Het water is gevallen / het water is gewassen.

Toen wij, een halve eeuw geleden, met de hele familie de streek per fiets doorkruisten, lieten we ons geregeld met de veerboot van het Zennegat naar de overkant brengen. Als we aankwamen ging de man eerst met zijn gummilaarzen de trap af, vulde een emmer met Dijlewater en spoelde daarmee het meeste slijk van het betonnen trapje. Een paar dingen zijn me daar van bijgebleven. Om te beginnen zijn techniek om de sloep voort te bewegen met één lange roeiriem, zonder dol, maar bewegend in een uitsparing in de achterwand - "wrikkelen" noemde hij dat. Ooit heeft mijn vader een oude boot van hem overgekocht, maandenlang waren we in de weer om hem op te kalefateren, maar die manier van voortbewegen hebben we nooit kunnen nabootsen. We gebruikten dan maar de gewone roeiriemen (met dol in de zijwand), en gebruikten die lange als roer.

Maar wat me onlangs ook opnieuw te binnen schoot, is de term die die man gebruikte bij het keren van de tij. Als bij hoogwater eb begint, dan zei hij "het water is gevallen". Omgekeerd, wanneer bij laag water de vloed weer begint, zei hij "het water is gewassen". Ik weet niet of die man een autochtone Zennegatbewoner was of van ergens anders was aangewaaid, maar ik heb in mijn hele leven niemand anders die termen in die betekenis horen gebruiken. De betekenis is duidelijk, dat is het probleem niet: vallen is dalen, en wassen (D: wachsen) is aangroeien, toenemen. Ik vraag me alleen af waar het vandaan komt Weet iemand uit welk dialect dit komt?

Wrikkelen -prachtig woord- het klinkt als de beweging die de veerman met de roeiriem maakt

Over het "gevallen water" kan ik niets zinnig zeggen maar wassen is bij mijn weten geen dialect - zoals in wassende maan - maar gewoon AN

 

Ik zit in de sector en bij mijn weten worden die termen niet veel (meer) gebruikt, maar het is wel bekend (zij het wat verouderd) scheepsjargon.  Zie onder meer in deze gids en op deze pagina (vooral punt vier).

De techniek die je beschrijft heet in feite 'wrikken', maar het woord dat jij hoorde is een West-Vlaams woord dat 'heen en weer bewegen' betekent... which makes perfectly good sense :-)

Plezant verhaal alleszins!

Wat 50 jaar geleden betreft zou ik niet weten wie die veerman was.  Maar zowat 40  jaar geleden kweet Laurent Huysmans zich van deze taak.  Die naam zal wellicht bij weinige oudere Mechelaars een belletje doen rinkelen want hij was bij de meestenh alleen gekend als "Lange Larry", die ooit op de hoek van de Battelse stwg met de Astridlaan café "Colombine" uitbaatte, daarna verkaste naar café "De Piraat" in den ouwen Brul en vervolgens op de Leermarkt "de Fans" opende. Begin jaren 70 hield zijn vrouw Jacky café Splendid open en daar zag ik Larry vooir het laatst.

Larry verloor zowat 30 jaar geleden het leven bij een truckongeval.  Hij was ook de grootvader van de aan 't Zennegat verdwenen kleine Liam.

 En als we dan toch aan het overzetten zijn,

weet de nestor van deze blog nog of mijn jeugdherinneringen juist zijn:

ik dacht dat er ook een overzet was ergens tussen Battelbrug en Plaisancebrug

voor een frank werd je overgezet,

deze veerman had een ander systeem, nl. een soort tandwiel over een touw of zoiets ik was amper zes dus heu ik kan er dik naast zitten hé...

Ja Melanie,  Nestor weet het nog.

Er waren verschillende overzetten op de vaart:

Aan de kanoclub, aan de Willem Rosierstraat, aan de Guldendal en dan nog ergens ter hoogte van het "bommenkot.

