Désiré Bouchery

met categorie:  
 
6 november 1944 : precies 66 jaar geleden komt Désiré Bouchery, vooraanstaand Mechels socialistisch schepen, parlementair en minister, te overlijden. Dit ten gevolge van mishandelingen en ontberingen die hij heeft moeten ondergaan tijdens zijn gijzelneming in het SS-kamp van Breendonk (1).
De stad Mechelen herdenkt hem later o.a. door de ‘Oude Bruul’ (verbinding tussen stadhuis en Leermarkt) te herdopen in ‘Désiré Boucherystraat’. Niet toevallig vinden we daar de hoofdzetel van het socialistisch ziekenfonds ‘De Voorzorg’.
 
Hoe is het allemaal zo ver kunnen komen?
 
 
 
 
Foto 1: (BeVeR) Désiré Boucherystraat Mechelen : vastgelegd in de symboliek van een halfreliëf (gebeeldhouwd door de Mechelaar Frans Van den Brande) bezorgt de mutualiteit voor haar leden een opstap naar een beter leven.
 
Désiré Bouchery is een geboren Gentenaar (18 november 1888) en zal reeds op jonge leeftijd, wegens het voortijdig overlijden van zijn vader, instaan voor het onderhoud van zijn ouderlijk gezin. Ondanks zijn uitstekende schoolresultaten moest hij zijn humaniorastudie aan het Gentse atheneum vroegtijdig onderbreken. Onder invloed van zijn vriendenkring wordt hij lid van ‘Reiner Leven’ en ‘de Socialistische Jonge Wacht’, wat de wortel vormt van zijn latere politieke carrière binnen de BWP, de Belgische socialistische partij.
 
Om voltijds met de socialistische gedachte te kunnen bezig zijn, wisselt hij zijn eerste job als bankbediende voor de functie van redacteur bij de krant van zijn schoonvader de ‘Vooruit’. Zijn echte roeping vindt hij echter in 1913 wanneer hij binnen de Centrale voor Arbeidersopvoeding, op vraag van Hendrik de Man, jonge socialisten kan opleiden voor hun militante activiteiten. Vormingswerk zal hem levenslang nauw aan het hart liggen : het is zijn overtuiging dat op die manier de opkomende arbeidersklasse mondig voor haar belangen kan opkomen.
 
 
 
Foto 2: (Amsab) portret van Désiré Bouchery
 
N.a.v. de parlementsverkiezingen van 16 november 1919 zal de partij Désiré naar Mechelen sturen om daar voor de eerste keer op te komen met een socialistische lijst. Hij wordt onmiddellijk verkozen tot volksvertegenwoordiger. Hij zal die functie ononderbroken blijven uitoefenen tot in 1944. Door de gemeenteraadsverkiezingen van 1921 zullen de socialisten met 11 van de 27 zetels de grootste partij worden in Mechelen. Désiré Bouchery wordt schepen van Onderwijs in een driepartijencoalitie o.l.v. de katholiek Karel Dessain. Zijn politieke loopbaan kent een hoogtepunt wanneer hij, in de regering van Hendrik de Man, de functie zal opnemen van minister van PTT van 1936 tot 1938 (2).
 
Van bij zijn eerste optreden binnen de socialistische rangen heeft hij zich als Vlaamsgezind gemanifesteerd. Zijn betoog voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit maakt opzien. Binnen de BWP strijdt hij ook voor een oprichting van een Vlaamse afdeling.
 
 
 
