwam het zware verdict...

 

Ik heb mijn vader bij het horen van de diagnose zien wenen.  Het was de tweede keer dat ik tranen zag bij papa.  De eerste maal was dit toen mijn jongste zoontje werd geboren, en ik hem noemde naar hem: Kosta...   Het doet je wat.  Ik mis mijn papa nog elke dag.  Kijken naar een foto van hem doet me bijna fysisch pijn.  Toch hangt er beneden in het restaurant een grote portretfoto van hem.  En bij mijn moeder staat het vol foto's van m'n vader.  Ik en mijn papa: we hadden een heel sterke band.  hij was mijn beste vriend.  Ik hoop dat hij trots zou zijn, mocht hij kunnen zien hoe mijn broer en ik, samen met mama en zijn Griekse vriend en vennoot deze familiezaak runnen zonder hem...

 

Moeder Evangelia is enkele jaren jonger dan haar overleden echtgenoot.  De wonde zal moeilijk helen.  Dat zie je aan haar gezicht.  Dat zegt ook Maria.  Ze gaat nu 's avonds alleen naar huis.  En dat huis is leeg zonder Kostas.  Gelukkig heeft ze veel steun en plezier aan haar kinderen en kleinkinderen.  Maar dit is niet hetzelfde.  Evangelia kende haar Kostas al vanaf haar vijftiende.  Ze waren met mekaar vergroeid - bouwden samen de zaak op - en waren altijd samen.  Maar het mocht niet zijn.  Een afscheid komt steeds hard aan, en is steeds te vroeg.

Ze komt er bijzitten, en krijgt het moeilijk als ze praat over hem.  Even later zijn er de tranen.  Ze staat even op, en mompelt een sorry.  Wat zou het letten...  Evangelia is heel anders dan haar man was: stil en werkzaam, eerder introvert.  Ondanks het fei dat ze Nederlands kent, durft ze het niet goed praten.  Ze is wat beschaamd om fouten te maken.  Na wat Nederlandse zinnen schakelt ze over in het Grieks, en Maria vertaalt haast simultaan.  Evangelia wil niet op foto.  "Ik zie er niet uit" zegt ze verlegen.  Ik respecteer haar wens en dring niet aan.  Maria had dit antwoord van mama verwacht.  Zo is ze.

Kostas Varelas werd geboren in Xanthi, een stadje met ongeveer evenveel inwoners als Mechelen, in de landstreek Thracië in Noord-Griekenland.  Xanthi is een bruisend studentenstadje, ongeveer twintig kilometer verwijderd van de overal aanwezige zee.

 

 

Men noemt Xanthi wel eens de stad met duizend kleuren...  Daar stond de wieg van papa...

 

'De stad met duizend kleuren'.  Poëtischer kan het haast niet worden uitgedrukt.  Hoe kan het ook anders in een mytisch land waar dichters als Homeros, Sappho en vele anderen hun eeuwige verzen neerschreven.

Evangelia werd er ook geboren.  Was Kostas de stadsmens - Evangelia kwam van 'den buiten' even voorbij de stad.  Ze werden al jong verliefd op mekaar en waren sindsdien onafscheidelijk.  Op zijn zevenentwintigste besloot Kostas zijn geboorteland de rug toe te keren.  Net zoals zovele landgenoten voor hem en met hem. De beginselvaste Kostas had moeite met de corruptie in zijn land, vertelt Maria.  Kostas werkte als chauffeur bij een brouwer, en recht door zee als hij was, kon hij er niet tegen om tegen zijn wil politieke keuzes te moeten maken en te stemmen op bepaalde mensen.  Dit had zware gevolgen.  Hij werd ontslagen en toen lonkte België.  Hier was immers een andere inwoner van Xanthi succesvol werkzaam in de horeca.  Deze man had de keten 'Zorba' op poten gezet, met vestigingen in Leuven, Aalst en onze stad.

In 1988 vertrokken ze dan - Kostas en Evangelia, met hun twee jonge kinderen - Maria en Jorgos ("de helft van de Grieken heet zo", lacht Maria...), met een koffer vol dromen - naar dat kleine landje aan de Noordzee om een nieuw bestaan op te bouwen...