De bekendste overzetter was ontegensprekelijk Maurits Wollebrandts aan de Willem Rosierstraat.

 dankjewel, dan was het die aan de kano club waarmee we overgingen en die aan de Rosiersstraat denk ik want degene die dat kan bevestigen is er niet meer om het aan te vragen

 

Het voortbewegen van het overzetbootje gebeurde niet met een tandwiel, maar met een houten blok met een inkeping die over een stalen kabel paste en waaraan de veerman trok.  Het houten blok werd dan telkens wat verder op de kabel geplaatst. Deze kabel was van de ene kant van de vaart naar de andere gespannen en wanneer er een boot langskwam liet de veerman die kabel met een hendel in het water zakken.

Midden jaren 60 verdween Maurits zijn overzet.  Van de anderen weet ik het niet.

Rond 1958 was de overzetprijs 1 frank.

Hieronder het veerbootje ter hoogte van Inofer (thans Joker reizen) aan de Guldendal toen er net een schip langskwam.

 foto van ca 1958-1959

De Nestor weet het nog heel goed en daarenboven kan hij zijn beweringen nog staven met mooi beeldmateriaal. Roger, daar aan mijn vroegere werkgever ( ik hoor liever PRB of Metalurgia dan boemenkot ) was er ook nog een kroegje. Nog niet zo heel lang weg geloof ik. Was het niet zoiets als " de plezante wandeling " ?

Geen idee Louis,  er was daar tot enige tijd geleden nog een caféke op die hoek maar hoe het heette?? Zo ver gingen mijn kroegentochten niet :-)

PRB ofte Poudreries Réunies de Belgique, met ook nog een afdeling in Balen-Neet.

Off topic:
Een inwoner van Schiplaken, Albert  Van Camp, werd er bij de ontploffing in 1969 serieus toegetakeld en heeft er nadien alleszins "wat aan overgehouden".  Hij wandelde dag en nacht doorheen de ganse streek en werd begin 2007 tijdens een van zijn wandelingen op enkele meters van zijn huis doodgereden.

Misschien herken je hem?

 foto R. Kokken

@ G.L. & Roger

De kroeg over het "Boemenkot ofte Metalurgia", noemde "De Groene Wandeling", enkele jaren geleden afgebrand. Nu appartementsgebouw.

 ja, nu weet ik het weer ik dacht al maar hoe kwam dat dan dat ik in mijn herinnering die mijnheer telkens weer zag een touw voorttrekken, maar dat was dus niet het touw maar de boot, ja, ik was zes in 1954, dus dat van die frank klopt dus

nog iets in de aard van boten en water:

wat zijn "ze" wie het ook wezen mag van zin met dat mooi boogbruggetje in de botaniek? 

 @malenie: dat bruggetje wordt altijd maar hersteld het jaar dat de calvacade uitgaat, dan is het daarna 8 jaar bruikbaar en toegankelijk, vervolgens 8 jaar te glad en dus gesloten en de volgende 9 jaar te rot en uiteraard buiten gebruik!

Jokke,  ze kunnen misschien enkele Italianen inhuren om er kasseitjes op te leggen als vervanging voor de rotte planken en ze kunnen er dan tegelijkerijd een glazen bak laten overzetten  :-)

Roger, ze kunnen dit en ze kunnen dat. Wie kunnen, wat kunnen ?-) 

 Tja, wie, wie, wie?????  ;-)))

Dat veerbootje aan de kanoclub werd bediend door een vrouw, die door mijn grootvader "Net van de Kluts" werd genoemd. Opa kende haar natuurlijk, niet alleen omdat hij een liefhebber van al wat mooi is was (ik weet niet meer hoe ze eruit zag, ze was al oud in mijn kleutertijd, nadien verdween de overzetbak), maar vooral omdat hij tot hij een stuk in de zeventig was van maart tot oktober elke morgen de vaart een paar keer ging overzwemmen.

Maar (met dank aan Luc Swinnen) ik heb nog een foto van de veerman van 't Zennegat gevonden, De voorgagner van de Larry dus. Die heb ik ook nog gekend, Ruwe bolster, blanke pit, en verzot op vuurwapens. Mijn eerste schietlessen heb ik bij hem in de tuin gekregen, met een .22 long rifle.

Ja Wieland, de Larry was idd gek op vuurwapens.  Ik meen dat hij in de kelder van café Fans ooit nog een "schietstand" heeft gehad.

In elk geval, het was een fijne gast.  Ik herinner me nog dat we in 1962 samen zijn uitgeweest, hij achterop mijn Vespa.

