de laatste burgervader van Muizen is niet meer...

            

                                      (foto: Jan Smets)

Zaterdag wordt hij begraven....  Albert Ribbens, de laatste burgemeester van Muizen, voordat het dorp in 1976, met de fusies,  samenging met Mechelen.  Albert stierf op de, zoals men dat dan pleegt te noemen: 'gezegende leeftijd' van 93 jaar.

Raf en Elly Ribbens-Vandenbroek, een koppel uit mijn kennissenkring, verliest op één jaar tijd, hun beider vaders.  Op die leeftijd is dit niet verwonderlijk natuurlijk - Maar het is wél zo dat beiden bekende Mechelaars waren.  De vader van Elly, was niet minder dan de vroegere stadsbeiaardier Piet  Vandenbroek - en de vader van haar man, Raf, was de oud-burgemeester van de Mechelse deelgemeente Muizen, Albert Ribbens...

Albert was afkomstig van Loenhout, maar door zijn huwelijk met Simonne Geets, in 1946, werd hij Muizenaar.  In dat jaar werd hij gemeenteraadslid voor CVP.  Van 1964 tot 1976 was Ribbens de burgemeester van het dorp. 

Ribbens was een sociaal bewogen man.  Met deze waarderende woorden typeren vriend en vijand hem. 

Albert Ribbens zette er zich sterk voor in dat Muizen in 1976 kon samengaan met Mechelen, ipv een nieuwe gemeente te vormen met Elewijt en Hofstade. 

In het stadsbestuur zou hij van 1977 tot 1982 zetelen als schepen van financiën.

Een paar maand geleden brak de man zijn heup, en sinsdien ging zijn gezondheid achteruit. 

Zaterdag om 10u30 wordt Albert Ribbens begraven in de Sint-Lambertuskerk van zijn geliefde Muizen.

Ik wens de familie veel sterkte.

 

Zijn loopbaan als politicus heb ik nooit gevolgd.  Ik zal de heer Albert Ribbens blijven herinneren als een stuwende kracht achter het amateur toneel in het Mechelse.

Ik wens de familie veel sterkte.

Goh, die man heb ik wel geregeld in Muizen gezien, maar ik heb nooit geweten dat hij ooit nog burgemeester geweest is...

Burgemeester Albert Ribbens was een fijne man met een even fijne familie.

hij was nog een politieker van de "oude" stempel die zich in dienst van de bevolking stelde.

heb hem persoonlijk, evenals zijn broer Achiel, goed gekend.

dus Jans hij verdient echt wel een "in memoriAm" hoor.......

Ons vokke

Voor velen was vokke de laatste burgemeester van Muizen. Voor mij was vokke mijn grootvader. Ik ben bijna 41, dus ik heb hem lang mogen kennen. En het is een eer hem gekend te mogen hebben. Hij was de beste grootvader die ik me kon dromen. De herinneringen aan hem zijn mooi, ontelbaar en onbetaalbaar.

Gisteren hebben we hem begraven. De viering was mooi, sereen en heel pesoonlijk. Bij deze ook mijn dank aan alle aanwezigen. Hij rust nu naast onze Marc.

Voor mij zal hij nooit sterven. Zolang ik leef zal ik hem meedragen in mijn hart. En als later mijn tijd zal gekomen zijn hoop ik en weet ik dat hij me zal opwachten.

Het gaat je goed vokke. Ik heb je altijd graag gezien.

Tot ziens... aan de andere kant.

Sandra

"...Albert Ribbens zette er zich sterk voor in dat Muizen in 1976 kon samengaan met Mechelen, ipv een nieuwe gemeente te vormen met Elewijt en Hofstade..."

En blijkbaar moet Hofstade, làng voor 1976, een onderdeel of deelgebied geweest zijn van Muizen.  Zat daar de uitgraving van de Leuvense Vaart voor iets tussen of was dat veel later ?