 

Ik was maar vier jaar toen we vertrokken naar België.  Ik heb toen heel hard geweend.  Dat weet ik nog.  Wat kende ik van dat land?  Voor veel Grieken was Duitsland veel bekender, ook al woonden er toch wel heel wat landgenoten in de mijnstreek...

 

Ze trekt aan haar sigaret en neemt een slokje van haar koffie - De herinneringen nemen haar mee naar haar kinderjaren.

 

 

Kostas wou werken en stapte mee in de Mechelse zaak.  Hij ging aan de slag als garçon en Evangelia stond aan het fornuis.  Rond 2000 werd Zorba dan een familiebedrijf.  De zaak werd overgenomen door de Varelassen en Kostas stond nu aan het hoofd van zijn eigen restaurant.  En het is nét die overstap naar familierestaurant dat de zaak nog populairder deed worden.  De kwaliteit bleef hetzelfde, maar de sfeer werd minder commercieel en familialer.

Na het overlijden van Kostas is de zaak nu in handen van zijn beide kinderen.  Maria is met haar dertig de oudste, en haar broer Jorgos is drie jaar jonger.  Vroeger toen ze nog school liepen, hielpen ze in het weekend in het restaurant, maar nu doen ze dat ook voltijds.  Ook moeder is nog dagelijks bezig in de keuken.  Even moet ik wat lacherig terugdenken aan de leuke film 'My big fat Greek wedding'.  De film staat bol van de cliché's over Griekse restaurants.  Maria kan er even smakelijk om lachen.  Alles is natuurlijk fel uitvergroot.  Maar er is ook de herkenning...

Evangelia zegt dat ze 25 jaar heel hard hebben gewerkt.  Samen.  Het was zwaar, maar ze deden het beiden heel graag.  Soms heeft ze heimwee naar Griekenland en haar geboortestad.  Ze keert vaak terug, en misschien doet ze dit in de toekomst nog frequenter.  Maar wel wil ze in Mechelen blijven.  Hier wonen immers haar kinderen en kleinkinderen, en hen kan ze niet missen.  Evangelia keert dus steeds graag terug naar huis, naar Mechelen, naar haar gezin.  Mist ze de zon en de warme dagen?  Niet echt zegt de volbloed Griekse.  Evangelia houdt wel van het wisselvallige klimaat.  Ze zegt niet goed tegen de hitte te kunnen...  Ze woont dan ook reeds zo lang in ons land.

 

Ik denk dat vader fier zou zijn hoe we zijn werk verderzetten.  De zaken gaan goed.  We hebben veel vaste klanten.  En ook van buiten Mechelen zijn er velen die de weg naar Zorba weten te vinden.  En dat doet deugd.  Op dit ogenblik zijn we nog het enige Griekse restaurant in deze stad.  heel kort geleden stopte het bootrestaurant Karimata, en 'De Griek' dat werd uitgebaat door een familie uit Lesbos, en de restaurants in de Maurits Sabbestraat en op de Leuvensesteenweg zijn al langer verdwenen.  Veel Grieken wonen er niet in Mechelen.  Maar met de familie die de Karimata hebben uitgebaat, hebben we wel goeie contacten.

 

Maria is en blijft Griekse.  Temperamentvol en trots op haar roots.  Ze heeft een Grieks paspoort, en zou het ook niet anders willen.  En toch wil ze nergens anders wonen dan in Mechelen waar ze zich thuis voelt.

 

 

Ik woon dan ook al sinds mijn kinderjaren in deze stad, en voel me een échte Mechelse.  Als ik van het vliegtuig stap op Griekse bodem, krijg ik de tranen in m'n ogen.  Waar daar heb ik mijn wortels.  Maar omgekeerd is dat ook zo.  Als ik terugkeer heb ik datzelfde gevoel.  Mechelen is thuiskomen.  Ik had dat vroeger reeds als kind: als ik Sint-Romboutstoren van in de verte zag opdoemen, kreeg ik een warm gevoel.

