Kathelijnekerk

VAN LOUIS UIT USA - MECHELAAR VAN ORIGINE

Jan,

Als ge nog eens in mijn oude geburen zijt, kunt ge mij een een foto doorzenden van de preekstoel uit de Kathelijnekerk.

Het was hier verleden nacht 32 graden Farenheit,Dat is vriezen,onze winter heeft zich aangeboden.
(and I'm not looking forward to it)

Thanks !

doe ik binnenkort Louis!
voor een lang geleden uitgeweken Mechelaar met zo'n grooooooote liefde voor z'n geboortestad wil ik dit best doen!
Vanwaar jou speciale interesse voor deze preekstoel?
(of ben ik té benieuwd?)
Welke herinneringen heb jij aan jouw vroegere parochiekerk? Je woonde immers vlakbij, in de Zelestraat, niet?
Laat maar weten...
Dat past hier bij de begijnenkerk
Louis , ook interessant voor jou….!

Er stond hier onlangs in de FLICKR balk een foto van het kruisbeeldje in de Begijnenkerk.
Heb ondertussen mijn nota’s opgezocht over ons begijnhof.
Ten tijde van mijn diaopnames voor een dia-klankmontage werd me de toegang ontzegd tot de sacristie, daar hing die ivoren Jezus. Pastoor was nogal kortaf: “Das hier geen museum" en ik kon ophoepelen. “ Een lieve begijn verkocht me toen een postkaart/foto met de afbeelding op witte achtergrond. Kwam wel beter uit dan dat streepjesbehang van nu.
Maar ter zake. Het beeldje is van de hand van Hiërenymus Duquesnoy (17e eeuws) en wat weinigen weten , dat is ook de maker van het Brusselse Manneke pis, echt waar.
Nu dat denken over de houding van Jezus met zijn armen omhoog in plaats van de gespreide stand die we gewoon zijn. Heeft echt niets te maken met de materie – olifantentand – had Jeroom( de naam in ’t Nederlands) dat traditioneel willen maken was dat geen probleem.
De houten Jezus figuur met gespreide armen is ook niet uit één stuk gemaakt, vanaf een zekere breedte.
Nee, het is een uitbeelding van de Jansenistische opvatting over Jezus.
Ik leg dat in ’t kort uit. De Jezus met gespreide armen is gestorven voor alle mensen. Hij duid als het ware aan: komt allen langs mij ik omsluit u in mijn armen. Allen zijn uitverkoren om het rijk Gods in te gaan.
Het Jansenisme , genoemd naar een Nederlands priester en theoloog – werd bisschop te Ieper -, stelt dat Jezus zijn armen omhoog houdt ten teken dat hij niet voor alle mensen is gestorven, enkel de uitverkorenen.
Zulke kruisbeelden worden dan ook in naslagwerken vermeld als JANSENISTENKRUIS.
Cornelius Jansenius en zijn opvattingen werden door de kerk verworpen…
Zomaar ter info.
Jos
@Jos: Ik heb over dat beeldje al veel gehoord, en wel wat gelezen. Hij is van Duquesnoy van Manneke Pis (volgens Marcel Kocken), Of het een Jansenistenkruis is, daar zijn sommige mensen het helemaal niet mee eens.

Is het beel nu van hout of van ivoor ?

Volgens Marcel Kocken is het ook een kopie, het origineel zou ergens in een kluis liggen ...

Wie weet meer ?
@Peter:Toen heeft de begijn me gezegd en dat staat ook op de foto: Van ivoor.
Zoals altijd, zijn we al lang gewoon, zijn er verschillende meningen.
De Jansenisten in Nederland, jaja die zijn er nog , houden het op de hierbovenvermelde uitleg...
Als het een kopie is moet het echte ergens liggen....Ja Peter, wie dat weet mag het hier posten hé man. Dan weten we weeral wat meer over onze Mechelse kerkschatten.
Jan St Kathelijne kerk was mijn parochie,Ik ,mijn broer en mijn zuster zijn daar gedoopt en hebben onze heilige communie daar gedaan,ik heb die preekstoel altijd bewonderd,ik weet wel dat er schoonder zijn,maar daar is geen speciale reden voor.Over dat beeltje dat Jos over schrijft heb ik nooit van gehoord.
@Shashi3, De katelijnekerk is niet de begijnhofkerk als je die bedoeld.
IK ga op zoek naar de waarheid over dat kruisbeeldje. Kan dat niet laten. Wie zoekt zal vinden!Geduld.
Jos,ik maakte juist een remark nadat ik uw article gelezen had,dat ik nooit iets gehoord had over dat beeltje.dat had niets te doen metde Kathelijne kerk.
Oke Louis, pardon, shashi3!
Klein misverstandje.....
Dat is dan een misverstandje hé Louis.
Aan geinteresseerden,

Brochure uitgeven door de 37e Pastoor van het Begijnhof, D.L.SCHURMANS, vermeld:
Blz.2: -13, in de Sacristij het ivoren kruisbeeld van Jérôme DuQuesnoy(1612-1654)

Dus dat is dan al correct: IVOOR.
Het gaat hier om Hiëronymus Duquesnoy de Jonge.