 

Muizen – Hofstade
 
Vóór 1870 was Hofstade een onbelangrijk gehucht van Muizen. Dit bewijst de uitspraak van aartspriester De Mol in 1604 : “Het dorp Hofstade gedeeltelijk onder Muizen en O.L.Vrouw levert niet veel nut. Het was te hopen dat het met het dichterbij gelegen Muizen zou verenigd worden.”
Stilaan nam deze nederzetting van landbouwers en ambachtslieden echter uitbreiding en konden meer en meer mensen zich ontevreden verklaren met de bestaande toestand. De verbindingswegen tussen beide delen van de gemeente waren immers verre van gemakkelijk. Rond de helft van de 18de eeuw was de Leuvense vaart gegraven die alle wegen had onderbroken. Nog steeds kan men op kaarten vaststellen hoe volgende wegen op mekaar aansloten :
Werfheideweg (Hofstade) – Koekoekstraat (Muizen)
Muizenstraat (Hofstade) – Heidestraat (Muizen)
Muizenhoekstraat (Hofstade) – Vennestraat (Muizen)
Ambroossteenweg (Hofstade) – Prinsenhoekstraat (Muizen)
Trianonlaan (in beide gemeenten).
 
Ter hoogte van ’t Riet (Muizenhoekstraat-Vennestraat) lag een veerpont .
Aan de Trianonlaan bestond een veerpont (vandaar de naam Hever-Pont) voor de voetgangers en één voor voertuigen.
 
Daar Hofstade rezulteerde onder de gemeente Muizen moesten de Hofstadenaren telkens er aangifte moest gedaan worden van geboorte, sterfgeval, huwelijk, … een tijdrovende tocht ondernemen.
 
In 1840 kreeg Hofstade een eigen kerk (voordien diende men in de omliggende gemeenten de mis bij te wonen). Amper 6 jaar later werd deze kerk tot hulpparochie verheven, wat het gevoel van onafhankelijkheid erg ging verstevigen.
Bovendien was men in Hofstade ontevreden over het gemeentebestuur, dat o.a. de subsidies aan de kerk afschafte. Eén en ander blijkt uit de briefwisseling gevoerd tussen de heren Bosquet, burgemeester van Muizen en Peeters, pastoor van Hofstade, waarin deze laatste het gemeentebestuur verwijt in Muizen stoepen voor de woningen aan te leggen op kosten van de gemeente, terwijl er voor Hofstade niets verwezenlijkt wordt (865).
Hoe het ook zij, de toestand was verre van ideaal en de onafhankelijkheidsverklaring door de Koning Leopold II was in die tijd de enige oplossing. Voortaan zou Hofstade een eigen burgemeester hebben, eigen schepenen (2), en eigen gemeenteraadsleden (6), een eigen administratie, eigen bedienden, een eigen gemeentehuis.
Het was bij koninklijk besluit van 23 februari 1870 dat Hofstade definitief van Muizen afgescheiden werd : “Léopold II, Roi des Belges, à tous présents et à venir, Salut : Les Chambres ont adopte et Nous Sanctionnons ce qui suit.
-          Article premier :
Le hameau de Hofstade est séparé de la commune de Muysen, province de Brabant, et érigé en commune distincte, sous le nom de Hofstade. La limite séparataire est déterminée par l’axe du canal de Louvain à Malines, conformément au plan annexe à la présente loi.
 
-          Article 2 :
Le cens electoral et le nombre de conseillers à élire dans ces communes, seront fixes par l’arrête Royal determinant le chiffre de leur population.”
 
Ondertekend door Koning Leopold II en E. Pinnez, Minister van Binnenlandse Zaken.
 
