Maakten de vlieten mee deel uit van de eerste stadsomwalling ?

met categorie:  
Volgens het boekje kende Mechelen twee omwallingen. Een eerste omwalling was volgens de boekjes een aarden wal, en we hebben het over het traject: Plein, Milsenstraat, Ganzendries, Veluwestraat, De Langhestraat, Hertshoornstraat. Een tekstboekvoorbeeld van een omwalling, die nog steeds te vinden is in het stratenbeeld. Op de site van Lamot werd slechts een klein stukje teruggevonden van deze omwalling.

wal1

Deze omwalling zou omstreeks 1200 zijn opgeworpen. De tweede omwalling, onze bekende 'ring' dateert van 1260-1270.

Maar, ik zou het graag een keertje willen hebben over de eerste omwalling. Want wat blijkt ...
De eerste omwalling bevindt zich, zoals hierboven uitgelegd volledig op de zogenaamde 'hoge oever', de linkeroever van de Dijle, van oudsher opgebouwd rond de oude kern van de Korenmarkt.

Je zou je kunnen afvragen waarom men in het begin van de XIIIe eeuw aan de andere, lage kant van de Dijle geen stukje omwalling zou oprichten ? Want:

- Aan de lage oever was er ook een belangrijke kern, namelijk het Kapittel van Sint Rombout: de instelling van geestelijken rond de relieken van Sint Rombout. Gelegen rond de huidige kathedraal.
- Deze kern was zeker al in de XIIe eeuw belangrijk, het kreeg autonomie, parochierechten en tienderechten (belasting).
- En toch zou men geen wal hebben opgetrokken op de lage oever ? Was dit kapittel zelf omwald/ommuurd ?

wal2

Maar kijk een keer op de kaarten.
- In het verlengde van de Hertshoornstraat (oudste stadswal), ligt een vliet, 'de Melaan'.
- In het verlengde van het Plein (oudste stadswal), ligt een vliet, 'de Gracht'.
- Het kan toch geen toeval zijn, dat net waar de stadswal eindigt op de Dijle, er aan de overkant een Vliet start ?

Huidige monding van de Melaan in de Dijle
Huidige monding van de Melaan in de Dijle (foto Peter Meuris)

Huidige monding van de Gracht in de Dijle
Huidige monding van de Gracht in de Dijle (foto Roger Kokken)


Maar als we nu de oude stadswal eens zouden doortrekken op de rechteroever, gevormd door de Nieuwe Melaan, langs het Hellegat, Groenwaterke, parallel met het Sint-Jans-Kerkhof, parallel met de Varkenssstraat, parallel met de Rik Woutersstraat, Meijsbrug, parallel met de Blaasbalgstraat, en dan langs de Gracht terug naar de Dijle. Dan hebben we een schone gesloten stadswal ?

Conclusie: Misschien heeft men wel overwogen in de XIIIe eeuw om de vlietje te (her)gebruiken als gracht voor een eerste stadswal ? En zijn dan de plannen opgeborgen toen de Berthouts, het Kapittel en de burgers samenzweerden voor de tweede grotere omwalling ?

Misschien niet juist, maar toch goed gevonden ?
Wie weet meer ?

(Bronnen: Het Steen en de burgers)

Aanvulling:
Ik ben blijkbaar niet de eerste met dergelijk idee, kijk maar op de volgende kaart (klik voor een grotere versie):
Kaart

In de 'Geschiedenis van Mechelen' door kanunnik Laenen uit 1926 bevindt zich achteraan een kaartje getekend door Simon van Craen. Daar staat ongeveer hetzelfde tracé op van een oude stadswal op de lage oever, behalve dat van Craen en Laenen de OLV-kerk binnen de oudste omwalling situeren.
Ik weet het niet...
maar het is een boeiende redenering.
Misschien?
Nu ben ik héél erg benieuwd wat de 'experten' hier op te zeggen hebben...
(ik ook :)
Interessante gedachtengang, Peter...

Maak je een soort van vergelijking met bv Scherpenheuvel ? Je hebt de Stad/Dorp en je hebt het Religieuze Centrum.

