Er is over onze Mechelse Grote Dame reeds heel wat inkt gevloeid, en ook op Mechelenblogt stond Margareta van Oostenrijk reeds meermaals in de aandacht. Mag ook wel: de doorluchtige landvoogdes was dan ook een bijzonder boeiend figuur: letterlijk een 'vrouw uit één stuk'!
Op 1 december 1530 sterft onze geliefde tante. Mechelen is in complete rouw, en 45 dagen luiden de klokken van onze stad drie maal daags. De 'geluidsoverlast' nemen de Maneblussers er graag bij... Maar..., wat rest er nog van de stoffelijke resten van 'ons' Margrietje in Mechelen? Is, euh...enkel de simpele steen in het hoogkoor van Sint-Petrus en Paulus op de Veemarkt, bij de ingang van de sacristie, het enige dat overblijft (nou ja - zonder aanwijzing zelfs...) van het adelijke lijk? Enne... wat kunnen we dan vinden onder deze steen als we hem zouden willen oplichten?
(foto: Jan Smets)
Laat ons even terugkeren in de tijd...
Op 21 februari 1530 schrijft Margareta haar laatste wilsbeschikking. De slepende beenkwaal wil niet wijken, en de vorstin voelt haar einde naderen. De ontsteking neemt toe. Margareta lijdt veel pijn, en infectie en koorts doen de rest. De landvoogdes weet wat haar te wachten staat. In haar testament legt ze vast dat ze wil begraven worden in de kloosterkerk van Bourg-en-Bresse, waar haar derde en erg geliefde echtgenoot Filibert van Savoye reeds begraven ligt in een mausoleum (waarvan ze de werkzaamheden nauwlettend had opgevolgd vanuit Mechelen...).
Want - zo schreef ze reeds vroeger in een gedicht:
Langzaam kruipt de tijd voorbij
en ik stel me de vraag: Waarom?
Want één dag duurt me langer dan een week.
Derhalve bid ik God,
dat Hij mijn lichaam spoedig terugvoert,
daarheen waar mijn harte is dat niet meer aan mij behoort...
Haar lichaam wil ze laten rusten naast Filibert... Maar: haar hart wil ze schenken aan het klooster van de Zusters Annonciaden in Brugge. Want Margrietje had gehoopt, dat ze na haar politieke carrière daar haar laatste jaren zou kunnen doorbrengen. Die wens kwam niet uit. Maar Brugge mocht haar hart hebben...
En Mechelen dan?
Nou, de Maneblussersstad waar ze zo lang woonde, zou haar ingewanden krijgen. Jawel. Zo beslist de vrouw die haar hele leven als Dame met Klasse een 'vrouw uit één stuk' was. In de dood - vergeef me de zeer oneerbiedwaardige frase - wordt mevrouw netjes verdeeld...
Doodsimpel...
Op 1 december sterft de Habsburgse in haar paleis in de Keizerstraat, in een eenvoudige kamer, op een bed met baldakijn. Een dag voordien laat ze nog een brief noteren voor neefje Karel in Spanje waarin ze haar dood aankondigt, en waarin ze hem nog netjes een aantal wijze raadgevingen doorspeelt. Een priester geeft haar dan de laatste sacramenten, en dan... is het tijdperk 'Margareta' voorgoed voorbij. Wenende vrouwen omringen haar, en men geeft haar een kruisbeeld en rozenkrans in de handen. De Dame-van-Mechelen wordt gebalsemd en op een praalbed gelegd. Al haar personeel komt haar groeten...
In Mechelen worden alle klokken geluid (lees hierboven...) - maar ook in Brugge-die-Scone wil men niet onderdoen. Drie dagen wordt daar ook geklepeld, en in de Sint-Donatiaankerk wordt reeds een plechtige lijkdienst gehouden, in afwachting van de overbrenging van haar hart.