De piepjonge gemeente was echter nog niet volledig uitgerust. De eerste registers werden slechts in november geopend (op formulieren van 1860!), zodat een aantal huwelijken, geboorten en sterfgevallen, tussen februari en november, toen Hofstade al onafhankelijk was, toch nog in Muizen dienden geregistreerd te worden. Toch vinden we in het register der geboorten van 1870 nog enkele aangiften. Er werd dat jaar in Hofstade het eerste huwelijk gesloten (ook het enige in dit jaar), namelijk tussen Jacobs August (34 jaar) en Blommaerts Rosalia (een weduwe van 32 jaar). Het register der overlijdens opent met een enige, maar droevige aangifte in 1870 : Janssens Felix, zoon van de eerste schepen van de nieuw opgerichte gemeente overleed op de leeftijd van 1 jaar en 1 maand.
Een gemeentehuis had Hofstade vooralsnog niet. Daartoe gebruikte men het schoolhuis.Deze toestand zou tot in 1964 blijven duren, zodat het huidige, nieuwe gemeentehuis, eigenlijk pas het eerste gemeentehuis mag genoemd worden. De administratie werd nog tot voor de tweede wereldoorlog gehouden in het huis van de gemeentesekretaris. Als sekretaris werden achtereenvolgens benoemd : Henri Bombergen (“gemeentegeheimschrijver”!), Janssens, Bogaerts A. en Bogaerts Fr.
Hofstade was daarmee een nieuw bestaan begonnen, maar het zou nog lang duren voor het de vermaarde badplaats van thans werd. Zoals iemand eens schreef bleef Hofstade aanvankelijk “vrijwillig een onbekende gemeente, die de toeristen, welke het nabijgelegen Elewijt met het vermaarde Rubenskasteel gingen bezoeken langs de mooie baan naar Tervuren, vanuit Brussel de Mechelse beiaardconcerten kwamen bijwonen, volkomen achteloos voorbijliepen.” Tot de twintiger jaren……. (Meren).
 
Uit “Hofstade – Brabant 1870 – 1970”

 

@Jos: een voor mij onbekend stukje geschiedenis, tof!

Ik heb ooit ergens gelezen dat er ook een overeenkomst moet zijn tussen Hofstade en de Geerdegemstraat.

In de Geerdegemstraat stond vroeger een kapel en de Hofstadenaren kwamen daarnaartoe om aan hun kerkelijke plichten te voldoen.

Waarschijnlijk deden ze dat omdat Muizen te ver was voor de verplaatsing.

 

