Het prachtige verhaal van Elisa Verhoeven heeft mij zelf geïnspireerd het wedervaren van een Mechelaar die tijdens de Grote Oorlog wel in de stad is gebleven, met jullie te delen.
Mechelen was tijdens die oorlog een belangrijk knooppunt voor de Duitse oorlogsmachine, denk maar aan het Arsenaal, en daarom ook een interessant doelwit voor spionageactiviteiten. In totaal hebben 45 stadsgenoten gespioneerd voor Britse of Belgische inlichtingendiensten. Elk van die spionnen heeft een eigen verhaal. Vandaag wil ik er één met jullie delen, dat van Théodore Fisch, wellicht de allereerste Mechelaar die het spionagepad in 1914 heeft bewandeld.
Vooraleer het verhaal van Fisch zelf te brengen, eerst een kort woordje over de spionage in het algemeen. Van zodra onze contreien bezet waren door de Duitsers, deden de geallieerden er alles aan om zo accuraat mogelijke informatie over de bezette gebieden in te zamelen. Daarvoor werden via allerlei wegen spionnen gerekruteerd. Die hielden zich in hoofdzaak met drie zaken bezig: het treinverkeer in kaart brengen, het bespioneren van vliegvelden en het allerhande troepenbewegingen signaleren.
Mechelen was zoals gezegd een belangrijk verkeersknooppunt en daarom was het absoluut noodzakelijk om het treinverkeer zeer gedetailleerd te kennen. Elke trein werd in de gaten gehouden, het aantal wagons werd genoteerd, wat er werd vervoerd, etc… Via het Ruhrgebied kwamen de Duitse troepen en materialen over Luik en Leuven naar Mechelen. Van hieruit ging het weer verder naar Gent, Brugge en de frontstreek. Ook de as Antwerpen – Brussel kon gemakkelijk in de gaten worden gehouden. Het belang van Mechelen hoeft niet verder onderstreept te worden.
Detail uit een Britse spionagekaart waarop Mechelen niet ten onrechte staat onderstreept (National Archives, Kew).
Eens de gegevens werden verzameld, werden ze doorgegeven aan een koerier. Die bracht de rapporten naar een verzamelpunt, een anonieme brievenbus ergens te velde. Daar werden de rapporten opgehaald door een passeur, die ze vervolgens over de Nederlandse grens smokkelde. Daarvoor moest hij wel de elektrische draadversperring die ons land hermetisch afsloot, oversteken. Uiteindelijk werden de rapporten door de Britse militaire attaché’s in Rotterdam en Den Haag ontvangen. Daar werden ze geanalyseerd en doorgegeven aan de Britse spionagehoofdkwartieren in Londen en Folkestone. In totaal zouden zo’n 6.000 spionnen actief zijn geweest in België en Noord-Frankrijk, onder wie dus ook 45 Mechelaars. En nu volgt het verhaal van één van hen…
Niemand zal hem nu nog kennen, maar tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij in Mechelen een belangrijk figuur in bepaalde vaderlandslievende kringen: Théodore Fisch. Hij is met quasi zekerheid de allereerste Mechelaar die in dienst van het Britse leger heeft gespioneerd. In eerste instantie richtte hij zelf een spionagedienst op, de Service Fisch of de Service Albert. Daarenboven onderhield hij banden met een veel groter netwerk dat onder leiding stond van Charles Parenté en Louis Lefèvre. De Service Lefèvre & Parenté was de derde Belgische dienst die werd opgericht tijdens de oorlog. Ze was al actief van in het natjaar van 1914, dus reeds van meteen na de woelige eerste oorlogsmaanden.
Fisch, die in het dagelijkse leven sigaren verkoopt, is 50 jaar en wordt door een gezant van premier en opperbevelhebber van het Belgische Leger, Charles de Broqueville, overhaald om een spionagedienst op te richten. Aan het begin van de oorlog werkt Fisch als secretaris van een overheidsdienst. In die hoedanigheid kan hij relatief vrij reizen en in de eerste oorlogsmaanden komt hij dan ook regelmatig in Nederland, Frankrijk en Engeland. Daar komt hij in contact met mensen van de Britse en Franse spionage. Eerst is hij zelf actief als spion in een Franse inlichtingendienst, onder de codenaam “Tintamarre”. Hij schrijft bijvoorbeeld een rapport over de staat van de Antwerpse fortengordel en observeert verschillende Duitse troepen. Dat werk verricht Fisch vanaf 15 oktober 1914[1]. Stelselmatig wordt hij voorbereid om zelf een dienst op te richten. En dat gebeurt niet veel later, op 23 mei 1915. Ook Karel Dessain wordt van deze opdracht op de hoogte gebracht. Naast geldelijke steun, verleent de Mechelse burgemeester ook regelmatig paspoorten en vrijgeleiden aan Fisch, zodat hij zich makkelijk kan voortbewegen in bezet gebied. Fisch leidt de dienst, maar fungeert eveneens als koerier tussen Mechelen en Baarle-Hertog[2].