Het (heel oude) Mechels Centrum lag op het hogere gedeelte van de Dijle (Heihoek - Korenmarkt - OLVkerk - Zie rubriek Ethymologie) en in het lagere deel lag het Religieuze Centrum ?

Ik dacht dat het Centrum van Mechelen vroeger meer in de richting van de Korenmarkt lag en de huidige Grote Markt een kruising was van een aantal straten of wegen en geen Centrum.

Laten we wachten op de Experten...
Voor wat betreft het "lage gedeelte van de stad"schrijft Frans Vermoortel
in zijn boek “Mechelen – St Romboutstoren en zijn beiaarden” :

“Men stelde toen vast dat de grond in de omgeving van de toren, en tegen ieders verwachting in, veel vaster bleek te zijn dan men had durven vermoeden.
Zodat mag worden aanvaard dat de eerste bouwmeesters van de kerk (en niet die van de toren), het beste stuk terrein wisten uit te kiezen tussen de omringende vlieten, en méér dan waarschijnlijk ook het hoogst gelegen en dus meest droge uit de onmiddellijke omgeving.”
Wat momenteel zeker is, is dat er een hoger zandrug loopt door de lage stad, vanuit Nekkerspoel, via Befferstraat, Grote Markt, naar het Kapitteldomein (lees Romboutskerk). (uit. Het steen en de burgers)
Ik ben aanhanger van de "stadswaltheorie" zoals hierboven beschreven. Men is er de laatste jaren al meer en meer van overtuigd dat de zogenaamde stichting van een "nieuw" (huidig) centrum minder recent is dan gedacht.Men spreekt van de eerste woonkernen aan de Winketkaai (mogelijk nog voor de Korenmarkt) , Korenmarkt wat betreft de hoge, drogere rivieroever. En kernen in de lagere wijken met o.a.wijk heembeemd en de markt. Dergelijke theorieën waren 20 jaar geleden nog zeer twijfelachtig.
@Peter ; Wat lessen archeologie teweeg kan brengen op leerlingen gidsen.
Ik denk dat je gelijk zou kunnen hebben Peter want de omloop en de rechte lijnen wijzen erop dat ze gegraven zijn.
Het Steen en de burgers is trouwens een grote aanrader vor iedereen die Mechelen diep in het Hart draagt.Veranderd van mening hé Peter?Vroeger zei ik altijd dat het schepenhuis Het Steen was en door die boek moet ik zeggen dat het Steen op de Grote Markt was.Wat een boek kan doen...
De rechte lijnen zijn in werkelijkheid iets minder recht, maar het feit dat Melaan, Varkensstraat, Rik Woutersstraat en Blaasbalgstraat het trace volgen, lijkt me misschien ook wel een aanwijzing. Allicht is hier wat land gewonnen op de vlietbedding.
Dat legt de Veemarkt buiten deze grachtengordel. Ik herinner me vaag daar ooit iets over te hebben gelezen, dat de Veemarkt pas later binnen de stad is komen te liggen. Ik ben in ieder geval een believer totdat het tegendeel bewezen is.
Opmerkelijke hypothese, waar inderaad wel iets voor te zeggen valt. Het lijkt alleszins niet onlogisch dat het tracé van de stadswal op de hoge Dijle-oever doorgetrokken werd langs de andere kant, wanneer daar ook bewoningskernen ontstonden en nood hadden aan een beschermingsgordel.

De archeologie zal uitsluitsel moeten geven.
boeiend om lezen!
euh Peter bedoel je niet XIIXe eeuw ipv XXIIe eeuw?
@ Lieven p :

ja, hij heeft het over de XXII en de XXIIIe eeuw ofwel de 22e en 23e eeuw.

Heeft Peter een glazen bol en kan hij in de Toekomst kijken ? Is dit een aflevering van "Back to the Future" ?

LOL
Een nieuwe Nostradamus is opgestaan...
En wat vertellen de Kwatrijnen over de 22e en 23e eeuw, Roger ?