Foto 3: (Amsab) Deelnemers congres in Mechelen. Désiré Bouchery 5e van links
 
Aan dit alles komt een bruusk einde wanneer het Duitse leger België binnenvalt op 10 mei 1940. Die avond al krijgt Mechelen de eerste Duitse brandbommen te verduren. De volgende dagen loopt de stad voor vier vijfde leeg en lijkt wel een dode stad. De katholieke burgemeester Dessain tezamen met 3 schepenen blijven op post. Vooral de liberale schepen Van Kesbeeck manifesteert zich in deze paniekerige dagen als rots in de branding. Désiré Bouchery zat inmiddels in de oppositie. Op 17 mei om 10.30u zal de Duitse generaal-majoor Karl Kriebel verklaren dat hij het bestuur van de stad Mechelen overgenomen heeft. 
Het leven herneemt hierna stilaan. In de gemeenteraad komen de krachten echter anders te liggen. De VNV-ers Baeck en Baetens laten zich in een loeiende speech zeer laagdunkend uit over de regering Pierlot die op 16 mei de benen had genomen en de bevolking aan haar lot had overgelaten. Parlementsleden waren nadien teruggekeerd en hadden zich ook in Mechelen opnieuw in de gemeenteraad geïnstalleerd. Deze toespraak is vermoedelijk gericht tegen de socialistische gemeenteraadsleden Verbert en Bouchery. Baeck voorspelt al het mogelijke te doen om deze heren uit de gemeenteraad te krijgen (3). En zo gebeurt het ook. Bouchery had zich sindsdien niet meer op de Mechelse gemeenteraad vertoond en op 14 december 1941 zal de bezetter hem ook verplichten alle onderwijsactiviteiten te stoppen. Dit betekent meteen het einde van zijn politieke en opvoedkundige activiteiten.
Inmiddels ontwikkelde er zich ook in Mechelen een verzetsbeweging. Regelmatig waren er schermutselingen en granaataanslagen. Zo ontploft er op 13 mei 1941 om 23u een geweergranaat voor de gebouwen van de Kreigskommandatur, het Duitse hoofdkwartier in Mechelen aan de Bruul nr 79-81 (4).
 
 
Foto 4 : (BeVeR) Kreigskommandatur Bruul 79-81 Mechelen (momenteel ingang Bruul-center en  bank BNP-Paribas-Fortis )
 
Hoewel er geen schade of gewonden waren, is de maat voor de Duitsers vol. Tien vrijgelaten krijgsgevangenen worden terug opgepakt en in de citadel van Liège opgesloten. Op 23 mei zal het Duits commando de gevreesde tactiek van ‘Wahlgeisel’ hanteren: hierbij worden notabelen van een stad uitgekozen en als gijzelaars in gevangenschap genomen als vergelding voor een gepleegde aanslag. In ruil voor de 10 gevangenen worden Désiré Bouchery en Oscar Van Kesbeeck op 26 mei voor zes weken gevangen gezet in het SS-kamp van Breendonk. Kardinaal Van Rooy komt tussenbeide en uit zijn bezorgdheid bij de Kreiskommandant von Maercker. Deze laatste verzekert de kardinaal dat beide geen dwangarbeid zullen moeten verrichten. De commandant behoort  echter tot de Wehrmacht, het reguliere Duitse leger. Het kamp van Breendonk daarentegen, valt onder het commando van de Sipo-SD, de politieke politie, die deel uitmaakt van het SS-commando. Deze trekt zich meestal weinig aan van beloftes die de Wehrmacht al zou maken. Uit getuigenissen blijkt dat Bouchery verplicht werd bv. de varkensstal in het kamp schoon te maken. Achteraf zal blijken dat die zes weken concentratiekamp de gezondheid van Désiré fataal zullen kraken (5). Op 6 november 1944 komt hij te overlijden.
 
Foto 5 : (Waar is de tijd-Mechelen) Inmiddels is de stad Mechelen bevrijd : op 4 september 1944 rollen de eerste tanks van een Engels-Canadese voorpost de Grote Markt op.
 
 
 
Gerechtigheid zal pas later geschieden tijdens het Proces van Mechelen van 6 maart tot 7 mei 1946 in het stadhuis van Mechelen. Zestien van de betichten, de Beulen van Breendonk, worden er ter dood veroordeeld. Het is de enige maal dat het stadhuis dienst heeft gedaan als gerechtsgebouw waarvoor Keizer Karel het oorspronkelijk heeft laten ontwerpen. Finaal is het er pas gekomen begin 20e eeuw in de bloeitijd van de neo-gotiek.
 
Wie zijn kennis over deze zwarte bladzijde uit de geschiedenis van de Mechelse regio wil bijspijkeren of opfrissen, kan de tijdelijke tentoonstelling “Proces van Mechelen” bezoeken die nog loopt tot 5 december in het fort van Breendonk. Dmv foto’s , krantenartikels en allerlei attributen van destijds wordt dit onderwerp zeer aanschouwelijk voorgesteld. Een aanrader.
 