Hij stierf in Gent op de brandstapel, ik denk wegens homosexualiteit.

Hij maakte vele ivoren kruisbeelden. In de kapel van het bisdom in Gent hangt er ook één.
Bedankt Germaine,
Alle info over het onderwerp is welkom. Zo leren we wat vergeten geschiendenis

Wie wat meer wil weten over Cornelius
Jansenius klik maar op onderstaande URL.

http://www.antwoorden.org/C...

Nog meer? Zoekbalk :Cornelius Jansenius

Succes bij je zoektocht.
@Germaine,
Nog wat gevonden over "onze" Jeroom.

Hieronymus Duquesnoy de Jonge, stierf op de brandstapel omdat hij zich vergreep aan minderjarige modellen, achter een scherm in de Sint-Baafskathedraal, waar hij het grafmonument van Antoon triest maakte.
Jos vdh.Ik heb al uwe zonden vergeven,zijt maar niet bekommert over dat misverstandje,maar nu maken julie mij nieuwsgierig over die Cornelius Jansenius.
@Jos
Hiëronymus Duquesnoy de oude had twee zonen die bekende beeldhouwers waren, Hiëronymus de jonge en Frans (bijgenaamd Il Fiammingo).

Het grafmonument van bisschop Triest zou gemaakt worden door Frans maar toen die stierf kreeg Hiëronymus de jonge de opdracht.
@Jos. Nog iets!

Het kruisbeeld in de kerk is inderdaad een kopie.
Het originele ligt in de sacristie.
Eén van de grote beelden van de kerkvaders in de St.Pietersbasiliek van Rome is ook van Duquesnoy. Ik denk St Andreas of zoites maar dat ga ik opzoeken. Een bewijs van het meesterschap van de man. Men spreekt in ons land over drie grote sculpteurs:
Quellin van Antwerpen,
Duquesnoy van Brussel
en.... Lucas Fayd'herbe van Mechelen.
Werken van de Duquesnoy's:

Hiëronymus de Oude (Brussel 1570 ? - 1642 ?)
Manneken Pis, Brussel
Sacramentshuisje, Aalst

Frans (Brussel 1597 - 1643 Livorno)
Baldakijn, Sint-Pieter, Rome
Sint-Andries, Sint-Pieter, Rome
Sint-Suzanna, Santa Maria di Loreto, Rome

Hiëronymus de Jonge (Brussel 1602 - 1654 Gent)
Apostelbeelden, Sint-Michielskerk, Brussel
Heilige Ursula, Zavelkerk, Brussel
Grafmonument van bisschop Triest, Sint-Baafs, Gent
Aartshertog Leopold-Wilhelm, Wenen
Anna en Maria, Sint-Michielskerk, Brussel
Ivoren kruisbeelden, Begijnhofkerk, Mechelen / Kapel van het bisdom in Gent e.a.
ha ! Dus Manneke Pis is niet die van dat kruisbeeld in de Begijnhofkerk ?
@Peter
't zit in de familie, zoals bij de Breughel's.
Hierbij nog enige toelichting over de Du Quesnoy's (1)

"Wy mogen uyt de Choor niet, zonder te gaen zien een meester-stuk van beeld-kunde van Jeroom Du Quesnoy dat in syne kleynte niet wyken moet in schoonheyd aen alle de konst-stukken, waer mede deze kerke verrykt is.
Het is eenen gekruysten Christus weynig meer als een elle groot, uyt yvoir gesneden. Dit Kruycefix, in eenen lyste, hangt in de Sacristye voor de plaetze waer zig den Priester kleed om de Heylige Bedieninge te verrigten.
De Du Quesnoy's (2)

Jeroom du Quesnoy is geboren tot Brussel in ’t jaer1602. Hy leerde syne konst by syn vader, die een goed beeldhouwer was. Den voortgang die hy deed, maekte dat hy wel haest syns vaders-leerlinge derven kon, om de konste hooger te zoeken.
Den stap die hy doen moest, was zig te oeffenen naer de oude stand-beelden. Daar voor nam hy den weg naar Roomen, waer zyn broeder Franciscus hem al eenige Jaren was voorgegaen, op bekostinge van den Arts-hertog Albert, bestierder der Nederlanden, die hem een jaer-geld gaf.
De Du Quesnoy's (3)