LOL
:-) is gefixt,
Iemand geinteresseerd in de lottocijfers van 26 juli 2235 ? :-P
Hahaha...

Het is weer leuk in Mechelen !

:-D
Hierbij het antwoord van de stadsarcheoloog Frank Kinnaer. Ik was duidelijk niet de eerste om dit op te merken. We wachten op verder bewijsmateriaal.

<QUOTE>
Goed opgemerkt. De hypothese is echter niet nieuw. In de 'Geschiedenis van Mechelen' door kanunnik Laenen uit 1926 bevindt zich achteraan een kaartje getekend door Simon van Craen (zie attachement). Daar staat ongeveer hetzelfde tracé op van een oude stadswal op de lage oever zoals voorgesteld door jou, behalve dat van Craen en Laenen de OLV-kerk binnen de oudste omwalling situeren.

Er zijn echter tot nu toe geen historische vermeldingen gevonden van 'oude vesten' op de lage oever, noch van stadspoorten die daarbij zouden gehoord hebben. Niet dat al het oude Mechelse archiefmateriaal al grondig bestudeerd is.


De benaming 'Gracht' is, voor zover ik weet, van eerder recente datum. In 14de eeuwse bronnen wordt gesproken van 'de vliet tussen beide Brulen', dwz tussen de Oude en de Nieuwe Bruul = de Leermarkt en de Bruul. Al is het zelfs niet 100% duidelijk of het daarbij nioet om de Koolvliet gaat. De opgraving die voorzien is in het Clarenhof-project kan misschien nuttige gegevens over deze vliet opleveren.

De Melaan wordt, voor zover ik weet, voor het eerst vermeld in een document van rond 1235. In 1289 is voor het eerst sprake van de 'Oude Melaan'. Dat betekent dat de 'Nieuwe Melaan' in 1289 zeker al bestond. Het lijkt erop dat de Nieuwe Melaan tussen 1235 en 1289 gegraven is, maar dat is niet 100% zeker. Het stuk van de Melaan dat recent terug opengelegd werd wordt meestal geïdentificeerd als de Nieuwe Melaan. Ik heb te weinig gegevens om dat met zekerheid te kunnen bevestigen.

Het archeologisch onderzoek dat naar aanleiding daarvan werd gevoerd was te beperkt om nieuwe inzichten over de aanleg van de (Nieuwe) Melaan op te leveren.
Het is intrigerend dat de Nieuwe Melaan en vermoedelijk ook de Gracht aansluiten op de eerste omwalling op de hoge oever. Er zijn voorlopig geen harde gegevens die bewijzen dat het om onderdelen van een stadsomwalling gaat, maar het mag ook niet worden uitgesloten.
</QUOTE>
@ Peter :

Op welke website zijn die bevindingen, ideeen en besluiten te vinden ?
En staan er tekeningetjes bij van hoe het mogelijk was ?
Ik ben razend benieuwd...