Kapel van Geerdegem
Buiten de Oude Brusselschepoort, op de Geerdegemsestraet, werd in de voorledende eeuw ene kapel gebouwd ten dienste der inwoners van Geerdegem en Hofstade. De stichters daarvan waren de achtbare inwoonders van Mechelen Gaspar Estriex en Catharina Brandts, zyne huisvrouw. Deze kwamen den 1 october 1729 voor den notaris De Rees, verklarende dat zy van zin waren met oorlof der wettige overheid, eene kapel te bouwen in de Geerdegemstraet, tot welker fondatie zy eene jaerlykse inkomst van dry honderd guldens courant wilden vaststellen op hunnen eigendommen ; de akt daervan berust in origineel of copy in verschillige archieven.
De loffelyke stichters droegen dan een smeekschrift ten dien einde op aen zyne eminentie den kardinael Thomas Philippus, aertsbisschop van Mechelen; om die stichting goed te keuren. Na het advies der zeer eerw. Proost en ’t kapittel van de Metropolitane kerk en na gehoord te hebben de eerw. Heeren deken en pastoor van O.L.V. over de Dyle, heeft zyne Eminentie alles den 21 november 1729 ingewilligd; de oorkonde daervan berusten in origineel of copy in de archieven van het aertsbisdom en van de stad Mechelen.
Deze kapel werd begonnen den 24 meert 1730, op welken dag den eerste steen gelegd is door den raedsheer Steenhault, ridder en president van ’s Majesteits geheimen raed, enz. Zie de grafschriften blz. 351. Men verbeterde nogtans daer den misslag, waer de heer Blondeau kanunnik van Zellaer, gesteld wordt als de eerste, die als nachtpastoor die kapel bediend heeft, en als men stelle in plaets den eerw. heerGaillard, kapellaen en latere kanonik van O.L.V. over de Dyle, de eerste nachtpastoor, zoo gezegd omdat hy des nachts de H. Regten aen de inwoners van Geerdegem en Hofstade mocht toedienen.
De kapel was op enige maenden voltrokken, en werd de 4 september van hetzelfde jaer 1730 gezegend door de zeer eerw. Heer Amatus-Agnatius de Coriache, aertspriester der metropolitane kerk en lid van den Grooten Raed. Zy was ingewyd onder de bescherming van Maria onder den titel van O.L.V. van Affligem, of het vermaerde beeld hetwelk in die abdy van den tyd des H. Bernardus bestond en door de grenzen in 1580 verbroken werd, doch uit welker stukken er kleinere beeldekens gemaekt zyn, waervan er een door de opvolgers der Heeren van Affligem te Dendermonde bewaerd wordt. De oorsprong dus van de toewyding dier kapel aen O.L.V. van Affligem is hierin te vinden, dat de fondanteur Gaspar Estriex een oude oom in de abdy gehad had, Egidius Estriex, met kloosternaem Robertus, proost van Affligem geworden in 1660, en die een der genoemde O.L.V. beeldekens aen de familie gegeven had.
Men stelde alsdan op de kapel het volgende latynschjaerschrift :
erIgebant VIrgInI MarIae
pII ConIVges Gaspar EstrIX et
anna CatharIna BranDts.
Op 9 december 1749 vermeerderde de fondateurs by notariëelen akt de stichting met verscheidene missen, het meestendeel voor hunne bloedverwanten; eene is er aengeteekend voor wylen den aertsbisschop Hovius.
De stichters werden in die kapel voor den autaer begraven; op eenen blauwen steen stond het volgende wonderbaer opschrift :
D. O. M.
Vivus hane mihi domum paravi
in qua quiesco mortuus,
sum etenim hujus savelli fundator
GASPAR ESTRIX
Et
ANNA-CATHARINA BRANTS,
scis jam, viator, qui sim, aut potius fuerim;
le vero in tenebris noscere nequeo :
te ipsum vero ut noscas rogo
R. I. P.
Buitenwaerts tegen den muer zuidkant stond een vlaamsch opschrift in een marmeren steen.
                                           Tot meerder erre Godts
en van de alerh. Onbevlekte maghet
en Moeder Maria
is dese kapelle in 1730 loffelyck
gesticht geweest met eene capelrye
en de nachtpastoor voorzien
ten behoeve van dese gemeynte
van Geerdeghem door Mynheer
GASPAR EXTRIX
Heere van Swyveghem
en syne huysvrouwe jouffrouw
ANNA-CATHARINA BRANDTS
te saemen getrouwd geweest 60 jaeren
sy is overleden 17 novemb. 1759
in den ouderdom van 81 jaeren
Bidt voor de zielen
van dese godtvruchtige
weldoeners
Den 21 september 1760 stierf haren man, oud 83 jaren.
De kapel van Geerdegem is in 1797 gesloten en de goederen der fondatie werden door het fransch bestier aengeslagen.
In 1798 den 29 july werd ze op het stadhuis alhier verkocht om afgebroken te worden, en lag in de maend augustus geheel ten gronde. De teekening daervan is bewaerd door de teekenaer Mandeluyn, en bevindt zich onder de gezigten der mechelsche oudheden by de liefhebbers ter stede. Zy was naer den gemeenen kapellenvorm, hebben de 35 voeten lengte op 15 breedte; zy had veertig voeten tot het punt van het dak, waerop een spiltorentje van 20 voeten lengte geplaetst was; zy was zydwaerts door zes vensters verlicht, en door eene groote in den voorgevel.
Onder het fransch en het hollands bestier bleven de inwoonders van Geerdegem en Hofstade beroofd van een dusdanig gewyd gebouw, waer zy konden de mis hooren en in tyd van nood de geestelyke hulpmiddelen des godsdienstes verkrygen. Dit had een einde in 1841; de wel edele en zeer achtbare heer L. De Meester de Tilburg, die zyn buitengoed te Hofstade had, en van het bloedverwantschap was van de godvruchtige fondateurs vermeld, had lang gedacht de kapel van Geerdegem te herstellen, niet op de oude plaets maer te Hofstaden, tien minuten gaens voorder de groote baen op; den 26 october 1841 werd Zyne Eminentie de kardinael Engelbertus, aertsbisschop van Mechelen, naer Hofstaden plegtiglyk ingehaeld om den eersten steen te leggen der nieuwe kapel die op zulk plan besteken was, dat zy voor eene parochiekerk later konde dienen. Dit was immers het oogwit. Een groot deel der inwoonders der gehuchten Hofstaden en Geerdegem waren door de Lovensche vaert afgesneden van hunne parochiekerk, en konden met den winter menig mael niet zonder de grootste moeijelykheid hunne godsdienstige pligten volbrengen. In den loop van 1842 was de nieuwe kapel of beter de kerk van Hofstade volbouwd, byzonder door de zorg en medewerking van den wel achtbaren heer L. De Meester de Tilburg en van zynen schoonzoon de graef Cornet de Peissant, die met den grootsten iever en uit ware gevoelens van godsdienst zich gans en geheel aen dit goed werk besteed heeft. De inwoonders van Hofstade betreurden zyn vroegtydig afsterven op den 15 September 1848. Eene gescholderde glasraem gemaekt in 1851 door onzen stadsgenoot den heer J. Plays, vereeuwigt in de kerk van Hofstaden de gedachtenis van dien voortreffelycken weldoener.
De kerk van Hofstaden is door den aertsbisschop van Mechelen tot parochie verheven in 1844. De eerste pastoor was de eerw. Heer E. Peeters, genoemd den 30 september 1844; hy stierf op 23 april 1857, en werd opgevolgd door den tegenwoordigen pastoor den eerw. Heer J. Van de Welde, genoemd den 13 der maend Juny.
 