Syn Mecenaet gestorven zynde, was hy in slegten staet vervallen, daer hem niet als de konst kon uyttrekken; deze dagelykse groeyende deed hem het ongeluk te boven stygen. Dit was de gelegentheyd, waer in Jeroom tot Roomen komende syn broeder vond. Zoo haest hy daer was, begon hy syn leer-sugt in ’t werk te stellen. Hy liet geen tyd voorby gaen om nae te bootsen die meesterstukken van de outheyd, due van deze weireld-stad een algemeyne moederschool der konsten maekt.
De onophoudentlyke-oeffeninge, gevoegt by de onderwyzinge syns broeders, dede hem gelyk gaen met de bekwaemste konstenaers van syne eeuwe.
De Du Quesnoy's (4)

Syne bezondere weét was het maeken van kinderkens, (!!!!!) die hy zoo lieffelyk en poeselagtig uyt een klomp te voorschyn bragt, dat zy niet uyt marmer gesneden, maer uyt de moeder der liefde scheenen geteelt te zyn. Och ofte hy, de natuur in de konst zoo gelukkig volgende, die in de zeden niet waer te buyten geloopen! De Roomsche lugt, van Catull en Petroon voortyds geademt, was onsen Nederlander behaelyk geworden, en kwam hem naderhand zoo dier te staen.
De roem van syne konste drong uyt Roomen in alle Landen. Philip de IV riep hem naer Spagnien. Du Quesnoy wilde zoo gunstige noodinge niet verzuymen. Hy kwam er naer toe, en ging zig daer te boven in het Koningklyk Paleys te vercieren. Den Koning noemde hem ten jaere 1645, synen beeld-houwer.
De Du Quesnoy's (5)

Alle de eer en winste, die hy in Spagnien verdiende, konden hem daer niet behouden. Een Geloofs-act (autoda-fe) aengerigt door de Inquisitie, van ouds zoo afgrysselyk aen een Nederlander, maekte hem dat Land walgelyk. Hy vertrok uyt Spagnien en kwam syn vaderland syne konste mededeylen.
Hy nam syn huysvestinge in zyn geboorte-stad. Daer maekte hy voor de kerke van S. Gudule vier stand-beelden wezende de apostelen Paulus, Thomas, Bartholomeus en Mathias, meer als natuerlyke groote, geplaetst in den midden-beuk der kerke tegen pilaeren. Voor de kerke van O.L.V. ter Capellen maekte hy een diergelyk stand-beeld van den apostel en Evangelist Mattheus. Voor die van O.L.V. op de Savel een marbere-beeld van de H. Ursule staende op den Autaer haer toegeweyd in de Capelle, waer men het Prael-graf van den Prince La Tour du Tassis ziet.
De Du Quesnoy's (6)

Du Quesnoy maekte voor die Capelle ook verschydene kinderkens, die de aendagt der liefhebbers vestigen. Wy hebben reeds gezeyd hoe uytmuntende hy die kon snyden. Tot heden toe heeft hem daer niemand in bygekomen, en aale konstzaele houd zig verrykt wanneer sy zulk meester-stuk kan by winnen. Voor de Capelle van de H. Anna in de Berg-straete maekte hy eene groep van de H. Anna met de H. Maegd. Voor de Abdye van S. Michiel tot Antwerpen maekte hy ook dry apostelen verbeeldende Mathias, Thaddeus ende Simon aldaer geplaatst in den midden-beuk.
Den Bisschop van Gend, Anthoon Triest, ontbood hem om syn Prael-graf te maeken. Du Quesnoy voerde het uyt tot voldoeninge van dat Kerk-hoofd, en de verwonderinge der konst-kenners. Boven op de Graf-serk is dien Bisschop verbeeld half nederliggende : aen syn voeten-eynd is een staende beeld van Christus, voorbeeld der Verryssenisse, - aen het hoofd-eynde is dat van de H. Maegd, tot Bisschops voorbiddinge. Op het voorzigt des Grafs heeft men twee engeltjens die het Lyk-schrift houden. Op zeyde, ziet men er twee andere; het eene houd een neergedoke fakkel, het andere leunt op een zand-looper zinnebeelden van de verganglykheyd des levens.
De Du Quesnoy's (7)