Naast Fisch zelf, zijn nog twee andere Mechelaars in dienst getreden van zijn dienst. Het gaat over Ernest Schoensetters en zijn buurvrouw Constance Naegels. Daarnaast richt Fisch, via kennissen, nog observatieposten op in verschillende andere steden[3]. In totaal werkten er voor Fisch zo’n 15 spionnen. In november 1915 wordt de dienst helaas opgerold. Een groot deel van het netwerk van Lefèvre & Parenté wordt door de Duitsers ontdekt. Bij twee toplui van dat netwerk worden verwijzingen gevonden naar Theodore Fisch. De Duitsers denken dus dat hij eveneens tot dat netwerk behoorde en ze arresteren de Mechelaar. Uiteraard houdt die zich van de domme. Fisch wordt door grote pech gearresteerd, zijn dienst houdt op te bestaan en tot overmaat van ramp wordt tegen hem de doodstraf geëist. Tijdens het proces ontstaat er nog opschudding omdat de Duitsers vermoeden dat Fisch en Frans Verschueren, één en dezelfde persoon zijn. Verschueren is de grote leider van een andere inlichtingendienst en de Duitsers verdenken Fisch ervan twee identiteiten aan te nemen. Fisch houdt echter voet bij stuk en beweert dat Frans een andere spion is.
De bewijslast tegen Fisch is echter te groot. Er worden in zijn huis brieven gevonden, gericht aan Frans Verschueren. Op het proces wordt ook duidelijk dat Fisch 4.000 frank heeft gekregen van burgemeester Dessain. Officieel in het kader van een krediet, maar uiteraard diende dit geld tot de oprichting van de spionagedienst. Natuurlijk zijn Frans en Theodore één en dezelfde persoon. In wezen maakte Fisch eigenlijk geen deel uit van de Service Parenté & Lefèvre, hij was zelf de leider van de Service Fisch. De Duitsers hebben echter nooit het fijne van het hele verhaal geweten. In totaal worden er 37 leden van de dienst gearresteerd. Tegen 13 van hen wordt de doodstraf geëist. De Duitse krijgsauditeur veroordeelt ook 9 onder hen effectief tot de dood[4]. Slechts drie spionnen worden geëxecuteerd. De andere terdoodveroordeelden, waaronder Theodore Fisch, worden niet terechtgesteld. Zij krijgen gratie omdat de Duitsers niet honderd procent zeker zijn van hun zaak. Fisch wordt naar Rheinbach in Duitsand gestuurd als verplicht tewerkgestelde. In januari 1917 wordt hij overgebracht naar Kassel, waar het regime minder streng is. Daar verblijft hij ook tot aan de Wapenstilstand. Bij de bevrijding weegt Fisch nog amper 50kg, ruim 40 minder dan voor zijn arrestatie.
Théodore Fisch was dus bijna zeker de allereerste Mechelaar die in dienst van het Britse leger heeft gespioneerd tijdens de Eerste Wereldoorlog, maar zijn dienst heeft niet lang bestaan. Hij was nog volop bezig alles te organiseren en nieuwe posten op te richten, toen hij door een ongelukkig toeval werd gearresteerd. De andere spionnen van de Service Fisch, bleven gespaard van het onheil en zijn nooit opgepakt door de Duitsers. Al bij al zijn Fisch en zijn collega’s slechts enkele maanden actief geweest, van eind mei tot november 1915. Het resultaat van die spionage is dus redelijk beperkt gebleven. Fisch telde in totaal 6 observatieposten.
Theodore Fisch staat vermeld in het Golden Book van de Britse inlichtingendiensten. Hij kreeg na de oorlog het British War Medal voor bewezen diensten.
Wat weten we over Theodore?