In Mechelen duren de rouwplechtigheden drie volle dagen in de oude Sint-Pieterskerk naast haar paleis. In de kathedraal is een rouwkapel ingericht waar iedereen het lijk van Margareta kan komen begroeten. Nadien wordt haar lichaam nog anderhalve maand bewaard in de huiskapel van haar paleis, het Hof van Savoye. Op 12 januari verhuist de landvoogdes terug naar de Sint-Pieterskerk. Vandaar vertrekt het lijk in stoet, omringd door vijftig hoogwaardigheidsbekleders met fakkels, tot aan de stadsgrenzen van Mechelen, op weg naar Brugge, waar haar stoffelijke overschotten zullen bewaard worden, tot het graf in Bourg-en-Bresse klaar is. Het hart dat Brugge houden mag, wordt in een aparte urne, meegenomen.
De lijkstoet gaat via Dendermonde, Gent en Eeklo. Voorop rijdt Jan Van Denemarken, zoon van haar nichtje Isabella (die ze net als als broer Karel mee heeft opgevoed in Mechelen...). In de Brugse Sint-Donatiaankerk volgt wéér een plechtigheid. Daarna wordt haar hart in een glazen urne voorlopig bijgezet in het graf van haar véél te jong gestorven moeder Maria van Bourgondië, naast dat van haar broer Filips de Schone...
Maar: Margrietje blijft ook in de dood nog 'reislustig'. Het lijk wordt de volgende dag naar het klooster van de zusters Annonciaten gebracht. Daar blijft ze een vol jaar, voor de verhuis naar Savoye. En de zusters krijgen nu ook het hart.
Op 22 maart 1532 (en da's dan al méér dan een jaar na haar overlijden in Mechelen...), wordt de vostin overgebracht naar Brou... Eindelijk rust...
In 1550 (en da's dan 20 ! jaar na de overlijdensdatum) wordt er in Mechelen dan ook en mausoleum gemaakt in de oude Sint-Pieterskerk. Dat wordt netjes in graniet en albast uitgevoerd door de Mechelse kunstenaars Mathieu Smets en Hendrik van Eeghem. Tot dan had de overledene zich tevreden moeten stellen met een simpele koperen plaat boven de plaats van haar begraven ingewanden... Het mausoleum draagt de wapens van Margareta en Filibert, en nog een trits engelen. Maar ook haar wapenspreuk komt erop: 'Fortune, infortune, fortune'. En dat vat een leven met tragiek en succes mooi samen.
Maar: dan komt de kat op de koord. Op het einde van de zestiende eeuw verdwijnt het mausoleum. Waarom? Margareta moet genoegen nemen met een verwijzing in de muur dat hier ooit haar grafmonument stond. Voilà. Twee eeuwen later wordt de kerk dan ook nog eens afgebroken, om in barokke versie te verrijzen aan de overkant. De Jezuïten die de nieuwe kerk beheren, krijgen haar urne. Keizerin Maria Theresia, die ondertussen de scepter zwaait, keurt een project voor een nieuw grafmonument goed. Maar...er komt niks van. Om één of andere reden wordt het nooit uitgevoerd. Alleen een simpele marmeren vloersteen wordt boven de blauwbloedige resten gelegd...
doodsimpel.
doodsimpel?
Maar met het hart van Margrietje verloopt het ook niet zo goed. In 1531 krijgt het weliswaar een schitterend mausoleum in Brugge, op bevel van neef Karel. Het lijkt sterk op Mechels mausoleum. Maar in 1579 verhuizen de nonnen naar een nieuwe refugie binnen de stadmuren. En de geuzen maken het werk af: het monument wordt vernield. In 1714 herstelt men het zo goed als mogelijk met de resterende brokstukken.
doodsimpel?
doodsimpel - nee! De zoon van voornoemde Maria Theresia - onze 'Keizer-Koster', Jozef II - heft de kloosterorde op - de gebouwen worden verkocht. Het hart wordt overgebracht naar de kerk van Sint-Donatiaan (weet je nog...), op de Burgplaats. Daar wordt het in 1785 bijgezet in de graftombe van bisschop Christford, waar ook het hart van illustere voorouder Filips de Goede bewaard is. Netjes naast haar overgrootvader.
doodsimpel...