Die konstige Graf-stede is in koper gebragt door Van Caukerken. Descamps heeft ze in ’t kleyn doen snyden, en geplaetst in syne schilder-ryze. Over eenige maenden heeft een Italiaensch Afmaeler de bezondere deelen der Beelden en de Engeltjens van plaester gegoten, om die aen de liefhebbers en leerlingen der konst mede-te-deylen.
Het was, zoo Descamps zegt, kort nae ’t volmaeken van dit Pronk-stuk dat den meester daer van betrapt wierd in een onbehoorlyke wulpsheyd, euvel-daed, die, zegt Le Comte met geen water kon uytgewasschen worden, maer het vuur verzorgt. Waerlyk hy wierd dan 24 october 1654 openbaerlyk tot Gend verbrand.
Dit was het eynde van onzen Jeroom, die, met verschil van oorzaek, als eenen Jeroom van Praeg gehandelt wierd, en aen wie om syne konste het oud Athenen voor een houtmyte een standbeeld zou hebben opgeregt.
Eenige onbewuste zeggen, dat hy geregt wierd om syn broeder vergeven te hebben, welkers konste hy benydde. Dezen broeder, die een van de grootste meesters van Italien was geworden, en aldaer bekent onder den naem van Francesco Fiamingo of Frans de Vlaming, had zig in ’t jaer 1642 op reyze begeven om te gaen in den dienst van Lodewyk de XIII, die hem een jaer-geld gun de van 1000 kroonen, met eene wooninge op de Louvre, en hem syn eerste beeld-houwer maekte.
Syne onophoudelyke geest-oeffeninge, en de kwellingen die hem de afgunst der Italiaenen aendeed hadden reeds syne gezontheid veel gekrenkt. Nauwelyks tot Livorne aengekomen, wierd hy ziek en stirf in den ouderdom van 48 jaeren. Hy wierd aldaer in de Minder-broeders-kerke begraeven.
De Du Quesnoy's (8)

Den tyd van 12 jaeren tusschen de dood van dezen Franciscus ende Jeroom zou veel tot ontlastinge van den lesten mede brengen, zoo wanneer de schriften van syn regt-zake, ende syn Vonnisse niet bewaert laegen in den Privéen Raede tot Brussel.
Andere ondermengen de twee broeders; zoo doet het Ant. Sanderus in zyn Verheerlykt Vlaenderen, waer hy in ’t Beschryf van Gendt dit Prael-graf van Triest toe-eygent aan de hand van Frans Du Quesnoy. Dit weerdig man geloofde dus dat het Frans was die zoo schandelyke dood was gestorven. Le Comte zegt het opentlyk, ’t welk eenen onnooselen misdaedig maekt. Misschien kende dien schryver maer eenen Du Quesnoy.
Corn. De Bie wist het beter. Maer de verkeerde geylheyd van den beeld-houwer kwam den Lierenaer, die noeyt Juvenaal of Martiaal schynt gelezen te hebben, zoo vreemd en mishaegelyk voor, dat hy dien pligtigen plaetze geweygert heeft in syn Cabinet daer hy maer van de konste en niet van de zeden des meesters had konnen spreken.
Wy kennen van den ongelukkigen Du Quesnoy maer eenen leerling, ende dat was een Mechelaer, genaemt Jan Voorspoel, die naer de dood syns meesters zig tot Brussel nederstelde, waer hy in et jaer 1670 in vollen roem was.
Hy maekte voor S. Goele kerke den Autaer van O.L.V. van Verlossinge, ende het marberen Praelgraf van de Graeve van Isemberg.

Uit “Konstminnende wandelinge te Mechelen” 1783.
@rudi.
Frans du Quesnoy, 1594-1644 werkt zijne gehele leven te Rome, waar zijn werk gerust naast dit van Bernini mag worden geplaatst. Zijn forsere gestalten herinneren aan zijn Vlaamse afkomst. Zijn H. Suzanna, Santa Maria di Loreto, Rome, is een nog betrekkelijk gesloten gestalte met edel karakter; zijn meesterwerk de H. Andreas, in een der nissen van de St.-Pietersbasiliek te Rome, staat wijdbeens en met gestrekte armen als een levend geworden Sint-Andrieskruis. Omwille van zijn hevigheid en zijn gespannen vormen wordt deze figuur
De “christelijke Laocoön genoemd.

Jeronymus du Quesnoy, 1602-1654
Dezelfde levendigheid en dezelfde lichtinwerking bezitten de machtige Apostelfiguren, Sint-Michielskathedraal, Brussel, en het praalgraf van bisschop Triest, Sint-Baafskathedraal, Gent, van zijn naar Vlaanderen teruggekeerde broeder Jeronymus.
Schitterend om lezen Jos!
bedankt voor deze 'kroniekschrijving'...
Dat is ne straffe boterham gesmeerd met oud-Nederlandse tale.Dank naamgenoot.