 
Bronnen:
(1) 20Eeuwen Vlaanderen deel XIV p. 267
(2) Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Lannoo Tielt 1973 & 1998
(3) Mechelen in de Tweede Wereldoorlog, Sabine Deboosere, Lannoo 1990
(4) Gids voor Oud en Groot Mechelen, Marcel Kocken, DeVries-Brouwers 1989 p.377
(5) Breendonk 1940-1945 de geschiedenis , Patrick Nefors, Standaard 2004
Foto’s Amsab Instituut voor Sociale Geschiedenis Gent via www.museuminzicht.be

Knap werk BeVeR ! Welkom op MBLOGT.

Boeiend stuk geschiedenis!   Dat ga ik morgen eens rustig lezen, want nu kruip ik in mijn bed.  Welkom als nieuwe blogger trouwens!

Hier, in a nutshell : Désiré Bouchery op MechelenMapt

En toch vind ik het eigenaardig dat zijn naam slechts tweemaal vermeld werd in ' De geschiedenis van de socialistische arbeidersbeweging in België '. Waarschijnlijk omdat dit werk een beetje té Gents gericht was? Ik vermoed dat hij zich beter op Mechels gebied voelde dan op nationaal territorium.

De auteur geeft de indruk dat patrick nefors in zijn "breendonk 40 - 45" schrijft dat die zes weken kamp de gezondheid van bouchery braken. Dat staat nergens in het boek. Voor het verhaal van die varkensstal geeft nefors één getuigenis. Mijn grootvader was lid van de partij en mijn moeder kende er veel mensen en heeft me altijd verteld dat zij bouchery nog jaren gezond en wel heeft zien rondlopen. Hij stierf eerst drie en een half jaar na zijn korte internering. Volgens haar was die dood als gevolg van breendonk een verhaal dat de bsp gebruikte om ten onrechte een ministeriele martelaar te vinden. Heeft de auteur documenten die zijn stelling bewijzen ? 

Mooi mooi ! Een artikel over een prachtsocialist !

Jan Neckers, oud-klasgenoot en historicus vroeg me om onderstaande in zijn naam te posten :

"De auteur geeft de indruk dat Patrick Nefors in zijn standaardwerk over
Breendonk schrijft dat Bouchery ten gevolge van de mishandelingen tijdens
zijn zes weken internering gestorven is. Dat staat nergens in het boek. Wel
staat er de naam van een getuige over dat varkenskotverhaal. Mijn grootvader
was lid van de partij en mijn moeder kende er nogal wat mensen. Zij zei me
altijd dat zij Bouchery nog jaren gezond en wel zag rondlopen. Hij stierf
inderdaad eerst drie en een half jaar na zijn internering. Ze beweerde
altijd dat de Mechelse BSP absoluut een (ministeriële) martelaar wilde na de
bevrijding en Bouchery kreeg dus ten onrechte een verzetsstatus.  Een
andere  bron voor de versie van mijn  moeder  was onze bejaarde
overbuurvrouw die ook de partij nogal goed kende. Haar zoon was
ene....Antoon Spinoy. Maar misschien heeft de auteur documenten die zijn gelijk  bewijzen ?"
 

@Gianni Leone en Roger Kokken

jullie hebben gelijk dat Nefors in zijn boek niets zegt over de oorzaak van overlijden van Désiré Bouchery. Mijn bronvermelding had 1 zin vroeger moeten staan.

De bronnen die dit wel vermelden zijn:
1. 20 eeuwen Vlaanderen Deel14 p. 270 (prof dr Walter Debrock) : " Van de daar ondergane mishandelingen zou hij nooit meer genezen"
2. Karel Dessain, Handelingen Kon Kring vr Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen p. 224 voetnoot 78 (Herwig De Lannoy): "Spinoy verving de zieke Bouchery. Deze kampte sinds zijn gevangenschap in het Fort van Breendonk met ernstige gezondheidsproblemen"
3. Systematiek en willekeur (politieke gevangenen in Mechelen) (Patrick Moreau) :
"Gemerkt door zijn gevangenschap overlijdt Désiré Bouchery kort na de bevrijding"

Harde medische feiten heb ik niet gevonden. Dat D.Bouchery nog rondliep in Mechelen na zijn vrijlating blijkt uit deze foto (bron: Amsab)



We zien D. Bouchery in gezelschap van Emile Huysmans ter gelegenheid van een Algemeen BSP congres in Brussel. De foto is genomen op 18 september 1944, dus enkele weken voor zijn overlijden.
Dit bewijst dat hij nog mobiel was, zich nog naar Brussel kon verplaatsen en kon deelnemen aan het congres. Zijn gezondheidstoestand moet dan daarna wel heel snel  verslechterd zijn.