Dan kan ik misschien aan die 3D-animatie beginnen over de Geschiedenis van Mechelen door de eeuwen heen...
Heb een kaart toegevoegd aan deze topic. Klik op de kaart voor een grotere versie.
Het plezierige aan geschiedenis is dat het geen exacte wetenschap is en dat iedereen vrijblijvend kan gissen en dingen veronderstellen. Als je achthonderd of meer jaren teruggaat en er zijn tot op heden geen geschriften of andere sporen terug te vinden dan ben ik ook meer dan geïnteresseerd om te weten naar de ware toedracht. Ik weet evenveel of evenweinig als jullie maar onze stadsarcheologen, via hun boek 'het steen en de burgers' ( een must voor de liefhebbers )zetten mij altijd aan het denken.
Ervan uitgaande dat er gelijktijdig bewoning was op de hoge en de lage oever van de Dijle en ik tracht mij in te leven in de geest van de lage oevermensen, dan zie ik aan de ene zijde 'het onbereikbare kapittel' op die zandrug rond de huidige kathedraal en aan de andere kant de onbereikbare ( in euro's )hoge oever ( de mensen met de droge voeten ) dan tracht ik mij een huisje te bouwen tussenin. Het mag dan al lijken op het verzopen land van Saeftinge ) maar als ik één van de grachten wat kan uitdiepen en de smurrie op mijn oever kieper dan win ik misschien een metertje of twee grondoppervlakte: iedereen is happy, ik heb meer grond voor mijn huisje en het overtollige vloed-water is vlugger weg. Op dat ogenblik moet ik kiezen ofwel gebruik ik die grond voor mijn huisje ofwel begin ik direct een verdedigingswal te bouwen. Ik kies voor het eerste want ik moet eerst iets 'hebben' om te verdedigen alvorens ik mij ga 'versterken'. Misschien vertrouwden de lage-oevermensen op de overvloed van hinderende grachten zodat de eventuele vijand zich makkelijker zou keren in de richting van de hoge-oevermensen? Wij weten van het jaar 1302 dat een stomme gracht parten kan spelen in oorlogje spelen.
Mijn gok is dat je in een eerste bouwperiode op de lage oever niet te veel moet zoeken naar een omwalling. Echter, vanaf de moment dat de huidige Begijnenstraat de rijkste straat van Mechelen werd, dan zal er wis en waarachtig wel danig een verdediginkje op poten zijn gesteld.
Interessante reactie Luc !

Misschien hadden de lage-oeveraars genoeg aan het uitdiepen van de bestaande vlieten, om zo de vijand af te houden ... Op die manier komen we tot een wal met een droge gracht op de hoge oever, en een natte stadsgracht zonder wal aan de lage oever.

Misschien was de Melaan wel breed genoeg om een vijand tegen te houden in die tijd ?
@Luc, waar haal je de informatie dat de Begijnenstraat de rijkste straat van de stad werd? In welke kontekst moet ik dit begrijpen?
Ik weet enkel dat de Begijnenstraat de Begijnen moet geherbergd hebben ergens in het begin van de XIIIe eeuw, dus tijdens de datering van de eerste omwalling.

In 1239 maken de Begijnen kenbaar om buiten de stad te gaan wonen. Dus deze straat moet wel degelijk druk bewoond zijn geweest, zou ik dan durven denken.
@ rudi
Als ik terug mijn bron opzoek:'de geschiedenis van Mechelen' van Van Uytven, Lannoo 1991, pag 54, dan zie ik daar een kaartje met de rijke straten van Mechelen in 1369. OK, de Zoutwerf wordt daar gedoodverfd als de rijkste straat samen met de Ijzerenleen, de Grote Markt en het eerste stuk van de Katelijnestraat; maar op een volgend niveau volgen de Begijnenstraat, de Lange Schipstraat, de Hallestraat en de Befferstraat. Ik heb mij wat vergaloppeerd maar het verbaast me nu nog dat enkele hedendaags minder- betekenisvolle straten toen zulk een hoog aanzien genoten dank zij de textielbaronnen.
Volgens de napluizingen van de stedelijke commissie in 1851 zouden er reeds in 1207 in deze straat begijntjes geweest zijn. Het is natuurlijk nu nog gissen waarom zij zich net daar hebben gevestigd. Alle suggesties waarom mensen zich in dat laag gebied vestigden vooraleer er en echte stdsgracht kwam, zijn welkom.
Begijnen voelden zich thuis in de buurt va het Grote Rombouts Kapittel ? Net zoals de Minderbroeders ? De Heilige Geestkapel ? De Beyaert ?

Allemaal relgieuze gebouwen rond het Kapittel, dat een verregaande onafhankelijkheid had.
@Luc
Het verbaast me dat Van Uytven de Koestraat/Merodestraat niet in dat lijstje heeft staan. Ik dacht dat dat altijd wel een rijke straat is geweest.
Ik vermoed Kazamel dat die erg landelijk was, met plaatsen voor het vee te laten grazen. Zie ook Luc's post over De Biest.
@ Peter :

Stond dat vee niet te grazen op de Begijnenweide ?
@gimycko:ik heb enkele jaren aan de Begijnenweide gewoond,maar heb er nooit een koejevla gezien! :-D
@ nen echte ... :

En ook geen Begijntjes, zekers ?

