Er is meer te verdienen in de voor as op 't gewen.

met categorie:  

Dit spreekwoord leerde ik 30 jaar geleden van een oude collega, een boerenzoon uit Koningshooikt. Het had een dubbele betekenis. Het gewen is natuurlijk het (meestal opgehoogde) stuk grond waarop de groenten geteeld worden, en "de voor" het  (niet bebouwde) pad er tussen.  De eerste betekenis is: het sukses van een tuinbouwbedrijf hangt niet zozeer af van het kweken van de groenten, maar van de hele organisatie van het bedrijf er omheen. Maar er is natuurlijk een tweede betekenis. "De voor" is ook een term om het vrouwelijk geslachtsorgaan aan te duiden. Het spreekwoord betekent dan ook dat een vrouw meer kan verdienen met haar geslacht dan met het kweken van groenten. Daar zijn dan nog twee mogelijkheden: opwaartse sociale mobiliteit door een goedoverwogen partnerkeuze - of de prostitutie...

Nadien heb ik het spreekwoord nooit meer gehoord, maar het is me wel bijgebleven. Zijn er bloggers die dit ook kennen, en zo ja van waar? Of varianten erop?

 

Wieland, moet dat niet zijn " gewend " ?

Gewen of gewend, het kan best, ik heb het spreekwoord enkel uit de mond  van een streekbewoner gehoord, geen Mechelse stedeling. Als Battelaar van den buiten ken ik het woord gewen(d) uiteraard wel, maar ook enkel uit de mondelinge overlevering.  In elk geval gaat het om het "bed" waarop groenten "gewonnen" (met succes gekweekt) worden.

@ Wieland

Ik hoorde vroeger op vakantie zijnde in mijn vadershuis in Buggenhout, steeds de term dagwant terugkomen, wanneer die ooms en tantes het hadden over een perceel te bewerken landbouwgrond en de hoeveelheid dagwanten die sommigen van hun buren-keuterboeren en ook de rijkere landbouwklasse, in bezit of meestal in pacht hadden. Naar ik meen te weten hadden ze het dan over een oppervlakte die men op één dag met één man kon bewerken. Eventueel met behulp van een stevig Brabants trekdier. Of kwam dat paard er niet aan te pas en rekende men enkel op de steekschop van de boer om het land te ploegen? Boeren aller Mechelse gehuchten en aanpalende dorpen: laat hierover jullie agrarische wijsheid nederdalen!

Het kan dus mogelijk zijn dat een gewen zwaar aanleunt bij een dagwant? De voor laat ik wijselijk waar ze hoort te liggen. In het midden misschien?

@ Wieland

Ook een mooie uitdrukking is:

"Diejen is deu nen eizel aôver een hallef deur gescheiten".

Hallo wat moet ik me daar bij voorstellen? Ben nogal visueel ingeseld zie je ;-)

 

Jef, die ken ik niet.Mijn taalgevoel zegt mij dat het een manier is om op minachtende wijze over iemand te praten. Schijten als beeldspraak voor baren is voor de hand liggend, een ezel als moeder is weinig lovend, maar wat komt die halve deur er bij doen?

Hiermee hoop ik Malenie op haar wenken te bedienen:

Wieland, het baren wordt wel uitgedrukt door "Stront, wee-j-ei-d-a gɘsjgεεtɘ?" maar Jefs citaat heeft het over "nɘn εεzɘl" en niet over "ɘn εεzɘlin" en eigenlijk is dat baren dan ondenkbaar - niet alleen biologisch maar ook volgens mij al te zeer tegen het steeds verdomd nauwkeurig gebruik van het geslacht in het Mechels, zeker voor zulke dingen. Was het misschien oorspronkelijk negen maand eerder de moeite niet genomen om goed en wel zo diep mogelijk te gaan, maar werd 'gɘsjgoutɘ' a posteriori naar analogie met andere uitdrukkingen misplaatst verbasterd tot 'gɘsjgεεtɘ'?

Bemerk dan dat vermits het een ezel moet geweest zijn, aangegeven wordt dat de quasi per ongeluk getroffen moeder van 'die[jɘ]n' er eigenlijk veel te goed voor was. Dat klopt met mijn perceptie van het praktisch gebruik van de uitdrukking: men wil niet de gekleineerde 'die[jɘ]n' raken of op stang jagen door zijn moeder te beledigen, maar drukt eerder wat compassie met de onbenullige 'die[jɘ]n' uit: Voor kwaadsprekerij over vaders liggen de gevoeligheden toch iets lager. Een gedachte aan een 'ongɘlükskɘ' dat een veel te laat 'naakoumɘlingskɘ' tot gevolg had, met dikwijls een verstandelijke handicap, kan hier achter zitten want om tijdig 'de kerk uit' te wezen wordt de man verantwoordelijk gesteld. Of in dat geval 'over een deur die voor de helft open staat' enig verband houdt met een reeds verminderde elasticiteit, laat ik in het midden maar het oude Platmechels nog wel ooit gehoord hebbende...

Die halve deur dateert nog uit den tijd dat sommige deuren uit twee helften bestonden.  Het onderste gedeelte kon gesloten blijven terwijl de bovenste helft kon worden geopend (om bvb iets aan te nemen).  Men vond dit soort deuren meestal in boerderijen.

@Roger. Spreekt vanzelf, zo had ik me het letterlijk aspect gevisualiseerd. Maar allicht zijn er vooral jongere stedelingen die zulke deur nog niet zagen. Met een ezel aan een deur moet men ook wel aan een paardenstal denken, en in manèges ziet men die deuren nog steeds. 

Ja, het beeld van een halve deur in een oude hoeve, in het bijzonder in een stal, dat is me wel vertrouwd, daar gaat het mij ook niet om. Wat ik me afvraag is welk verschil het uitmaakt of de stront van een ezel nu aan de binnenkant of aan de buitenkant van de staldeur terecht komt?  Om dat de stront die aan de buitenkant valt (gesteld dat de ezel binnen is) zijn eigen leven in de buitenwereld kan gaan leiden, en dus uitgroeien tot de betrokken persoon? Een stront die binnen valt riskeert vertrapt te worden, en eindigt al gauw op de mesthoop. Zo iets?

 

@Wieland Volkaert: Sorry, door aanbrengen van een link en een detailcorrectie was mijn laatste edit in het lijstje niet die onder Rogers halfdeur, maar die daarboven - daardoor met tijdsaaanduiding 21.36 uur. Wat over die halfdeur vloog, was dus volgens mij geen stront en de richting zal ook wel duidelijk worden.  ;-)

Uit 'Studie betreffende de metrische waarde van oude landmaten'

Door Willy Van Hoof en Hendrik van de Poel.

De Mechelse maat:

1 bunder = 12.365,44 m2 = 4 dagwand van 3091,36 m2 = 400 vierkante roeden van

30,9136 m2 = 160.000 vierkante voeten van 0,077284 m2.

De roede van 5,56 m. = 20 voeten van O,278 m.

De voet (Mechelen) = 0,278 m.

De roede (Mechelen) = 20 voet = 5,5600 m.

(De lengte van de roede werd bepaald door het meten van een aantal voeten van

kerkgangers welke als eerste op een zondag de kerk verlieten.)

 

Tsjei, curieuze serendipiteit met mijn voorlaatste zin boven Rogers foto van een halfdeur: Als eersten... was dat dan ook al vóór het zingen?  :