Uit “Historische Aanteekeningen” door den Z. E. Heer Kanunnik SCHOEFFER.

Schitterende bijdragen van Jos Nys en Anoniem.  Na de aanleg van de Leuvense vaart in 1750 begonnen Hofstade en Muizen hun eigen leven te leiden.  Een kleine eeuw later had Hofstade echter een troef voor op Muizen: zijn putten die er gekomen zijn door de aanleg van de taluds van de spoorwegen.  Hofstade werd begin 20e eeuw "the place to be" voor zondagmensen die er hun vertier gingen zoeken.  In de jaren 30 werd een stoomboot ingelegd om van aan de Withuisbrug te Mechelen (beter gekend als de Colomabrug) de verbinding te verzekeren met "Hofstade strand"  En vroeger nog, bestond er zelfs een treintje dat een traject aflegde om de bezoekers naar Hofstade-"bad" te brengen.  In zijn beste outfit  trok men toen naar de putten van Hofstade. 

   

Merkwaardig detail: één van de putten was via een ondergronds buizen/pompsysteem verbonden met het rangeerstation van Schaarbeek, waar dat water gebruikt werd om er de treinen mee te wassen.

Roger,

anoniem = Jos Nys

Ik herinner me naast de spoorweg, een 3-tal bassins(bezinking), later nog in beheer door de plaatselijke natuurvereniging. Daarnaast een klein gebouwtje met daarin een rechthoekige put die konisch afliep. Keigevaarlijk toen, geen afsluiting. Denk zelfs dat er ooit een ongeval gebeurd is en nadien werd het afgebroken. Misschien was dat het pomphuis.