BTW, ben jij soms Volkaert uit de Dageraadstraat, waar ik, evenals Gunther Gooris half doorgezaagde  vezelplaten kwam kopen om op te schilderen?

Daar ben ik inderdaad een afstammeling van. Die zaak was gestart door mijn opa Willem in de jaren 20 in de Mgr van Nuffelstraat - toen was dat Dageraadstraat 1-3, het woonhuis met onderdoorrit naar het achterliggend magazijn is afgebroken voor het appartementsblok op de hoek van de Kon. Astridlaan. De zaak is dan verhuisd naar Dageraadstraat 49 - en ook daar ondertussen, na het pensioen van mijn vader Willy - afgebroken om plaats te maken voor lofts zowel in de Dageraadstraat als in de Nattenhofstraat, waar de zagerij stond.

Die betekenis van wrikkelen herken ik in een term die ik mijn moeder hoorde gebruiken voor een hyperkinetisch kind: een wrikkelgat. Mijn moeder was Antwerpse van geboorte, maar bracht wel een deel van haar jeugd in West-Vlaanderen door. Kan best zijn dat ze het daar opgepikt heeft, ik heb het woord zelf in Antwerpen nog niet gehoord.

Van Gunther Gooris kan ik me nog vaag iets herinneren: nl. dat hij een paar keer bij ons thuis op bezoek is geweest in Battel, en een groot liefhabben was van de verse kervelsoep volgens mijn moeders recept : Ha! Bbbbattelse kkkkervelsoep!

@ Wieland Volkaert: Ik dacht me te herinneren dat ook in de Dageraadstraat 49 (als dat het nummer was midden tussen Lemmensstraat en Koolstraat), platen verzaagd werden, misschien slechts op maat voor een klant. Er was in elk geval meer dan een zuiver magazijn; werd er ook niet gelijmd onder een pers?. Ik kan me niet herinneren van "wrikkelen" gehoord te hebben, en toch denk ik dat ik spontaan exact die term zou benut hebben voor die wat roerende beweging waarbij de spaan gelijktijdig om haar as gedraaid wordt. Dan toch gehoord of klinkt het zo formidabel juist ervoor? Een vanuit de polsen "wringende" en vanuit de armen "kringels" makende beweging.

Malenie herinnert zich dezelfde 'overzetbootjes' als ik. Dat aan de kanoclub bracht me richting Vrijbroekpark. 't Kostte 2 frank maar dat kan ook voor mijn moeder en mezelf samen geweest zijn: ik ben enige jaren jonger dan Malenie maar was ook een jaar of vijf-tot-zeven. Gezien die leeftijd, was 't vrouwtje daar 'stokoud', dus tussen vijftig en honderd. ;-D

Ik herinner me nog zeer precies hoe de schuit over getrokken werd, ik vond dat erg boeiend en hield het goed in 't oog wijl ze naar onze kant kwam. In de schuit keek ik dus allicht meer rondom. Ook dat de geleider naar de bodem gelaten werd als een boot in aantocht was, wist ik nog. Maar -juist of fout- ik meende dat het geen stalen kabel maar een ijzeren ketting was, zou dat kunnen?.

We zijn hier wel allemaal serieus 'off topic' bezig, maar daarover hebben Omar en Kevin alles gezegd.

Het gebouw liep door van Nattenhofstraat (waar inderdaad enkele ronde  lijmpersen voor zetelruggen, en een vlakke lijmpers stonden) tot Nattenhofstraat. De grote zaagmachine stond in dat meest westelijke deel, maar de klanten kwamen binnen langs de Dageraadstraat, het deurtje langs de Nattenhofstraat ging enkel open om te lossen of te laden.Of het een kabel of een ketting was weet ik echt niet meer, maar wel dat men er "iets" over legde om vast te grijpen en de bak voort te trekken zie ik nog wel voor mij.

 

 

Nu ik erover nadenk, ben ik niet meer 100 % zeker of "Net van de Kluts" het veer wel bediende. Sprak opa nu over "Den overzet VAN Net van de Kluts" of "Den overzet AN Net van de Kluts"? In dat laatste geval gaat het alleen maar om een vrouw, die daar op een van beide Vaartoevers woonde...

