twee kleine jongens met een groot hart

  

(foto's: Jan Smets)

En eensklaps waren ze weer twee kleine jongens - Frans en Theo Coertjens:  Twee kleine straatjochies, die in de waanzinnige en verwarrende maalstroom van gebeurtenissen bij het begin van de tweede Wereldoorlog, vader en moeder kwijtgeraken, en van God en wereld verlaten, zo goed en zo kwaad mogelijk proberen te overleven.  Overgeleverd aan de straat, met een onwaarschijnlijke overlevingsdrang zien ze dingen die een jongen van acht en zijn nog jongere broertje eigenlijk niet zouden hoeven te zien.  Twee kleine straatratten tegen wil en dank, zwervend langs Mechelse steegjes en pleinen, zwervend en bedelend.  Twee kleine avonturiers wiens broederband onverbreekbaar is.  Het is tegelijkertijd een intriest en toch mooi verhaal.

Vandaag sta ik met hen in de Nokerstraat.  Ze zijn eerst stil, en ik zie dat Theo vochtige ogen krijgt als hij naar de vensters staart van de Dossinkazerne.  Na de oorlog zijn ze zo goed als nooit meer in Mechelen gekomen.   Als een film voor hun ogen spelen de gebeurtenissen van de oorlogsjaren zich af: gruwelijk precies...

 

   

(foto's: Jan Smets -  Theo en Frans Coertjens)

Theo heeft het - zoals ze dat zeggen -  'gemaakt' in het leven.  Door hard werken is hij een succesvol fabrikant geworden.  Vleeswaren.  Een klein familiaal bedrijfje groeide uit tot een goedboerend imperium.  Hij is ondertussen 82 jaar, en de band met zijn enkele jaren jongere broer is nog steeds onverbreekbaar.

 

Nochtans zag het er zovele jaren niet zo veelbelovend uit voor de broers.

 

Vader Coertjens die uit het Antwerpse kwam, had werk gevonden als trambestuurder in Mechelen.  Het gezin woonde aan de Tinellaan, in een huis waar nu de electrozaak Schmit gevestigd is.  Als de oorlog uitbreekt wordt vader gemobiliseerd.  Moeder gaat met haar zoontjes, zoals zovele Mechelaars - op de vlucht.  Op die tocht geraken ze mekaar kwijt.  Vreselijk.  Op dat moment zijn ze 'feitelijke' wezen geworden.  Vader zouden ze pas vele jaren later weerzien, en pas véél later zullen ze de broers de pijnlijke toedracht van het 'kwijtspelen' van moeder en zoontjes, ontdekken. Moeder werkt in een Antwerpse bar, en had hen bewust achtergelaten...

Drie jaar wonen ze in het ouderlijke huis.  Nu zouden de jongetjes al dadelijk overgeleverd zijn aan allerlei sociale instanties en zo meer, maar toen was het oorlog.  De straat wordt hun speelterrein, en nog veel méér: de plaats van overleven!  Ze bedelen en rekenen op de goedheid van de Mechelaars om aan wat  geld en eten te komen.

En niemand roept hen tot de orde.  En niemand maant hen aan om naar huis te gaan...  Een jongen van acht en zijn jongere broertje spartelen drie jaar door de mazen van het net.  Ze kopen wat eten van de centen die ze krijgen, en af en toe gaat de kleine Frans die gefascineerd is door film, er mee naar de cinema.  De straat is het dagelijks decor van hun ongewilde avonturenroman.  Oliver Twist op z'n Mechels.  Schrijnend en spannend tegelijk.

 

Ze zien wat kinderogen niet hoeven te zien.

 

Aan het centraal station zien ze door soldaten voortgedreven, hele groepen joodse mensen met een op hun kledij genaaide gele ster de monumentale trap afkomen.  Stil, zwijgend en met ogen vol angst - de kinderen wenend.  Frans en Theo zien het nog allemaal gebeuren.  Want zulke dingen wist de tijd niet.  Er zijn vele omstaanders.  Maar als een soldaat in de lucht vuurt, loopt het plein zo goed als leeg.  De joden worden naar de Dossinkazerne gebracht - de macabere wachtplaats voor het transport naar de vernietigingskampen.

Ze vertellen het alsof het gisteren gebeurde.  Het geheugen heeft het allemaal geregistreerd.  Het heeft een onwisbare indruk gemaakt op de twee kleine jongens.  Het raakt hen.  Het raakt hen nu nog. 

 

We staan in de Nokerstaat, die er niet helemaal meer uitziet zoals toen.  Even zoeken ze naar het huisje waarin ze zich soms verschuilden.  Maar ze vinden het niet.  Er is dan ook wat nieuwbouw in de straat.  Maar de kazerne is dezelfde gebleven.  Een monument en memoriaal van dingen die niet hadden mogen gebeuren.