Anderzijds toont Nefors in zijn boek wel aan met meerdere voorbeelden dat de hongerterreur in Breendonk de gevangenen wel heel snel problemen met hun gezondheid kon bezorgen. En op een manier dat die nog levenslang voelbaar waren.

Verder kunnen we ook in de biografie van Oscar Van Kesbeeck lezen, (hij werd immers gelijk met D.Bouchery opgepakt en een dag later vrijgelaten), dat hij terugkomt uit Breendonk in een erbarmelijke toestand. Hij heeft er een leverziekte opgelopen en overlijdt door de gevolgen ervan op 27 februari 1943. Dus ook nog anderhalf jaar na zijn vrijlating. Voor zijn gijzelneming was hij energiek en kerngezond.

Inderdaad harde bewijzen zijn er niet , maar m.i. wel voldoende elementen om een rechtstreeks verband te zien tussen de gevangenschap in Breendonk, de hongerterreur die daar heerste en het overlijden van D.Bouchery op bijna 56-jarige leeftijd.

Emile Huysmans ? Daar gaan we weer. 

...een vergissing kan iedereen begaan.  Ik maak er dagelijks.  Je kan die dan ook gewoon 'rechtzetten', zonder meer...

Emile Huysmans moet Kamiel Huysmans zijn.

Mooi opzoekingswerk BeVeR!

Ik stel me maar de vraag of de geschiedenisboeken en Wiki 's niet vol vergissingen staan .  

Inzake de al dan niet vermeende ziekte van Bouchery, kan ik het volgende aanvullend meedelen (er wordt geciteerd - met bronvermelding, waarvoor dank - uit mijn artikel over burgemeester Dessain en ik heb als historicus onderzoek verricht over het politieke verleden van Mechelen).

Een ooggetuige is stadssecretaris Louis Ryckeboer. Hij publiceerde zijn mémoires in Gazet van Mechelen in oktober tot december 1956.

Volgens hem ging burgemeester Dessain bij de Kreiskommandant de vrijlating van Bouchery en Vankesbeekc bepleiten uit het kamp van Breendonk. De aanleiding was: 'Het gerucht liep nl. dat dhr. Bouchery ziek was'. Enkele dagen later, op 8 juli 1941 (!), werden beiden vrijgelaten. Bouchery overleed op 6 november 1944, dus meer dan 3 jaar later.

Maar Bouchery sukkelde minstens vanaf juli 1941 toch ernstig met de gezondheid. Hij moest om die reden meermaals de belangrijke onderhandelingen missen die de katholieke burgemeester Dessain aan het einde van de oorlog in het 'geheim' voerde met de de socialistische en liberale kopstukken met het oog op de vorming van een 'tripartite' in Mechelen na de bevrijding.  Vanaf midden 1942 (!) reeds voerde Dessain deze gesprekken. Op meerdere momenten dat Bouchery wegens ziekte de gesprekken niet kon volgen, nam Spinoy zijn plaats in.

Anderzijds was hij toch nog gezond genoeg om vlak na de bevrijding (dus de dagen na 4 september 1944) "van de ochtend tot de avond" bewijzen te verzamelen om oorlogsschepen Cyriel aan te kunnen klagen voor collaboratie. Wellicht was hem even ontgaan dat Neefs persoonlijk mee geijverd had om hem in 1941 uit gevangenschap te krijgen...

Of Bouchery al dan niet rechtstreeks ten gevolge van zijn gevangenschap ziek geworden is en gestorven is, zal wel altijd voor discussie vatbaar blijven. Maar de kans is groot dat hij inderdaad ziek geworden is tijdens zijn gevangenschap en de daarop volgende jaren met ernstige - maar niet permanente - gezondheidsproblemen te kampen had. Of hij meer dan 3 jaar later ten gevolge daarvan overleed, is een andere zaak en hoe dan ook moeilijk te bewijzen. Dat het verhaal bijzonder goed uitkwam in de socialistische propaganda na de oorlog, staat buiten kijf.