De Mechelse Daens: Ivo Cornelis

met categorie:  

    

(foto's: Jan Smets)

Hij heeft een straatnaam in onze stad, en zijn naam klinkt de Mechelaar niet geheel onbekend in de oren.  Al moet gezegd dat de herinnering aan de man misschien wel vaag geworden is.  Maar daar wil zijn neef verandering in brengen. Mark Cornelis is zelf al wat je noemt 'op leeftijd'.  Hij is 82 jaar - eveneens als zijn beroemde oom priester, en heeft in zijn grote bewondering een boek geschreven.  Ivo Cornelis - die wel eens de Mechelse priester Daens wordt genoemd, komt in deze biografie weer tot leven.  Niet alleen als sociaal bewogen priester, maar ook als mens van vlees en bloed.  Op 11 juli - nu 55 jaar geleden stierf Ivo Cornelis.  Geen dag kon symbolischer zijn voor deze Vlaming in hart en nieren, waarvan kardinaal Mercier ooit zei: "C'est un Saint prêtre, mais un flamingant!"   Het maakte dat Ivo het nooit verder schopte dan onderpastoor, en dit dan nog onder het waakzame oog van 'de Wollemarkt'...

 

Je moet er zeker op letten dat je in het artikel hem niet verengt binnen de Mechelse grenzen.  Zijn levenswerk - het Jongenstehuis,  is gestart in deze stad, maar het kreeg verdere uitbreiding in heel Vlaanderen.  Dat wil ik duidelijk maken in mijn boek 'Ivo Cornelis, één der Vlaamse groten in Kerk en samenleving'...

 

Hij steekt keurig in het grijs - dat soort grijs waarin oudere priesters zich wel eens meer plegen te omhullen.  Vriendelijke ogen, bescheiden...  Maar als hij vertelt over zijn grote bezieler, klinkt het enthousiasme  sterk door...

 

Het was voor mij een must.  Ik kon niet anders.  Al lang had ik in mijn hoofd een voorwoord klaar.  Dit werk wil in de eerste plaats een getuigenis zijn.  Het is door mijn moeder en door hem vooral dat ik priester geworden ben.  Ik wil met dit boek mijn respect uitspreken voor zijn eideloos geduld en het vertrouwen om jongeren nieuwe kansen te geven...

 

Ivo Cornelis werd geboren in het hartje van de Rupelstreek - in Niel - op 14 oktober 1887.  Zij vader was dokter, en het gezin telde tien kinderen: vier meisjes en zes jongens.  Van die jongens werd de helft priester, en de andere heflt, waaronder de vader van schrijver Mark, dokter.  Ivo was een prima leerling.  Als hij besloot om priester te worden, trekt hij hiervoor naar het nabijgelegen Mechelen.  Omdat hij zo verstandig was, stuurde kardinaal Mercier hem reeds na één jaar naar het Pauselijk College in Rome.  Aan de Pauselijke Universiteit in diezelfde stad promoveerde hij tot doctor in de filosofie en doctor in de theologie.  Met die ronkende titels werd hij in 1910 tot priester gewijd.  Twee jaar later werd Ivo benoemd tot leraar te Basse-Wavre in de drie hoogste humanioriaklassen.  Hij moet een goeie leraar geweest zijn.  Cornelis gaf ondermeer Nederlands, en als Vlaamsgezinde wist hij zelfs zijn Franstalige leerlingen warm te maken voor de Vlaamse ideeën.  Dat laatste was zéér tegen de zin van de schooldirecteur, en die ging dit meteen doorbrieven aan Mercier.  In 1913 riep deze Ivo Cornelis terug, en benoemde hem tot onderpastoor van de Sint-Romboutsparochie - netjes onder het alziend oog van de kardinaal himself!

 

Mijn oom was een sociaal bewogen man en maakte zich al snel geliefd in de volksbuurt.  Met een toeval start het werk waarvoor hij later zo bekend zou worden.  Het was februari 1921.  Het vroor dat het kraakte.  Ivo bezocht een moeder die op sterven lag op een zolderkamertje.  Twee kinderen, totaal uitgehongerd, lagen onder haar bed op wat lompen te slapen.  Van de vrouw vernam hij dat haar man een dronkaard was.  Zelfs nu zat hij in de kroeg.  De vrouw smeekte de onderpastoor om voor haar twee kinderen te zorgen.  Ivo Cornelis die zeer ontroerd was, beloofde dit.  Toen de vader enkele uren later dronken thuis kwam, was zijn vrouw al gestorven, en waren zijn kinderen met de onderpastoor vertrokken.  Zijn huishoudster was niet weinig verrast, toen hij haar vroeg voor de twee jongens te zorgen... Het bleef niet bij twee...  Dagelijks maakte hij miserabele dingen mee, en er volgden nog vele jongens uit arme en verwaarloosde gezinnen.  Het Jongenstehuis was geboren.