Maar... Hoe kan men sollen 'met ne mens'...: De Brugse kerk wordt in 1798 afgebroken, én: de twee kistjes met de harten verdwijnen... Verdwijnen?? Jawel: het lood wordt verkocht, en de harten van Filips en Margareta verdwijnen in de nevelen der tijden... Spoorloos.
En in Mechelen?
Wat rest er nog van de overblijfselen in de Sint-Petrus-en Pauluskerk? Euh... Er wordt beweerd dat de resten, euh, met het groot huisvuil zijn meegegeven. Per vergissing. Kwatongenpraat, of?
Maar in Bourg-en-Bresse schittert een bijzonder kunstzinnig mausoleum. Ongewoon prachtig, een grote staatsvrouw waardig. Haar strenge weduwenkap wordt eindelijk afgegooid, en haar roodblonde lokken worden 'bevrijd'... Haast jeugdig ligt ze daar in steen voor eeuwig te slapen. Daar heeft Margrietje haar uiteindelijke rust gevonden, vlakbij de man die ze nooit vergeten kon...
(bronnen: info gehaald uit verschillende historische werken, waaronder ook de biografie van Frans Vermoortel over Margareta van Oostenrijk)
Volgens de "Inventaris der kunstvoorwerpen in openbare instellingen bewaard", "Kerk van de HH. Petrus en Paulus te Mechelen"
"Links voor het altaar toont een vloersteen gemerkt met een kruis de plaats aan, waar de ingewanden van Margareta van Oostenrijk in een looden urne begraven werden. Deze urne werd, bij de overbrenging der parochiediensten van de oude naar de huidige St Pieterskerk, in een houten koffertje gesloten".
Uit "Margaretha van Oostenrijk" door Frans Vermoortel.
"Wie nu onze Sint Pieterskerk bezoekt, ziet voor het hoofdaltaar links een grote marmeren vloersteen, met in het midden een koperen haak, waarin een Maltakruis is gegraveerd. Onder die steen, in een ingebouwde nis, bevinden zich momenteel de urne met ingewanden van onze Margaretha. Armertieriger kan het niet."
Margaretha van Oostenrijk – Ingewanden te Mechelen
Na de dood van Margaretha van Oostenrijk op 30 november 1530, werden haar ingewanden in een loden urne gesloten en in de St Pieter-en-Pauwelkerk te Mechelen geplaatst, terwijl haar hart en lichaam werden overgebracht naar Brugge. Eerst werden deze bijgezet in het mooie mausoleum van Maria van Bourgondië in de O.L.Vrouwkerk, later werd het hart ingemetseld in een grafkelder op het hoogkoor van de kerk der Annonciaden. Het is maar in 1532 dat haar lichaam werd bijgezet in de kerk van Brou, naast dat van haar echtgenoot Philibert van Savoie.
Keizer Karel spoedde zich geenszins om een monument te laten optrekken, zoals was voorgenomen, in de kerk van St Pieter- en Pauwel. Toch liet hij een grafschrift aanbrengen op de koperen plaat welke de plaats aanduidde waar de ingewanden van zijn tante rustten. Het is maar in 1550 dat een monument werd opgericht in de St Pieter- en Pauwelkerk door de Mechelse kunstenaars Mathieu Smets, alias Heyns en Hendrik van Eeghem.
Dit kunststuk stelde albasten beelden voor van de H. Margaretha en de regentes, geknield voor haar bidstoel, omringd door vergulde antieke versieringen waarin haar leuze was gegrift : “Fortune, Infortune, Fort Une”. De grote kroonlijst werd aan de buitenkanten versierd met de albasten uitbeelding van de 4 hoofddeugden. In het midden 2 engeltjes welke de hoed van de aartshertogin en de wapens van het huis van Savoie droegen. Onderaan het gedenkteken, diezelfde gracieuse putti’s met het latijnse opschrift, opgesteld door Karel V.