 

Evangelia deelt dit gevoel. En toch is er iets geknakt in juni.  Het overlijden van haar man is een zware klap geweest.  het is dan ook zo snel gegaan.  Heler dagen werkten en leefden ze samen.  Samen zijn ze naar hier gekomen, en samen hebben ze een droom waargemaakt.  Het had nog véél langer mogen duren.  Haar Kostas was ook zo graag in Mechelen.  Het was een sociale man die iedereen kende, en iedereen kende hem.  "Als we samen gingen winkelen, duurde dat héél lang.  Iedereen sprak hem aan, of omgekeerd..." vertelt Evangelia.

Het noodlot besliste er anders over.  IK denk spontaan aan de versregels uit de Ilias van Homeros, waar de held Hector, klaar voor het gevecht met zijn rivaal Achilles, tegen zijn vrouw Andromache zegt: "... Maar wat het noodlot schikt, kan geen van de mensen vermijden: d'edele of de gemene, die eenmaal trad in het leven..."

Kostas is slechts een jaar ziek geweest.  Hij heeft natuurlijk zijn moeilijke dagen gekend tijdens de zware therapie.  Toch bleef hij steeds de sterke trotse man, ondanks het feit dat deze gemene ziekte aan hem vrat.

 

Hij leefde zoooo graag.  Hij vocht en geloofde dat hij het zou halen.  Toen hij zijn diagnose kreeg, zag ik wel de angst in zijn ogen.  Maar hij herpakte zich.  Hij zou overleven.  Beslist.  Maar een onschuldig lijkend griepje heeft hem de dag omgedaan.  Heel snel werd het een longontsteking, en op 2 juni is hij gestorven in het Gentse ziekenhuis.  Hij zal het nog amper beseft hebben.  Ondanks het immense verdriet ben ik blij dat verdere aftakeling hem bespaard is gebleven.  Liever één jaar minder leven, dan steeds verder moeten achteruitgaan.  Daar zou hij het zelf ook moeilijk mee gehad hebben. Hij was zo trots.  We gaan nu verder zonder hem, als één hechte familie.  We hebben wel eens meningsverschillen, maar gaan door het vuur voor mekaar, en zijn er voor mekaar als dat nodig is.

 

Samenwerken als familie.  Soms moeilijk, maar het kan.

 

Thuis praten we altijd Grieks onder mekaar, ook al beheerste papa het Nederlands goed.  Wel had hij zo'n schattig accentje.  Als hij boos was, dan vloekte hij stevig door in het Grieks.  Het Grieks heeft immers zo'n uitgebreide en rijke woordenschat om te vloeken.  Ik doe dat ook - net als hij.  Als ik me kwaad maak dan verhef ik m'n stem ook met Griekse krachttermen.  Zelfs mijn anders zo rustige moeder heeft die gewoonte.

 

 

Op 14 januari zou Kostas Varelas 53 jaar worden.  Op die dag hoopt men een nieuw hoofdstuk te kunnen schrijven in het familieverhaal.  Dan opent de familie een café: 'Novo' in het ernaast gelegen restaurant Nieuwwerk dat de deuren sloot.

 

Papa heeft nog geweten dat we dit pand hebben gekocht.  We zouden dan ook graag op zijn verjaardag het café openen.  We zien wel.  En nee: het wordt niet 'Grieks'....  Dat niet.  Er zullen nog drukke weken volgen.

 

Zorba heeft zo'n achttal mensen in dienst - personeel en familie.  De jongste aanwinst is een jong Grieks koppeltje van in de twintig.  Ze zijn naar ons land gekomen - 'crisisslachtoffers' noemt Maria hen.  Hier proberen ze een nieuw leven op te bouwen.  Ze werken keihard en zijn blij met de kans die ze hier krijgen. 

Zo zijn Evangelia en Kostas ooit ook naar hier gekomen - als even jong koppel.  Nu heeft Evangelia drie kleinkinderen: de jongens Jorgo en Kosta bij haar dochter Maria, en een kleindochtertje - 'Billy' bij haar zoon.