Waar nu restaurant La Terazza is, werd door Net van de Kluts café gehouden...en regelmatig kwam zij vanachter haar toog om mensen over te zetten. Kinderen mochten gratis over! Net gebruikte een gebogen ijzeren "greep" waarin zij de stalen kabel klemde en de bak voorttrok.

Wieland, op de foto met Maurits Wollebrandts is een kabel te zien.

@ G.L.  Kleine rechtzetting:  de werknemer van PRB die in 1969 tijdens de ontploffing een machine tegen zijn appel kreeg (zie foto eerder in dit blog) heette niet Janssens maar Van Camp.

Roger en Wieland, het waren met zekerheid gevlochten stalen kabels van ongeveer 10 mm dik. 

Roger, als Albert Van Camp daar bij de ontploffing gekwetst werd moet ik hem met zekerheid gekend hebben want ik ben toen god zij dank de dans ontsprongen. Op de foto zegt het mij nu echter niets meer. 

@ Roger, aNoniem 7 en G.L.

De foto van Maurits toont een kabel maar ook bij zijn linkerhand blijkbaar een wiel. Dan hoefde hij slechts dat wieltje te draaien (allicht met een hendeltje dat hij ook op de foto vasthield). Een klem zal de kabel er tegen gehouden hebben om voldoende wrijving, lees 'grip', te verzekeren. Ik weet dat er een man de overzet een eind voorbij de Plaisancebrug bediende (kwam de 'Passerel' er niet omdat hij gestopt was?), maar van die schuit maakte ik waarschijnlijk nooit gebruik.

Of de dame aan de kanoclub ook een kabel dan wel een ketting over het water gespannen had... Zij bewoog de schuit in elk geval voort door te trekken, er was geen wieltje of zo. Maar of dat nu ging met de eerder vermelde houten blok, de wat later opgedoken ijzeren haak, of gewoon een om haar handen gewikkelde vod? (Ik dacht dat laatste, maar die haak kan ook best... beide lijken me bekend voor te komen - raar - of misschien hield ze de haak met een vod vast.)

Dat ze het grijpding (wat het ook moge geweest zijn) met een vod in de hand vasthield zie ik ook nog voor mij. Vermoedelijk om blaren te voorkomen, doordat de kabel in rust onder water lag was hij (uiteraard) nat, en maakte ook de handen nat, wat met de wrijving op de blote huid blaren zou geven.

 

Nee SomeHuman, de passerelle is er niet gekomen omdat Maurits gestopt was.  passerelle er was en ook min of meer wegens ziekte.  Die werd (dacht ik) in de eerste helft van de jaren 50 gebouwd en Maurits heeft nog tot begin jaren 60 zijn overzet uitgebaat.  Hij had zelfs aan de oever van de vaart een stuk dijk "in beslag" genomen en er een tuintje van enkele m² gemaakt (het stuk dijk tussen de vaart en de straat was toen wel een stuk breder dan nu)

 Roger, voor alle duidelijkheid toch nog even vermelden dat de ontploffing met vijf doden plaats vond op 24.10.1966 om 12.55 uur en niet in1969. Er zijn natuurlijk wel vaker zware ongevallen gebeurd in die tijd. Ondermeer met een drukpers 2000 ton. Bij een van die ongevallen werd een man uit uw buurt, Boortmeerbeek of Schiplaken zwaar gewond aan de schedel. Hij werd later brigadier van de afdeling. Zijn voornaam was Warre, maar familienaam ? Van Camp ?? Ik zal eens moeten navragen maar de oude vrienden lopen ook al zo dik niet meer. Dat van die vod van Wieland zal wel kloppen, tegen de bloanne.

Nu nog iets over dat werktuig. Dat het van ijzer was is te betwijfelen want ijzer op ijzer schuift. Heeft dus geen grip. Volgens mij was het van stevig hout.

Wel... het is allemaal heel simpel... aan beide kanten van het bootje zat zo'n wieltje waarop gewoonweg de kabel rustte om te vermijden dat hij anders op de bodem van het bootje zou hangen.   Het voortrekken zelf gebeurde met een ingekeepte houten blok, alhoewel men het natuurlijk ook met de hand kon doen.  Maar omdat die kabel tijdig ingevet werd tegen roest was dat niet zo erg aangewezen.  Vandaar wellicht de vod die die madam gebruikte.  

