(2/4) EEN WOORD WERD GEWIJZIGD. “GOOOOOAL! GOAL! GOAL!”

Op zondagnamiddag 17 april 2011 besprak ik met een man die op 17 januari 1924 ter wereld kwam een woord dat op 13 juni 1925 werd gewijzigd en ook wat deze wijziging zou kunnen betekenen voor een man die op 22 maart 1926 onder een machtigen volkstoeloop ten grave werd gebracht.

Het woord dat op 13 juni 1925 werd gewijzigd is drie.

Die bewuste zondag in april 2011 werd ik in de late namiddag door een voornaam voornaamgenoot voorgesteld aan de man die ik vijf minuten voor aanvang van een voetbalwedstrijd (die ik mocht omroepen) met een ietwat onzekere tred naar de middencirkel zag stappen:

“De aftrap op deze voor Racing Mechelen zo mogelijk historische voetbalnamiddag wordt gegeven door ons clubicoon Rik De Saedeleer.”    

Ik herinnerde me die dag Rik De Saedeleer vooral nog als de man die, mijns inziens, als allerbeste het voetbal (door)zag en het spelletje waarschijnlijk net daarom van weinig of geen overbodige commentaren (voor)zag. Voor het eerst oog in oog staande met ons clubicoon en geflankeerd door zijn vriend Mark, schoot toen vrijwel ogenblikkelijk de absolute levensvraag van Rik me te binnen zoniet hadden we daar schoon gestaan, niet wetend wat gezegd.

Ongeveer twintig jaar eerder schreef Rik in zijn eerste boek dit:

“Rik, wie is nu de allerbeste voetballer die jij NOOIT hebt zien spelen?” vroeg ik Rik dus om er meteen aan toe te voegen dat Benny Wijnstekers, Eli Ohana en Lei Clijsters de 3 beste spelers zijn die ik ooit WEL eens in ’t echt heb zien spelen.

Slechts heel even scheen Rik al wat nattigheid te voelen maar al gauw vatte Rik (toen 87 jaar oud) de evidente logica van mijn vraag die zo mogelijk de meest ernstige vraag is die ik voor mijn 37ste al ooit aan iemand had gesteld. Rik dacht er over na en sprak een beetje aarzelend: “Tja… Dat zou Jan Van Cant kunnen zijn. Ja.”

Zo dacht ik er ook over en dat heb ik hem dan ook gezegd waarop Rik me dan weer vroeg of ik de foto (gemaakt voor het Stedelijk Zwembad) van de ploeg uit 1919-1920 kende die ook in zijn boek “GOOOOOAL! GOAL! GOAL!” werd opgenomen en waarop o.a. Jan Van Cant staat afgebeeld.

Alle namen van de er op afgebeelde spelers kon ik opsommen alsook de positie(s) waarop ze dat seizoen acteerden. De naam van de trainer moest ik niet vernoemen want die staat er als onderschrift bij. Aangaande de man rechts op die foto had ik misschien toch wat vraagjes te stellen dus ik liet Rik zo gauw mogelijk nog wat verder vertellen.

Domien De Saedeleer, rechts afgebeeld op deze foto, was in 1919-1920 de afgevaardigde, wist Rik en zo staat het ook vermeld in het bijhorende onderschrift. Grootvaders vertellen graag verhalen en anekdotes, wist ik, en Domien De Saedeleer was hierop geen uitzondering, weet ik nu maar uit wat Rik me wist te vertellen bleek dat Jan Van Cant als linksbuiten (en ook in zijn laatste seizoen als rechtsbuiten) een nog meer uitzonderlijke voetballer moet zijn geweest dan de uitzonderlijke voetballer die ik die dag al in hem durfde vermoeden.

Als begenadigd verteller kwam Rik helemaal op dreef nadat ik hem een vraagje stelde over dat woord dat in 1925 werd gewijzigd en hij me in een verbluffende uiteenzetting zijn visie gaf aangaande hoe het voetbalbalspel er volgens hem onder den ouden regel moet hebben uitgezien; hierbij steeds verwijzend naar Jan Van Cant en al zijn tegenstanders die hij aan de lopende kant in de doeken deed en waarover zowel zijn grootvader als zijn vader ooit formidabele verhalen aan Rik hadden verteld en waarvan Rik er dus die dag enkele aan mij heeft voort verteld, er wel steeds aan toevoegend: “Maar ikzelf heb Jan Van Cant dus jammer genoeg ook nooit zelf zien spelen...”

   

 In Engeland werd aan Goodison Park (het voetbalstadion van Everton) ooit Pro memorie Dixie Dean een heel knap standbeeld opgericht dat voor de ware voetbalkenner slechts weinig aan de verbeelding over laat maar waarover, mijns inziens, nog veel zal worden nagekaart of het nu al dan niet op de best mogelijke locatie staat en of er nu wel of niet iets mis is met de bal die door Dixie Dean wordt gedragen.

In 2005, circa 25 jaar na het overlijden van Dixie Dean en ongeveer 80 jaar na de invoering van de nieuwe buitenspelregel, verscheen er dan ook nog het boek: “The lost interview. Dixie Uncut”

Dixie Dean was de centervoor die voor Everton 60 keer scoorde in de Engelse competitie van 1927-28 en daarmee is hij vandaag nog steeds de absolute recordhouder. “I’d be on one side of the goal when the centre came over and the other team would be expecting me to head it towards to the goal, but I would head it across the penalty area and one of these lads could simply walk it in.”

Na de invoering van de nieuwe buitenspelregel moest een voorspeler dus niet meer van op de eigen speelhelft vertrekken om dan zelfs vaak met de bal ook nog aan de voet(en) circa 60 meter te spurten en/of te dribbelen om eens hij dan ter bestemming was zelf ook nog eens te moeten proberen een zeldzaam doelpunt te maken.

Een ‘goalgetter’ kon het zich na 13 juni 1925 permitteren om zich, zonder overhaasting, naar zijn eindbestemming te verplaatsen om er dan na een accidentele kopslag alleen nog maar wat artistiek  uitziend duizelen te simuleren of er met een buiklanding na zweefvlucht een stomme struikeling te camoufleren indien de bal via zijn minder goede voet in de goal was gebotst.

Rik De Saedeleer heeft me die zondag 17 april 2011 alles bevestigd wat ik tot dan al over Jan Van Cant had gelezen.

De onvergetelijke Jan Van Cant, ‘het eerste beeld dat voor den geest verrijst als men over het spel van Racing spreekt’ verdient een (stand)beeld. Rik De Saedeleer, de stem van ons voetbal, heeft het mij gezegd.

 

Mark Tourlouse, back-up stadionspeaker KRCM 2010-2011

verschijnt eerstdaags:

(3/4) DE SCHOONSTE EIGENAARDIGE FIGUUR. HET EERSTE BEELD DAT VOOR DEN GEEST VERRIJST

door De Jan Van Cant Vrienden

                                                         

Zowat het beste wat hier op den Blog in maanden te lezen en te genieten was, samen met de cartoontjes van Christophe natuurlijk. Meer van dat a.u.b.