(foto's: Jan Smets)
Het schip wordt buitengerold. Na enkele weken gewerkt te hebben in een kouwe hal, is het heerlijk om nu te kunnen schilderen in open lucht. De ploeg van Syntra AB heeft er zin in, en de sympathieke docent Carl Coenen kijkt nauwlettend maar tevreden toe. Hij heeft vertrouwen in zijn schilderende leerlingen!
Ik sta aan de Nekkerhal, bij één van de grote opslagplaatsen van de stad. In de hal staan een aantal historische onderdelen van de Ommegang klaar om in de zomer door de Mechelse straten te trekken. Ik herken de praalwagens van de rederijkerskamers 'De Peoene' en de 'Lischblomme'. Die kwamen de laatste jaren al wel meer buitengereden. Ter gelegenheid van het Landjuweel trekken ze fotogeniek de aandacht. Aan één van de wagens moet nog een kleinigheid bijgewerkt worden. Maar verder zien de kleurrijke wagens er pico bello uit. Iets anders is het Schip van Oorlog. Dit Schip is al heel wat langer verdwenen achter de coulissen. De laatste keer dat het buiten kwam, was in 2000, toen met de viering van de 500ste verjaardag van 'onze' Keizer Karel V, de Ommegang uitzonderlijk uitging. En dan moeten we teruggaan tot 1988 - toen de Hanswijkcavalcade plaats had. Er is dan ook nog wat werk aan de winkel om het Schip terug van stapel te doen rollen. Maar de ploeg van Carl Coenen klaren de klus! Alle hens aan dek! Binnenkort is het Schip van Oorlog weer zeewaardig!
(in de hal staan ook nog de praalwagens van De Peoene en de Lischblomme, én de slede van De Peoene...)
De afdeling schilderen van Syntra AB, campus Mechelen, zorgt voor de restauratie van het Schip van Oorlog. Veertien eerstejaars zijn er aan de slag. Onder hen zijn vier vrouwen. Carl Coenen die al vele jaren les geeft in de school, geeft met kennis van zaken tips. Ik hoor hem de raad geven om niet dadelijk dekkend te willen schilderen, maar dus, en laag voor laag. De mastschilders luisteren met aandacht.
(Carl Coenen)
In het begin vond ik het Schip kleiner dan ik me had voorgesteld. Maar als de drie masten er op staan, is het beslist indrukwekkend. Ik heb de Ommegang nog nooit gezien. Ik woon nog 'maar' 22 jaar in Mechelen. Maar nu wil ik zeker komen kijken. Het is fantastisch dat we kunnen werken aan zo'n historisch stuk. Ik zal blinken van trots als ik ons Schip door de Mechelse straten zal zien rijden. Eerst hebben we het houtwerk geschuurd en ontvet. We zijn gestart voor de Paasvakantie. Het schilderen is natuurlijk nog prettiger. Je ziet dadelijk resultaat. Ik ben erg tevreden met het werk dat mijn leerlingen afleveren. Ze verschillen allen erg in leeftijd. In onze avondschool willen ze zich omscholen tot zelfstandig aannemer van schilderwerken. Vooral ook de vrouwelijke studenten leveren fijn werk af, en hebben oog voor detail.
Het Schip van Oorlog is één van de oudste elementen van de Mechelse Ommegang. Eigenlijk is het een metafoor voor het leven waarin men vaak tegen het noodlot moet opboksen. Een Schip is overgeleverd aan de wilde zee, zijn grillen en onberekenbaarheid. Het noodlot valt niet te ontlopen. Vergelijk het met 'Fortuna', ook al zo'n metafoor die gebruikt werd in de burgelijke moraal. Als meesteres over de zeegolven en winden, zwaaide zij ook de scepter over de zeevaart. In die zin was ze zowat de geluksgodin van de kooplui. Ook zag je in vroegere tijden als eens het motief van 'het narrenschip', waarop een troep dwazen de wereld verlaat en per schip zich laat meedrijven over de woeste zee.
Voor het eerst werd over het Schip gesproken in 1576. En da's best héél lang geleden. In de stadsrekeningen staat het vermeld als 'kermisschip'. Het was de éérste naam van het Schip, dat nog regelmatig van 'identiteit' zou veranderen. Het schippersambacht zorgde toen voor het onderhoud. Het was dan ook hun eigendom. Het is pas van toen de ambachten ontbonden werden, dat het Schip in handen ging van de stad.