En idd G.L.. je hebt gelijk, de ontploffing in 't "boemmekot" was in 1966.  Ik verwarde met de ontploffing van het gasdepot op de Putse stwg in 1969.

Jos Nys vroeg me om onderstaande tekst op 't blog te zetten
 
DE OUDE EN DE NIEUWE VEERMAN VAN HET ZENNEGAT
“De Dijle oversteken met zo’n bootje, hier aan het Zennegat, moeilijk? Kom. Als ge nu in uw jonge tijd tien jaar lang op zee gevaren hebt, roerganger geweest bent op cargo’s, tankers en passagierssche-pen, met tankers door het Suez-kanaal gevaren hebt en op sommige plaatsen is dat kanaal een echte “konijnenpijp”, wel, ik zou zoal durven zeggen dat het een klein kunstje is om met zo’n bootje de Dijle over te varen. Dat gaat wel. Neem het maar gerust van mij aan”.
Kregen we als antwoord van Lary Huysmans op onze, van zijn kant bekeken, domme vraag “of het niet lastig is op een veerbootje van de ene naar de andere oever te wrikkelen op een rivier als de Dijle. Kwestie van de stroming die op het water zit.
Lary Huysmans, “de Lary” voor de vrienden, is 44. Woont aan het Zennegat te Mechelen. In het nummer 2, 4, 6 of 8. Je mag zelf kiezen. Want jaren terug stonden er vier huisjes naas mekaar waarin 8 gezinnen woonden. De Lary heeft er één en komfortabel complex van gemaakt.
En “de Lary” is officiële veerman van het Zennegat. Sinds 1 januari 1980. Weinig Mechelaars kennen het Zennegat. Zijn er nog nooit geweest. En weten nog veel minder dat ge ter plekke de Dijle kunt overgezet worden. Naar Walem toe. En vice versa. Dat gebeurt tussen 8 u. ’s ochtends en 5 u. in de namiddag. Zon-, feest- en weekdag. Behalve bij lage tij. “Wat ge moet kunnen om veerman te worden? Ofwel moet ge, zegt de Lary, “binnenschipper geweest zijn. Ofwel met een life-boot overweg kunnen. Komt zowat overeen” verduidelijkt hij, “met een overlevingskursus”. Lary Huysmans behaalde zijn brevet als sloepgast. Dus : alles in orde.
Zijn klienten? Hola. De Lary legt statistieken aan. Per 3 maand. Komt zowat neer op een gemiddelde van 3 à 4 personen per dag die moeten overgezet worden. Zijn de mannen van “De Wielewaal”, leden van de fietsklubs, schoolkinderen, wandelaars. En ook de eerste de beste die het in zijn hoofd haalt de Dijle over te steken en van deze dienst wil gebruik maken.
Ooit heeft de Lary lol gehad van je welste toen hij zes nonnetjes moest “overzetten”. “Ben er zeker van dat ze, terwijl ik aan ’t wrikkelen was, stiekum gebedekens, prevelden. Uit schrik te zullen zinken.
Wrikkelen? Volgens Lary niets moeilijk aan. Zo eenvoudig als wat. Je moet met jouw roeiriem slechts “en 8 maken”. Da’s gewoon een pak. Wij hebben het niet geprobeerd.
“Natuurlijk”, zegt Lary Huysmans, “dat snotjong niet moeten proberen zevenendertig keren over en weer te varen. Daar maak ik korte metten mee”. Want de dienst is gratis. De Lary krijgt een vaste jaarwedde uitbetaald door het Ministerie van Openbare Werken, Dienst Zeeschelde.
Ook dat weten niet velen. De Lary verduidelijkte : “Ge hebt ook van die kerels die met een “zure smoel” in jouw boot stappen. Aan de overkant vragen ze : “Hoeveel is ‘t?”. En ge antwoordt “Niets”. Wél, dan klaren hun gezichten op als volle maantjes”.
Wat ge nu moet doen om overgezet te worden? “Aan de overkant hing vroeger een bel. Maar die is al lang gepikt. Ik hou nu het boeltje in het oog. Volgend jaar in de uitkom wordt er door de Zeeschelde een nieuwe bel aangebracht, plus een bord met de uurrooster. Aan de overzijde is thans een houten trap die gedeeltelijk door de schepen stukgevaren is. Ook deze trap wordt volgend jaar vernieuwd. Want kijk eens, die overzetdienst wordt meer als een stuk folklore bedoeld en gekombineerd met de toeristische uitbouw van het Zennegat.
De boot welke ik gebruik, vertelde Lary Huysmans, is mijn eigendom. Kost 150.000 fr. Is in feite een reserveboot. Die overzetdienst is een kwestie van verpachting, bij openbare aanbesteding. En de houten boot welke hier op de dijk ligt, pure eik, koste 35 jaar geleden 35.000 fr. Hij moet hersteld worden.
“Nooit geen vakantie?” wilden wij weten. “Wel kijk, Pol, de oude veerman helpt me. Woont in nr 12. Kom, we gaan hem eens opzoeken”.
Leopold De Vos is 75 en gepensioneerde veerman. Zijn vrouw Bertha Van Frausun : in de tachtig. Zij is de oudste bewoonster van het Zennegat die er geboren werd. Leopold werd te Rumst geboren. Was vroeger binnenschipper en werd veerman in december 1955. Tot Lary het zaakje twee jaar geleden overnam.
Pol en Bertha kennen, uiteraard, het Zennegat. “Is altijd een vergeten gat geweest”, zeiden ze. In onze tijd, 60 en meer jaren geleden, kwamen de Mechelaars naar hier wandelen om paling en mosselen te eten. En Leopold : “Dat waren toen mosselen”.
Het water van de Dijle en de Zenne was kristalhelder. Ze gaven toen twee koperen centen om overgezet te worden en vijf als ze een fiets bij zich hadden. Was de tijd toen de binnenschepen langs de jaagpaden door paarden werden getrokken en de Dijle rechtgetrokken is. Weet je, hier woonden toen meer dan 300 mensen op het Zennegat.
“Kom, zei Pol, ge moet eens terugkomen. En drink nu maar een “witteke”. Zei Lary : “Die wittekes van de Pol : ? van ’t patersvaatje”. En wij proostten op de ouwe en de nieuwe veerman van het Zennegat.
Piet Langenus
Uit “De Gazet van Mechelen dd. Vrijdag 4 december 1981”.
 