 

 

Door de toename van het aantal 'gasten' moest Ivo Cornelsi zich erg inspannen om het nodige geld bijeen te zoeken en de schulden te betalen.

 

Hij had echter een groot vertrouwen in de Goddelijke voorzienigheid.  Nu kan men dat naïef noemen, maar meerdere keren heb ik zelf in het Jongenstehuis ervaren dat hij op dringende momenten onverwachts het nodige bedrag als gift ontving van iemand die plots aanbelde.  gewoonlijk ging het dan om grote bedragen...  Ook had hij een onuitputtelijk geduld en een  onverwoestbaar vertrouwen in élke mens.  Dat typeert wel zijn persoonlijkheid.  Uiteraard werd hierdoor al wel eens misbruik gemaakt van zijn vertouwen. 

 

Ivo Cornelis was een overtuigd Vlaming.    Hij schreef de achteruitstelling van de Vlamingen toe aan de taalmiskenning en aan het verfranste Belgische Regime.

 

Toch was hij zéker niet radicaal in zijn opvattingen.  Als leraar in Basse-Wavre maakte hij duidelijk onderscheid tussen de realiteit en het extremisme.  Wel was er een nauw verband tussen zijn geloof en zijn Vlaming zijn.  Hij vond het vanzelfsprekend flamingant te zijn, aangezien hij als Vlaming geboren was, en zo te behoren tot een volksgemeenschap met eigen taal en cultuur.  Zijn stem trilde en was snijdend als een scheermes wanneer hij de onderwerping van het Vlaamse volk aan de kaak stelde.  Hij vond het dan ook pijnlijk dat dit volk zijn eigen cultuur verloochende.   Zijn Katholieke geloof en zijn Vlaams bewustzijn waren de hoekstenen waarop hij het opvoedingsklimaat in de Jongenstehuizen bouwde.

 

Enkele maanden voor zijn dood kreeg hij van een Hongaarse jongen, die hij nog maar onlangs onderdak verleend had, een slag op zijn hoofd terwijl hij in bed lag.  Na verzorging in het ziekenhuis zou hij nooit meer de oude worden.  Op 11 juli 1958 stierf hij.

 

Hij heeft deze jongen vergeven...  Zo was hij ten voete uit.  Mijn oom was mijn grote inspiratiebron.  Heel vaak ben ik overal met hem meegeweest.  Bisschop is hij ondanks zijn intelligentie nnot geworden.  Hij bleef onderpastoor.  Maar bij zijn begrafenis was de Sint-Romboutskathedraal véél te klein.  Heilig moeten ze hem niet verklaren.  Hij is dat al.  Je mag gerust zijn!

 

Zijn levenswerk werd verder gezet door priester Jan Van Kerckhoven uit Willebroek.  Jan was als veertienjarige zelf in het jongenstehuis terecht gekomen.  De persoonlijkheid van Cornelis overtuigde hem om de taak over te nemen.

 

 

 

Met zijn schrandere geest en voortuitziende blik was mijn oom Ivo Cornelis zijn tijd ver vooruit.  Ook nu heeft hij ons nog iets te zeggen, al zijn de omstandigheden totaal verschillend.  Ik begrijp dat in de jeugdzorg terecht veel is gewijzigd.  De jongenstehuizen zijn nu onderdeel van de vzw Emmaüs.  Toch is het een beetje jammer dat zijn 'naam' verdwenen is....  Het leven van mijn oom bevat een les.  Dit is het slot van mijn boek: Alle oplossingen, hoe goed bedoeld ook, zullen onmachtig blijken de kwaal te verhelpen of het probleem op te lossen, indien zij niet geïnspireerd zijn door waarachtige liefde en volhardend geduld en steunen op een groot vertrouwen.  Ik hoop dat zijn voorbeeld het geweten van velen wakker weet te schudden...

 

De ogen van Mark twinkelen.  Hij kon niet anders dan dit boek schrijven...  Het is verkrijgbaar bij de schijver - Minderbroedersstraat 9/21 in 3000 Leuven.   Cornelis.mark@telenet.be   14,95 euro (verzendingskosten 4 euro).  rek.nr.: BE67 0000 1081 4587

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De scouts van de Katelijneparochie, de priester links.

Een kleine persoon maar een groot mens die door zijn goedheid jammerlijk aan zijn einde is gekomen.