LOL
Toch wel gimycko,der wonen ernog.(daarom ben ik gaan verhuizen) :-D
@ nen echte ... :

Toch geen schrik opgelopen van een Begijntje, zeker ?

http://mapt.stadmechelen.be...

Vriendelijke madammekes, zenne...

:-D
'khem na mechel-mapt gekeeke,ma das een Brugse begaen. "Wérreke-n-is zaleg,zei 'tbegéntsje,en ze droge mé twie nen bôenstaak."
@kazamel: De Koestraat heeft haar rijkdom ( en haar nog steeds opvallende "breedhuizen" )te danken aan het feit dat daar meerdere raadslieden van de Grote Raad woonden. De Grote Raad werd pas actief in 1474. Die raadslieden waren verplicht in Mechelen te verblijven en kochten of huurden grote panden. Dat is ook de reden waarom de St.Janskerk zo rijk is uitgevoerd ( van binnen ten minste)
Maar dat is dus van na den tijd waarvan sprake in deze post. In de XIIIe zal De Koeistraat wel erg landelijk geweest zijn.
@kazamel
Inderdaad, als je vandaag de Merodestraat bekijkt dan vindt je daar een bos statige woningen, maar ik denk aan de andere kant dat er geen één perceel te vinden is van meer dan 500 jaar oud. Misschien heeft onze vriend Van Busleyden rond 1500 de eerste zet gedaan met op die ' koeienweide' zijn nestje te bouwen? Trouwens de st. Janskerk dateert ook 'slechts' van 1483. Heeft men toen een pracht van een verkaveling aangelegd omdat Karel de Stoute net voordien besliste dat hij Mechelen als zijn hoofdstad verkoos? Stel je voor: een gans nieuwe wijk met allemaal advocaten en patriciërs, rijk en schoon volk en niet te ver van de Keizerstraat waar dan de madammen woonden die het nadien voor het zeggen hadden. Je kan je fantasie laten gaan. De straat was al breed ( vanwege de koeien ) en het vormde een nieuwe verbinding met Lier. Met de bouw van het hoogkoor van St Rombouts was de bestaande uitweg naar Antwerpen en Lier: de huidige Stassartstraat, niet meer bereikbaar. Dus wou je naar Antwerpen dan moest je via de smalle Katelijnestraat en wou je naar Lier dan moest je stroomop tegen de koeien in door de Koeistraat / Merodestraat.
Mocht het niet correct blijken te zijn dan is het toch een mooi verhaal, niet?
De Geschiedenis speelt hier voor uw ogen af, zoals in een film.
Geschiedenis is en blijft boeiend en blijken Top-artikelen te zijn hier op den Blog.
Dus... meer van dat, zou ik zo zeggen !

:-)
Mooi verhaal Luc. Maar weet je meer van de kerk als opstakel om naar Antwerpen te gaan ?

Volgens een theorie die ik wel eens hoorde kon je vroeger langs de kerkhofstraat (Stassartstraat) en na de bouw van het Nieuwwerk, kon je niet maar achter de kerk door, en moest je langs de Katelijnestraat.