In 1583 kreeg het Schip de naam van 'Schip van oerloghe'. De driemaster die we nu kennen zou stammen uit 1647. Toen kreeg 'ons' Schip' zijn huidige vorm. Het oude schip liep bij een Ommegang in 1646 serieuze averij op. De boot brak, en verschillende 'matrozen' liepen kwetsuren op. In de jaren 1652-A653 werd er flink gesleuteld en gerepareerd. Leuk is de nota in de stadsrekeningen, die vermedl dat ene Francis Van Looy betaald werd voor 't poeyer d'welck verschoten wordt op 't Schip'.
In de Ommegang van 1680 wordt het Schip herdoopt in 'het Schip van Petrus'. Ook in 1680 droeg het nog steeds die naam. De Kerk drukte duidelijk haar stempel op het wereldes Schip. Het zou dan ook binen en buiten de Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijlekerk, worden binnen en buitengereden. Voor diegenen die hier voor instonden, werd een vergoeding voorzien, kunnen we opmaken uit oude rekeningen.
Maar ook de naam van 'schip van Petrus' verdween in de nevelen der tijd. In 1753 kreeg het een nieuwe naam: 'Het Schip van Sint-Vijt'. Ook dit bleef niet duren. De vijfde naam van de Ommegang-boot werd: 'Schip van 's lands welvaeren'. En het is deze naam die nog regelmatig wordt gebruikt voor het Schip, nét als 'schip van oorlog'.
Binnenkort rolt het Schip, opgeknapt en wel van de werf. De eeuwenoude Mechelse Ommegang zal beslist de aandacht weten te trekken van vele, vele toeschouwers. Het Schip is er alvast bijna klaar voor!
(info over geschiedenis van het Schip opgesnord in 'Stoetenstad' - 700 jaar optochten en processies in Mechelen)
Uit de oude doos...
Mechelen in 1913
Wat zit er nog allemaal in de doos over de cavalcade nan 1913?
@ E10 : Check de Beeldbank.
iz leuk !
:-)
Vermits ik geen geld heb voor een volledige gazet, koop ik alleen maar knipsels.
Zo heb ik een knipseltje uit ' Koerier ' van de beginjaren ' 80 waar ik het volgende lees:
Gelukkig hebben we vandaag Carl Coenen en kompanen om het geheel terug ' leven te schenken '. Waarvoor dank!
Luc, bovenstaande was typerend voor de "ver(k)rottingspolitiek onder Van Roy...
Hieronder het Schip van Oorlog door Alfred Ost.
(verz. R. Kokken)
@Roger: ik denk dat vele stukken van de ommegang toen ' geparkeerd ' stonden links van de Antwerpse Steenweg in die toenmalige militaire loodsen: vrije entree voor duiven en vandalen!
@ Luc :
Misschien moeten ze, volgende keer, maar eens een (ik noem maar iemand) Frans-Croes-Reus ten tonele voeren of zo.
:-)
Enerzijds is het mooi dat de elementen van de Mechelse Ommegang hersteld en gerestaureerd worden. Anderzijds is het bedroevend als men weet dat dit dient te gebeuren omdat alles van dit stukje culturele erfgoed met weinig respect bewaard wordt.
Zo werden er in 2000 t.g.v. de Keizer Karelfeesten en ter aanvulling van de Mechelse Ommegang 18 nieuwe reuzen gemaakt welke gelinkt waren aan de Mechelse wijken en dorpen. Ook hiermee zou iets kunnen gedaan worden met de aanstaande feestelijkheden rond de cavalcade ware het niet dat zij (of toch een deel ervan) in zulke belaberde toestand bewaard worden in de oude Pidpamagazijnen. Ik heb het spijtig genoeg enkele weken terug met mijn eigen ogen kunnen vaststellen.
Voortgaande op het artikel uit de 'Koerier' is er blijkbaar sindsdien weinig veranderd wat het bewaren van erfgoed betreft.
Zo werd 30 jaar geleden onder Van Roy ons erfgoed bewaard. Grootvaar Reus was er zo het hart van in dat hij in de al even vervallen Minderbroederskerk het moede afgeknakte hoofd op de borst liet rusten....
Foto Roger Kokken (1982)
Geen idee uit welk materiaal Grootva(d)er is gefabriceerd, maar de rest van de reuzen en reusjes is toch niet meer als een rieten mand op wieltjes en een hoofd van papier-maché.
Dus niet direct geschikt om eeuwen mee te gaan.
:-)