Ze vertellen dat ze kinderen en vrouwen achter de vensters zagen.  Met starende en soms lege ogen, met betraande ogen ook.  En kinderen die weenden.  De twee straatjongens zijn er door geroerd.  Zélf hebben ze haast niks.  Zélf zijn ze ook overgelverd aan de straat en de goedwil van mensen.  Maar wat ze zien, raakt hen oprecht.  En dan gebeurt iets wat zo mooi is, dat het één van de ontroerendste en hartverwarmendste kanttekeningen van de oorlogsjaren in Mechelen mag genoemd worden.  De twee broertjes besluiten om te helpen.  En met wat in hun schamele en beperkte mogelijkheden doen ze het.  Voorzichtig oplettend of de soldaten die de kazerne bewaken, hen niet zien, slagen ze er in om stukken van hun bijeen gebedelde buit naar de ramen te gooien.  Theo en Frans werpen eten naar de gretige handen... Ze doen dit meermaals...

 

Een traan in hun ogen.

 

                                                

 

Ze zagen menselijke ellende - de broosheid en de hardheid van mensen.  Ze zagen de deportatietreinen - de zwijgende massa die wist.   Twee straatrakkers door God en wereld vergeten sprokkelden toen beelden die ze een heel leven zouden meedragen.  Maar het grote hart heeft Theo behouden. Nu - een succesvol zakenman zijnde - gaat hij heel vaak naar Senegal, waar hij een weeshuis met 17 kinderen steunt...

Vandaag staan ze na véle jaren bij de kazerne.   Vandaag waren ze heel even terug die broers die door  de Mechelse straten liepen.  Drie jaar hebben ze zo geleefd.  Daarna pakte de politie hen op, en zouden ze uiteindelijk in een weeshuis in Wijnegem terechtkomen.

....

 

 

 

De ontmoeting met de broers Coertjens werd gefilmd door stadsgids en blogger Rudi Van Poele:

 

http://www.youtube.com/watch?v=xdH8OndhMh0

 

 

 

 

 

 

 

 

Zowel Dossin als Breendonk kunnen nog getuigenissen als deze gebruiken. Indien u nog mensen kent die dit gezien hebben had ik hen graah uitgenofigd voor een geschreven en liefst ook een video-opname. Jan en ikzelf zorgen er dan wel voor dat alles goed terecht komt. 0486130434.

Ik heb Theo nog even gevraagd wie de beenhouwer was waar hij de stiel leerde. Het zou een zekere Jan Smets of Smits geweest zijn. Hij woonde volgens Theo in de Peperstraat, net als De Bodt. Wie kan hier meer over vertellen?

 

Toch wel erg knap om dit met ons te delen. Bedankt Frans, Theoen Jan en Rudi !

De Peperstraat was de toenmalige benaming van de huidige Kan. De Deckerstraat.

@ Luc Van Balberghe:

Theo had het hier over de Peperstraat in Willebroek, waar Richard De Bodt, bijgenaamd "de beul van Breendonk, was komen wonen. In die Peperstraat was ook de beenhouwerij van een zekere Jan Smets of Smits gelegen, Theo wist het niet zo juist meer.

Volgens de website van Willebroek is de naam van de straat veranderd:

Peïjperstrâât (de)

1. Straat in het oude Willebroek: de Peperstraat. Nu wordt deze straat Emiel Vanderveldestraat genoemd.

wie in Willebroek herinnert zich deze periode nog uit zijn kinderjaren?

@ Peter:  ...eens te meer heb ik door deze getuigenis geleerd dat de échte 'helden'  vaak niet in de geschiedenisboeken staan.  Ze hebben vaak géén blauw bloed, zijn geen koningen, strategen, presidenten...   ;-)   Deze 'helden' hebben het verloop van de gebeurtenissen niet hertekend, maar ze hebben alleen bewezen dat mensen véél kunnen doen door 'weinig'...  Al was het alleen maar door gewoon maar 'mens-elijk' te zijn.  (in de goeie betekenis van het woord).  Wat me nog méér een warm gevoel geeft, is het feit dat Theo - die nu over méér mogelijkheden beschikt - zoveel jaren later deze 'kleine daad' van lang geleden, weet om te buigen naar concrete steun voor die Afrikaanse weeshuizen. Ouder worden betekent dus niet cynisch besluiten met 'ach, wat haalt het allemaal uit.  Het zijn druppels op een hete plaat'....   De straatjongen met het gouden hart is er nog steeds.

@JanSmets: ...en aldus heeft deze 'straatjongen' de loop van de gebeurtenissen misschien wel (een beetje) hertekend? Niet de grote lijnen van de geschiedenis, maar de punten en de komma's. En zoals we allen weten, geven juist deze de juiste betekenis aan.