Ik heb wel eens van experten gehoord dat dit een fabeltje zou zijn ...
Wie weet er meer ?
Over de Kerkhofstraat heb ik twee bronnen waarop ik mijn verhaaltje baseerde:
- 'Water in de straten' van Berlemont, pag 28 en
- 'de plaatsnamen van Mechelen ...' van Uytterhoeven en Vaast, pag 151
Deze laatste citeert kroniekschrijver Steylaert als volgt: ' Door de Kerckhofpoorte heeft eertijds den rechten wech naar Antwerpen geweest; maer de rechte straete, daer de wagens reden, was de straete waer nu St Rombauts choor staet. Met het Nieuw Werck ende met de choor is de straet benomen en daer door wierd de poort toegemetst ( 1460 ), soo dat daer geen wagens meer rijden dan wel lieden te voet'
Feit is dat de Kerkhofstraat een stuk was van de aloude heerbaan Bavay - Utrecht, Als je daar nu dwars bovenop een kerk gaat bouwen dan zoekt het verkeer een andere weg: de Kathelijnestraat en dan verder de stad uit. Als je dan in de M. Sabbestraat rechtdoor loopt ipv de bocht naar links te volgen dan kom je in de ' Oude Liersebaan '. Dus iedereen eerst langs de Kerkhofstraat en daarna langs de Kathelijnestraat, van de Merodestraat spreekt geen mens ( alleen koeien ).
gekke koeien dan
@Luc:
- Bedankt voor de input. Ziet er overtuigend uit ! Maar ik probeer me het trace voor te stellen langs de Scheerstraat (?) achter het koor (dat toen minder plaats innam), en dan langs de Kerkhofstraat (nu Stassartstraat). Zelfs met een klein koor, hebben we dan een smalle baan.
- Die heirbaan maakt veel kans, maar er is nooit een stukske van teruggevonden, naar het schijnt ... Natuurlijk werden de stenen hergebruikt in gebouwen, maar toch he.
- En de Koeistraat ... dat was allicht voor de koeien he ?
Ik denk dat Lucs uitleg niet vfer van de waarheid zit. Hoe breed die straten in de ontstaansperiode van de stad waren weten we niet, alleszins geen autowegen! En een echte Mechelaar weet dat hij dwars door de kathedraal moet gaan om van de schoenmarkt naar de Wollemarkt te gaan. Kijk maar eens vanf de ijzerenleen naar de zij ingang van de kathedraal;je ziet zo de loop van die oude weg.
Ik veronderstelde dat de Koestraat zo heette omdat de koeien langs daar de stad werden ingeleid, niet dat ze langs die straat in de wei stonden. Is er een spoor terug te vinden in de jaarrekeningen over het ter beschikking stellen van stukken bouwgrond in de Koestraat aan de heren raadslieden?
Wat ik nu vertel vind ik niet in de literatuur maar wie weet heeft één of andere historicus daar reeds een artikel aan gewijd?
Het nazien van jaarrekeningen laat ik aan andere enthousiaste mensen over, dat moet zeker na te trekken zijn.
In mijne glazen bol gebruik ik een aantal kapstokken:
- de aanwezigheid van de betekenisvolle namen Schuttevee en Heembeemd, dus daar stonden ( ook ) beesten.
- als een boer met zijn koe naar de markt wil komen dan komt die liefst vóór den donker in 't stad aan, we spreken over de vroege Middeleeuwen wanneer de stadsmuren voldoende veiligheid boden. De koeien van tegenwoordig zijn nog altijd aanwezig in de Kempen met zijn arme gronden. De streek van Wiekevorst en Heist op den Berg is één van de strekenvan de veeboeren. Als die boer met zijn Bella op stap gaat naar de markt en aannemende dat het wandelritme van een koe één tot twee kilometer per uur (?) dan ben je dus een ganse dag onderweg vooraleer je Mechelen bereikt 's avonds.
- Als een koe veel wandelt dan verliest ze gewicht en ziet ze er niet meer zo presentabel uit om te verkopen, dus moet ze 'ergens' terug op krachten komen. In de weiden aan de Koestraat en omgeving?
- Koeien kwamen alleen naar de stad om geslacht te worden, niet om doorverhandeld te worden. Het aangedikte koebeest werd dan verkocht aan de beenhouwer / slachter en mocht dan de laatste 200 meter rechtdoor afleggen naar de Vleeshouwersstraat / vleeshal aan de Ijzerenleen.
- Waarom vermoeden we dat? Omdat die beenhouwers op hunnen appel kregen omdat ze altijd de ingewanden, hoornen en anders moois gewoon in de onderliggende vliet kieperden ( de vleeshal was gebouwd bovenop de vliet ).
- Een sprong in de geschiedenis: op het einde van de 19e eeuw is er een grote concentratie van vee-aanvoer op de Nekkerspoel, Die beesten kwamen daar net zoals vroeger op krachten komen in de weinig bevolkte achterliggende gronden.
- Zou het kunnen dat de komst van de patriciërs, iets voor 1500, de koeienparking heeft laten verhuizen naar Pennepoel, Nekkerspoel?