Uit de rapporten die in 1919 zijn opgesteld over de spionnen uit Mechelen blijkt dat Fisch in de Onze-lieve-Vrouwestraat nummer 104 woonde. Fisch werd geboren in Melle op 30 november 1865, zijn collega spion Ernest Schoensetters werd in Mechelen geboren op 8 november 1879. Schoensetters woonde in de Stationstraat 36. Hoe Theodore in Mechelen is beland weet ik niet. Is hij hier getrouwd? Had hij kinderen? Waar werkte hij precies? En hoe kwam een simpele sigarenverkoper in contact met buitenlandse spionagediensten? En wat was precies de rol van Dessain in dit alles? Al deze vragen blijven vooralsnog onbeantwoord, maar wat wel zeker is, is dat hij zijn leven meermaals op het spel heeft gezet om zo veel mogelijk inlichtingen in te winnen ten behoeve van de geallieerde strijdkrachten.
Na de oorlog kreeg Theodore Fish het British War Medal toegekend. Wanneer hij gestorven is en of hij nog nakomelingen heeft, weet ik niet…
Steekkaart van Theodore Fisch, opgemaakt na WO I
Noot:Aan Op 7 juni 1915 sneuvelt er een Fisch aan de IJzer. Zou het kunnen dat deze soldaat van het 12e Linieregiment de zoon was van onze Theodore? Hij wordt begraven in een massagraf in Oostkamp.
Boeiend verhaal, van een voor mij toch wel onbekend gegeven... 'onze' Elisa Verhoeven maakt dat de 'Mechelse' Eerste Wereldoorlog flink opgerakeld wordt op Mechelenblogt!
Een voor mij onbekend onderwerp; de moeite om te lezen.
Er bestaat nog een boekje waarin de belevenissen van een toenmalige mechelse politiecommissaris worden verteld: spionage, gezocht door de Duitsers, verkleedpartijen (priestersoutane) om te ontsnappen enz. Er gebeurde dus tijdens WO1 wel een en ander "ondergronds" in Mechelen:-)
'k Zal eens in mijn archief duiken......
Ik denk dat ons Eliza daar in het geheel niets van snapt.
Interessant verhaal!
Hoe ben je op dit onderwerp gekomen, toeval, kennissen of gewoon interesse?
@ Eddy: interessant, ik ben benieuwd of je dat kan terugvinden. Ik heb thuis wel een verslag liggen van de politiecommissaris (Caillant?), maar dat hij (of iemand anders van de politie) betrokken was bij spionage, is nieuw voor mij. Ik hoop dat je dat boekje kan terugvinden!
@rvpee: Ooit kwam ik via mijn job op het spoor van spionage in WO I. Dat ging toen voornamelijk over de Westhoek, maar het onderwerp heeft me te pakken gekregen en ik ben alles van Mechelen en omgeving beginnen uitzoeken. Er zitten echt onwaarschijnlijke verhalen tussen. Spionnen werden overigens geregeld geëxecuteerd, maar niet zo in Mechelen. Hoewel de stad echt een bastion was op het gebied van spionage, is er geen enkele Mechelaar terechtgesteld. De mogelijkheid bestaat dat de invloed van Mercier daar voor het een en ander heef tussengezeten...
Beste rookie
Mooi en interessant artikel. Ben zelf ook erg in het onderwerp geïnteresseerd. Heb zo oa een volledige database aangelegd van de Belgen die werkten voor de Britse Geheime Diensten (+- 3900) gebaseerd op verleende Britse medailles
Had graag hierover verder gecorrespondeerd met je via roelpuntstruyveatgmailpuntcom
Groetjes
PS: ik kom maar aan 43 Mechelaars die een medaille kregen van de Britten. Wie kreeg er géén van de 45 vermeld in je artikel??....
Zat pastoor Moons ook in die kring van Mechelse spionnen ?
Het boekje over geweldige ontsnapping van Comissaris Callant is ondertussen opgedoken. We maakten er trouwens op Erfgoeddag een leuke tocht inde stad van ...
ik heb een groep medailles die toebehoorden aan een zekere Florence Jonniaux-Galens ('Leopoldsorde, MBE , BWM) en dit zou een Belgische spionne WOI geweest zijn. Kan je meer over haar vertellen? Ik kan je een foto van de medailles mailen
Dank bij voorbaat
Alex Deseyne
@ Alex :
Haar naam duikt op in een lijst in de London Gazette van 15 september 1919 (klik hier - pdf) en in diezelfde krant van 12 september 1919 (klik hier).
London Gazette 12 Septembre 1919
La London Gazette publie dans son "supplément du 12 Septembre 1919" (15 septembre 1919) une liste de volontaires (essentiellement Belges et Français, parfois avec confusion des nationalités) attachés à l'Armée Britannique en France, section I, section II et C.O.A. (qui connait la signification de ces catégories ?) avec mention "Died" réservée à ceux qui ont été exécutés.