Nog wat geduld voor de uitleg over het Jansenistisch aspect van het kruisbeeld.. Ben in contact met Prof. theoloog Lambergts, KUL. Als die het niet weet....
Ps.Dan zijn er nu dus twee zulke kruisbeelden in de Begijnenkerk? In 1912, mijn bron, was er alleen dat ivoren in de sacristie. Waarvan foto in bezit.(Witte postkaart)
Toen ik wou het fotograferen, in 1994, was er alleen het boven vermelde. Raar...
Wordt vervolgd.
Hierbij nog wat tekst en uitleg over het vermaarde kruisbeeld in de Begijnhofkerk.

In het sacristyn hangt een meesterstuk van beeldkunde : het beeld van den gekruisten Zaligmaker door Jeroom Du Quesnoy : het is gemaekt uit een en hetzelfde stuk ivoir, lang van het uiterste der handen tot het einde der voeten 75 centimeters, de breedte telt 15 centimeters, hetgeen raer te vinden is. Volgens getuigenis der kundigen is het Christusbeeld van de schoonste voortbrengsels die ons land bezit van den wydvermaerden Brusselschen beeldhouwer.

Uit “Historische Aanteekeningen, rakende De Kerken, De Kloosters, De Ambachten en Andere Stichten der Stad Mechelen door den Z.E. Heer Kanunnik Schœffer”

In de sacristie, de grootste schat : het kruisbeeld van Jérome Duquesnoy, de jongere (1602 – 1654). Het Kristusbeeld is uit één stuk ivoor gemaakt. Men bemerke niet alleen de volmaakte anatomie van het lichaam, maar ook en vooral de uitdrukking van eindeloze en toch beheerste smart van de stervende Kristus. Op de voet vindt men het “handteken” van de kunstenaar :DJ me fecit, D(uquesoy) J(érome) heeft me gemaakt.
Dusquesoy heeft een tragisch einde gekend : hij werd terdoodveroordeeld wegens zedenschennis. Was hij schuldig of niet? Daar hebben we niet over te oordelen. Hij heeft ons in ieder geval meesterwerken nagelaten van diep-religieuze kunst.

Uit :”Het begijnhof van Mechelen en zijn kerk” door F. Vermuyten
Dat een Amerikaanse Mechelaar met een simpel vraagje zo maar een hele geschiedenis van ons kunstbezit losweekt.
Nog vragen Louis?
Nee Jos ik heb een beetje uitgevonden van Cornelius Jansen,Van wat ik gelezen heb de Jansenists hebben nog altijd enkele kerken in sommige plaatsen in Holland,maar ik kan niets uitvinden over die crucifix,
@louis, geduld dat komt wel. Ben in contact met twee personen die het aan het opzoeken zijn: Hoe de historie juist is in elkaar zit.....

Dat van Holland klopt hoor, zeker weten!
Geachte Heer Maes,

Ik heb een mail van U ontvangen via info@theo.kuleuven.be

Het feit dat U mij niet rechtstreeks heeft kunnen bereiken heeft te maken met het feit dat U mijn naam verkeerd hebt ingegeven: ik heet Mathijs Lamberigts (niet Lambrechts) en dit verklaart ook waarom ik pas nu reageer.

Wat Uw vraag betreft: de achterliggende idee in verband met het zogenaamde jansenistische kruis gaat terug op een volksinterpretatie van het jansenisme. Men gaat daarbij uit van het gegeven dat volgens de jansenisten niet alle mensen zouden gered worden door Jezus Christus, maar alleen zij die hiertoe zouden zijn uitverkoren. Deze idee, indien men ze al jansenistisch zou kunnen duiden, gaat in feite terug op de late Augustinus die, op grond van een eigenzinnige interpretatie van 1 Tim. 2,4 en op grond van de feitelijke vaststelling dat vele mensen niet leven volgens de criteria die men van een christen zou mogen verwachten, van oordeel was dat God niet alle mensen wenste te redden door de bemiddeling van zijn zoon, maar slechts hen, die door hem op voorhand uitverkoren waren. Deze idee, is in haar breedte en scherpte, verder ontwikkeld binnen het calvinisme, maar ook bij bepaalde katholieke auteurs.

Het feit dat Christus zijn armen recht naar omhoog houdt en niet, zoals in vele ons bekende kruisbeelden, breed uitgestrekt houdt, wordt dan, in voormelde volksmond, uitgelegd als het bewijs dat de jansenisten geloven dat slechts een beperkt aantal mensen zouden worden gered.

Met vriendelijke groeten,

M. Lamberigts