Si non e vero ....
Prachtig opgebouwde stelling...
Ik heb ze geboeid gelezen...
Dat is een mooie deductie, Luc, daar kan ik geen speld tussen krijgen. Dan moet de Koestraat één van de eerste geplande verkavelingen in Mechelen zijn geweest, waarbij landbouwgrond planmatig werd opgeofferd aan woningbouw. Want zoals je zegt valt het op dat de percelen daar gemiddeld wat groter zijn dan in de rest van de binnenstad.
Verkavelingen? Hier is er nog eentje om het af te leren. De feiten kan je vinden in het boek ' het steen en de burgers 'door onze stadsarcheologen samengesteld en geschreven ( verplichte literatuur! ). Ik heb er een persoonlijk sausje over gegoten zonder bewijsmateriaal maar ik zie het voor mijn ogen gebeuren. Eigenlijk is de kaart op pag 24 verhelderend en misschien kan iemand die mee op deze blog gooien.
We zitten in de helft van de 13e eeuw en de familie Berthout heeft zich reeds goed ingeburgerd in de stad, dat wil zeggen: overal geld aan verdienen en dat dan niet afgeven aan de feitelijke baas nl. de prins-bisschop van Luik.
Vroeg of laat gaat gaat Berthout daarmee serieuze zever hebben en hij besluit iets te doen wat hij helemaal niet mag: hij gaat zonder toelating een tweede omwalling bouwen om de stad groter te maken en zich beter te kunnen verdedigen. Hij moet natuurlijk voorzichtig te werk gaan en de bazen in het kapittel van St. Rombouts te vriend houden ( want hij verwacht dat zij mee gaan sponsoren ) en de burgers van Mechelen mag hij ook niet vergeten.
Dat lukt allemaal en de muur wordt ' stoemelings ' gebouwd. Simpel was dat niet want in het lage stuk van Mechelen moest je al wandelen tot de zandrug waar nu de afleidingsdijle ligt. Dan nog bleef je zitten met tween lage gedeelten, de huidige Zandpoortvest en het stuk tussen de Katelijnepoort en de Winketbrug. Eens de volledige muur gebouwd beloonde Wouter Berthout zijn volk met de bouw van een schepenhuis en nog wat visrechten enzo. Voor zichzelf ( eerst oompje en dan oompjes kinderen ) behield hij de wijk rond de Berthoudersplein en aan het kapittel gaf hij het natte stuk tussen Katelijnepoort en de Winketbrug. Het eerste stuk lag aan 'opgespoten' grond ( zand-poortvest )en noemde men Nieuwland en het tweede stuk noemde men de Dekenij. Nadat de Luikse prins-bisschop met een legertje Mechelen terug trachtte te heroveren maar onverichterzake moest terugkeren is het kapittel begonnen met hun stuk, de Dekenij ' te verkavelen in hele kleine stukjes om veel centjes te kunnen verdienen. Als je vandaag de Nonnenstraat of de Bleekstraat uitgaat merk je nog steeds dat je vanuit de lage stadswijken bergop moet om op de vest te raken.
Hahaha, geweldig !
Hij is goed, zenne, onze Luc...
Dat is een mooie hertaling van het hoofdstuk over de tweede omwalling van onze verplichte literatuur ! Boeiend toch deze vroege geschiedenis van de stad ...
Luc vergeet er bij te vertellen dat net de versterkte omwalling de Luikenaars belette Mechelen e veroveren. En daar de prinsbisschip had gezworen dat hij niet zou terugkeren vooraleer hij de muren van Mechelen zou hebben aangeraakt werd de man ( die het dus opgaf) een kans op eerherstel geboden. Hij mocht namelijk na zijn overgave even tot aan de muur komen en hem aanraken. Daarmee leed hij dus geen gezichtsverlies. Rare jongens die middeleeuwers!
Maar toch een schoon verhaaltje ... :-)