Hartelijk bedankt!

 

 En die Nette van de kluts woonde in dat klein wit huizeke op het einde van de Koolstraat.

De overzet aan het bommenkot heb ik als kind ook dikwijls gebruikt met moeder en grootmmoeder om naar de wasserij aan de overkant te gaan.

Voor Erna...

Dat klein wit huizeke op het einde van de Koolstraat - Foto Gimycko

 Zoete witte broods herinneringen voor mijn schoonzus en schoonbroer die daar heel in het begin van hun carriére met twee ook nog gewoond hebben.

Bij wijze van deugnieterij hadden wij zussen, broers, schoonzussen en schoonbroers een hele grote strik in roze WC papier rond dat huizeke gestrikt...

In dat wit huizeke heeft ook nog nen tijd (ik geloof) een soort sauna geweest die werd uitgebaat door de kleindochter van Rosa en Willy uit de Koolstraat (ik dacht 17).

Rosa en Willy waren ons buren.  Willy maakte - uit hout - de poppen voor het Mechelse poppentheater en Rosa fabriceerde er de kleren voor.

Foto Gimycko - Kinderspeeldag 2009

Het soort poppen dat bovengenoemden maakten

"Ingrid's Schoonheidshuisje" - dat weet ik wel nog.

 

@ Wieland : Inderdaad.  De kleindochter heette inderdaad Ingrid.

Haar moeder (en dochter van Willy en Rosa) heette - dacht ik - Françoise en haar vader gaf les Grafiek aan het toenmalige RIKA (nu IKA).

Mijn zuster Walda heeft vele jaren als liefhebber meegespeeld met het toenmalig "Mechels Stadspoppentheater" - en, als ik me niet vergis, ook nog een tijd toen het al "de Maan" heette. Vandaar da we de poppenmakers ook hebben leren kennen. Ik meen me zelfs te herinneren dat in de beginjaren, toen het theater nog in het auditorium van het cultuurcentrum stond opgesteld, Willy mee bijrollen vertolkte.