Hallo,

ik ben net op bezoek geweest bij één van de buurvrouwen en zij heeft me een schrijnend verhaald verteld over de deportatie in Mechelen, dat ik nog niet kende. Als meisje van 15 jaar heeft zij in de zomervakantie een maand geholpen bij de Grijze Zusters, die toen opstonden voor de opvang van de joodse kinderen van 1 tot 3 jaar wiens ouders ondertussen opgesloten waren in de Dossinkazerne. De kinderen bleven meestal maar een week of twee weken, daarna werden ze terug opgehaald door de Duitsers. Niemand van deze kinderen overleefde Auschwitz... Dus als je nog een getuige zoekt, wil ik haar zeker vragen of ze wilt geïnterviewd worden.

 

Bedankt Sophie.  Je mag me steeds contacteren als je je toestemming krijgt van jouw buurvrouw.

@ Sophie : het interview met de broers kadert in ons project getuigen. Graag dus.De films worden ter beschikking gesteld vh Stadsarchief en het Memoriaal. Er zijn met het verstrijken vd jaren natuurlijk steeds minder getuigen. Ik spreek dan wel af met Jan. Rudi Van Poele 0486130434

 

Ik ben van Willebroek afkomstig en m'n grootouders woonden in de Emiel Vanderveldestraat, in de volksmond Peperstraat genoemd (de Palingstraat was de huidige Overwinningstraat).  Voor zover ik me herinner waren daar twee beenhouwers, waarvan één Jan Sets (sic) heette.  De winkelpui van diens zaak is nog steeds aanwezig, op het huisnummer 76 en tenzij de huidige eigenaar hem ondertussen verwijderde, staat de naam van de beenhouwer nog op de glazen deur geschilderd.  Vermoedelijk is de gevel wel na-oorlogs en niet herkenbaar voor Theo.  

Ik ben toevallig ook gids in het Fort van Breendonk, dus ik zal deze waardevolle getuigenis zeker ook signaleren bij onze conservator.  De uitleg in verband met het fort is wel enigszins verward.  Zo werd het zand dat van het fort werd afgegraven, opgehoopt aan de zuidkant van het fort en het ontnam dus niet echt het zicht op het fort vanuit de richting van het kerkhof van Willebroek.  Gevangenen die wilden ontsnappen moesten deze helling ook niet over om de wachttorens te passeren, die stonden immers aan de andere (noordelijke) kant.  De executieplaats en foltering door ophanging aan de katrol kan Theo dan weer niet gezien hebben, tenzij hij in het fort of minstens op de werf is geweest.  Maar allicht is dit allemaal te wijten aan een combinatie van mettertijd vervaagde details en dingen die hij achteraf heeft vernomen.

Alleszins een bijzonder verhaal, mooi dat jullie dit voor de eeuwigheid hebben weten te bewaren!  

 

@Kevin: het was initieel enkel de bedoeling het verhaal over Dossin te filmen, maar toen bleek dat Theo na 43 naar Breendonk was gaan wonen kon ik het niet laten hem daar ook wat vragen over te stellen. Beide broers waren natuurlijk erg jong toen dit alles gebeurd is. Het verbaast me dan ook dat ze nog zoveel konden vertellen. Ik zal wel een kopietje aan Dimitri bezorgen. Groetjes.

@Sophie Bollen, hoe weet gij dat van die kinderen niemand nog leeft? Graag een toelichting daarover, want dit is een onderwerp dat mij als Mechelaar reeds lange tijd bezig houdt.

In verband met die  Joodse kindjes: mijn moeder vertelde altijd dat zij toen ze bij de Grijze zusters stage deed als sociale assistente in opleiding  menig kindje over de muur gesmokkeld hebben, zodat ze aan de deportatie ontsnapten.  vraag me geen verdere uitleg want ondertussen kan ik het mijn moeder niet meer vragen

Bedankt voor deze reactie Malenie.  Nu ben ik wel benieuwd aan het worden naar die episode uit de Mechelse geschiedenis wat de Grijze zusters en opvang van kinderen betrof...

@ Jan: Ken je het boekje ' Emilie Fresco, Redders en geredden in Mechelen tijdens de Tweede WO? Het werd uitgebracht naar aanleiding van een tentoonstelling in de Noker in 2005.

Jawel Luc (geschreven door Kris Vermeulen, historica, die ik onlangs nog een podiumplaats gaf op Mechelenblogt omtrent het educatieve project van Newtopia).  Ik las het ooit diagonaal, maar ik heb het niet in mijn bezit...   Toch nog maar eens op zoek naar gaan...

@Jan: ik kan het je altijd uitlenen indien gewenst.

voor zover ik me herinner Jan werden die kindjes door de ouders in de kribbe binnengesmokkeld en dan hielden de verpleegsters en verzorgsters die gastjes verborgen voor "den duits"

@malenie: jaren geleden stond in de toenmailge Gazet van Mechelen een interviewke met een zuster Franciscanes, welke vertelde dat de kindjes met lakens vanuit het venster in de kloostertuin neergelaten werden...maar spijtiggenoeg zijn er in de achtergevel ....geen vensters!!! Er is een oud spreekwoord dat zegt: van horen zeggen, hoort ge veel......