 

Moeder is een echte Griekse mama.  Of ik nu dertig ben of later vijftig zal worden: ze is overbezorgd en soms wat zeurderig.  Maar ze bedoelt het goed.  Ik heb een onvoorwaardelijke liefde voor haar.  ik hoop dat ze zich wat kan herpakken.  Haar ouders - mijn grootouders - leven nog in Griekenland.  Mijn grootouders langs vaderskant zijn beiden overleden.  Gelukkig hebben ze het niet meegemaakt om hun zoon te zien sterven.  Ze zijn vroeger wel in Mechelen geweest.  Mijn andere grootouders nooit.  Ze willen niet vliegen.  Maar moeder gaat dus regelmatig naar daar.

 

Kostas is een echte Mechelaar geworden...

 

Hij voelde zich helemaal Mechelaar.  Hij hield van deze stad en van zijn voetbalploeg Racing.  Op de vrije woensdag begon hij zijn dag met een koffietje in eigen huis, en dan trok hij naar de Oase, om daar nog wat verder koffie te slurpen, gevolgd door een Maneblusser.  Nadien volgde hij vaak de voetbaltraining van een kleinzoontje en gingen we samen met de hele familie uit eten.  Ach wat mis ik deze momenten.  Ik mis mijn vader als ik zijn foto zie.  Elke steen in dit restaurant ademt zijn geest uit...    Op vaderkesdag is hij in Griekenland begraven.  Zijn begrafenis was niet het moeilijkste moment.  Terug thuiskomen in Mechelen was héél emotioneel -  Terug de deur van Zorba binnengaan zonder hem.  Dat was aartsmoeilijk.   Op 3 september hebben we met wijn en ouzo een groot herdenkingsfeest gehouden in ons restaurant.  Mama was er niet bij.  Bewust.  Dat zou te zwaar geweest zijn voor haar.  Ze verbleef op dat moment in Xanthi...  Vader wou niet per se in zijn geboorteland begraven worden, maar moeder had dit graag.  We hebben haar wens gerespecteerd.  Daar ligt papa nu in Griekse grond - thuisgekomen - Kostas de Mechelse Griek - tussen olijfbomen en ouzo.  Een Griek keert altijd weer.  Broer Jorgo liet een kleine tattoo van een olijfboom zetten als herinnering aan papa.

 

Beneden in het restaurant hangt een grote zwart-wit foto van Kostas Varelas - een prachtportret: de fiere Griek met zijn doordringende ogen, genietend van een sigaar.   Een levensgenieter was hij, en ondanks het feit dat hij het tijdelijke met het eeuwige heeft gewisseld - ondanks het feit dat hij nu rust in Griekse grond: Kostas is hier sterk aanwezig.  Dat voelen hier zelfs de muren.  Hij leeft voort in de weemoedige herinneringen van die lieve Evangelia, en in de verhalen van zijn kinderen.

 

Kostas de Griek.  Melancholischer en levensechter dan met Griekse bouzoukiklanken kan een verhaal  niet verteld worden.  Een melodie vol levensvreugde die gaat over heimwee en verlangen, over dood en leven.  Oeroude waarden.  Het is een lied dat blijvend zal gezongen worden, en de golven van de Egeïsche Zee zullen het wiegend dragen tot verre einders.  En de wind zal dit lied optillen en de woorden laten verwaaien naar verre nieuwe thuislanden.  Griekse verhalen zijn eeuwig.  Da's géén pathos, maar gewoon de ziel van een land en zijn mensen.

 

 

Ik mis hem zo hard.  We hadden zo'n speciale vader-dochterband.  Hij was mijn beste vriend...

 

Maria herhaalt het.  En haar ogen beamen het.

 

 

 

 

 

@ jan smets

 

Prachtig in memoriam Jan!

Ik zou mezelf niet echt een vaste klant durven noemen, maar toch... al meer dan twintig jaar ga ik één of twee keer per jaar in de Zorba eten, en nog nooit spijt van gehad. Als we met het Sinte-Mettegenootschap op toer zijn met "Groete Sinte-Mette" om ons kinderfeest te fenancieren, dan zijn we altijd van harte welkom. Al staat in deze bijdrage veel dat ik nog niet wist, het is zo herkenbaar...