D.O.M.
Illustrissimae Margaritae
Archiducessae Austriae
Invictissimi Maximiliani Imperatoris matae
Ac Principis Hispaniarum primo
Dein Ducis Sabaudiae
Relictae
Harumque inferiorum Regionum Gubernatrici
Carolus Quinte Caesar Augustus
Amitae proscrit
Tijdens de godsdienstoorlogen van de 16de eeuw verdween het gedenkteken, en het grafschrift eveneens in de 18de eeuw, wanneer de oude St Pieter-en Pauwelkerk afgebroken werd. De grote keizerin Maria-Theresia, welke toen over de Nederlanden regeerde, had de illustere resten van de aartshertogin laten overbrengen naar de nieuwe Jesuïetenkerk, die als parochiekerk dienst deed. Het project voor een nieuw grafschrift was weliswaar goedgekeurd door de keizerin en haar gouverneur, maar nooit ten uitvoer gebracht. Geen enkel opschrift wijst nog de plaats aan waar het kistje met de ingewanden is ondergebracht. Alleen kunnen we nog op het hoogkoor, langs de evangeliekant een marmeren steen ontdekken, groter en witter dan de andere plaveien met in het midden een koperen haak waarin het kruis van Malta gegraveerd is. Daar bevinden zich de ingewanden van de regentes der Nederlanden.
Uit een oude kroniek….
Den 23 september 1777 heeft den heere president van den Grooten Raede met den heeren Fiscaelen zig om elf uren voornoen begeven naer de Kerke van St Peeters, alwaer zij op de choor naest den autaer, naer het noorden, de aerde hebben doen opgraeven om te ontdekken het ingewand van wijlen de arshertoginne Margareta van Oostenrijk Douariere van Philippus hertog van Savoyen, het gene daer ten jaere 1530 was begraven, zij vonden het selve in eenen looten pot bij forme van clock ontrent den grooten autaer. Het welk gevonden zijnde, is er gemaekt een doodskiste van schrijnhoud gesloten met 4 vergulde vijsen daer op genaegeld een Cruys van Swart fluweel met vergulde naegelen, ende den 28 october 1778 hebben zijn Eminentie den arsbiscop : hij was in Junius Cardinael geworden : ende de heeren president en de fiscaelen van den Grooten Raede zig begeven savonds om 6 uren naer de gemelde kerke, alwaer zij den gemelden looten pot in dit doodskistje gesloten hebben, ende zijn dan langs de klijne zij deure uytgekomen, naer hun volgde de twee Kerkmeesters van de zelve Kerke alwaer het is gesteld in eenen daer toe gemetsten back op de choor in de aerde.
Bedankt voor deze boeiende aanvullingen Jos!
Er heeft destijds (enige jaren geleden) in Gva een artikele gestaan over het verdwijnen van het loden kistje NA werkzaamheden aan de vloer van de kerk!
De Sven kan dit dus opzoeken, ik meen dat het arikel nog van Fons Jacobs was (met voorbehoud).
Een mooi en leerrijk stukje jan.
Ik meen inderdaad dat er een aantal jaar geleden in een van de posts al eens gesproken werd over het tijdens venieuwingen verloren gezette kistje
Rudi schreef enige tijd terug :
Volgens mijn bronnen ligt er na de hervloering van de kerk niets meer onder.
Dan is dit gerucht blijkbaar toch waar. Ik dacht het inderdaad ooit ook gelezen of gehoord te hebben.
Ik vraag me af hoe dit is kunnen gebeuren...
tot zover de zorg voor het mechelse erfgoed. Wie moet zich nu nederig op de borst slaan? On Margrietje krijgt last van haar ingewanden, of veeleer Mechelen krijgt last van Margriet haar ingewanden.